Kerncijfers groeirekeningen; nationale rekeningen 1995-2012

Kerncijfers groeirekeningen; nationale rekeningen 1995-2012

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Model Perioden Groeirekeningen op basis toegev. waarde Bijdrage multifactorproductiviteit (procentpunt)
O-Q Overheid en zorg Officiële CBS berekeningen 2012* .
O-Q Overheid en zorg Neoklassiek model 2012* .
86 Gezondheidszorg Officiële CBS berekeningen 2012* .
86 Gezondheidszorg Neoklassiek model 2012* .
87-88 Verzorging en welzijn Officiële CBS berekeningen 2012* .
87-88 Verzorging en welzijn Neoklassiek model 2012* .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de (vooralsnog experimentele) uitkomsten van de Nederlandse groeirekeningen. De groeirekeningen laten zien welke bijdragen de verschillende productiemiddelen hebben geleverd aan de economische groei. Zo kan worden bepaald welk deel van de productiegroei wordt verklaard door een verandering in de inzet van kapitaal (K), arbeid (L), energie (E), materialen (M) of diensten (S).

Uit de uitkomsten van de groeirekeningen kan ook de ontwikkeling van de multifactorproductiviteit worden afgeleid. Dit is het deel van de groei (van de productie of toegevoegde waarde) dat niet kan worden toegerekend aan één van de verschillende productiemiddelen. Multifactorproductiviteit is daarmee een belangrijke maatstaf voor de productiviteit van de Nederlandse economie. Doordat met alle bekende inputs van het productieproces rekening wordt gehouden, levert de multifactorproductiviteit een breder beeld van de productiviteit dan de van oudsher gehanteerde arbeidsproductiviteit. In deze tabel worden ook de onderliggende data en de arbeidsproductiviteit gepubliceerd.

Deze tabel is gebaseerd op de nieuwe standaard bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). Het referentiejaar voor de volume- en prijsindexcijfers tijdreeksen is verlegd van 2000 naar 2005. Dit als gevolg van een Europese verordening met betrekking tot het referentiejaar van de tijdreeksen van de Nationale rekeningen.

Deze tabel is stopgezet omdat de nationale rekeningen gereviseerd zijn op basis van het Europees Systeem van Rekeningen 2010 (ESR 2010). Deze tabel is gebaseerd op het ESR 1995.

Gegevens beschikbaar van 1995 tot en met 2012

Status van de cijfers
De resultaten die in deze publicatie worden besproken hebben nog een experimentele status. Hoewel publicatie van de groeirekeningen verantwoord wordt geacht, is de ontwikkeling van de groeirekeningen op dit moment nog niet volledig afgerond. Als gevolg van uitbreiding en verdieping van de statistische beschrijving van productiemiddelen zullen de resultaten in de komende jaren nog wijzigen.

De cijfers over de periode 1995-2010 zijn gebaseerd op definitieve cijfers, De gegevens over 2011 en 2012 zijn (nader) voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 16 december 2015:
Geen, deze tabel is stopgezet

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Groeirekeningen op basis toegev. waarde
Groeirekeningen op basis van de toegevoegde waarde.
---
Bij de groeirekeningen op basis van de toegevoegde waarde wordt de
volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde opgedeeld naar bijdragen van
de productiefactoren en van de multifactorproductiviteit. De bijdragen
worden gemeten in procentpunten. De bijdragen van arbeid, kapitaal, en
multifactorproductiviteit tellen samen op tot de volumeontwikkeling van
de toegevoegde waarde.
Bijdrage multifactorproductiviteit
Bijdrage multifactorproductiviteit aan de ontwikkeling van de
toegevoegde waarde.
---
De bijdrage van multifactorproductiviteit is te interpreteren als dat deel
van de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde dat wordt veroorzaakt
door de veranderingen in het productieproces. De bijdrage van
multifactorproductiviteit wordt gezien als dat deel van de groei van de
output dat niet door de groei van de inputs kan worden verklaard. Enkele
verklaringen hiervoor zijn technologische vooruitgang, schaalvoordelen,
veranderingen in bezettingsgraden en incidentele factoren zoals
weersomstandigheden (bijvoorbeeld in de landbouw).