Regionale rekeningen; productiestructuur 1995-2011

Regionale rekeningen; productiestructuur 1995-2011

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio's Perioden Productie basisprijzen (mln euro) Intermediair verbruik (mln euro) Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Beloning van werknemers (mln euro) Niet-productgebonden belastingen (mln euro) Niet-productgebonden subsidies (mln euro) Exploitatieoverschot (bruto) (mln euro) Arbeidsvolume werkzame personen (1000 arbeidsjaren) Arbeidsvolume werknemers (1000 arbeidsjaren)
C Industrie Nederland 2011** 301.495 233.448 68.047 38.524 862 296 28.957 758,9 721,6
C Industrie Noord-Nederland (LD) 2011** 22.179 16.317 5.862 3.632 73 25 2.181 79,0 74,6
C Industrie Oost-Nederland (LD) 2011** 53.057 39.092 13.966 8.877 150 73 5.012 183,0 174,9
C Industrie West-Nederland (LD) 2011** 136.873 111.341 25.532 13.475 397 100 11.759 261,5 246,0
C Industrie Zuid-Nederland (LD) 2011** 89.386 66.698 22.688 12.540 242 98 10.004 235,4 226,1
C Industrie Extra-Regio (LD) 2011** 0 0 0 0 0 0 0 0,0 0,0
C Industrie Groningen (PV) 2011** 7.515 5.664 1.851 1.221 29 7 608 26,2 25,0
C Industrie Friesland (PV) 2011** 7.971 5.742 2.228 1.374 28 10 837 30,9 28,8
C Industrie Drenthe (PV) 2011** 6.693 4.910 1.783 1.038 17 8 736 21,9 20,8
C Industrie Overijssel (PV) 2011** 19.808 14.161 5.647 3.483 52 27 2.139 70,8 68,3
C Industrie Flevoland (PV) 2011** 3.784 2.827 958 591 13 7 361 13,1 12,3
C Industrie Gelderland (PV) 2011** 29.465 22.104 7.361 4.803 86 39 2.512 99,1 94,3
C Industrie Utrecht (PV) 2011** 10.663 7.347 3.316 1.929 46 13 1.355 39,5 37,1
C Industrie Noord-Holland (PV) 2011** 25.694 18.984 6.710 4.094 77 29 2.568 82,3 76,3
C Industrie Zuid-Holland (PV) 2011** 86.306 73.770 12.536 6.336 241 49 6.008 119,2 113,1
C Industrie Zeeland (PV) 2011** 14.210 11.241 2.969 1.116 32 9 1.830 20,6 19,6
C Industrie Noord-Brabant (PV) 2011** 62.458 46.194 16.264 9.079 175 75 7.086 167,1 160,3
C Industrie Limburg (PV) 2011** 26.927 20.504 6.423 3.461 67 23 2.918 68,3 65,8
C Industrie Oost-Groningen (CR) 2011** 1.529 1.088 441 332 5 2 106 7,7 7,5
C Industrie Delfzijl en omgeving (CR) 2011** 1.731 1.422 309 209 4 1 97 3,5 3,4
C Industrie Overig Groningen (CR) 2011** 4.255 3.154 1.101 681 20 4 404 15,0 14,2
C Industrie Noord-Friesland (CR) 2011** 3.398 2.443 954 566 9 3 383 13,1 12,2
C Industrie Zuidwest-Friesland (CR) 2011** 1.483 1.102 381 272 7 2 105 6,2 5,7
C Industrie Zuidoost-Friesland (CR) 2011** 3.090 2.197 893 536 12 5 350 11,6 11,0
C Industrie Noord-Drenthe (CR) 2011** 1.284 900 384 218 3 1 164 5,1 4,7
C Industrie Zuidoost-Drenthe (CR) 2011** 2.608 1.806 802 460 7 3 338 9,4 9,1
C Industrie Zuidwest-Drenthe (CR) 2011** 2.801 2.204 597 360 7 4 234 7,4 7,0
C Industrie Noord-Overijssel (CR) 2011** 6.377 4.973 1.404 937 17 10 459 20,0 19,1
C Industrie Zuidwest-Overijssel (CR) 2011** 2.734 1.994 741 469 7 3 268 9,3 9,0
C Industrie Twente (CR) 2011** 10.697 7.194 3.503 2.078 28 15 1.412 41,6 40,2
C Industrie Veluwe (CR) 2011** 11.590 9.090 2.500 1.478 33 13 1.003 30,5 29,0
C Industrie Achterhoek (CR) 2011** 7.606 5.597 2.008 1.342 23 8 652 28,1 27,1
C Industrie Arnhem/Nijmegen (CR) 2011** 7.391 5.378 2.013 1.459 22 14 546 28,8 27,4
C Industrie Zuidwest-Gelderland (CR) 2011** 2.878 2.039 839 523 8 3 311 11,6 10,9
C Industrie Utrecht (CR) 2011** 10.663 7.347 3.316 1.929 46 13 1.355 39,5 37,1
C Industrie Kop van Noord-Holland (CR) 2011** 2.567 1.812 754 487 7 4 264 11,6 10,5
C Industrie Alkmaar en omgeving (CR) 2011** 1.493 990 502 317 4 2 183 6,8 6,3
C Industrie IJmond (CR) 2011** 5.074 4.064 1.011 757 16 7 244 13,1 12,8
C Industrie Agglomeratie Haarlem (CR) 2011** 1.540 1.157 383 292 4 2 88 5,7 5,3
C Industrie Zaanstreek (CR) 2011** 5.132 4.172 959 489 16 5 459 8,4 8,0
C Industrie Groot-Amsterdam (CR) 2011** 8.218 5.574 2.644 1.403 25 8 1.224 29,9 27,3
C Industrie Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2011** 1.671 1.214 457 347 5 2 106 6,7 6,1
C Industrie Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2011** 4.350 3.065 1.285 797 19 5 475 14,6 14,0
C Industrie Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2011** 2.541 1.737 804 558 7 5 245 13,1 12,0
C Industrie Delft en Westland (CR) 2011** 1.694 1.288 406 349 5 3 55 7,3 6,8
C Industrie Oost-Zuid-Holland (CR) 2011** 2.443 1.643 800 471 7 3 325 10,0 9,3
C Industrie Groot-Rijnmond (CR) 2011** 67.673 60.300 7.373 2.855 185 23 4.356 50,2 47,7
C Industrie Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2011** 7.605 5.736 1.869 1.308 19 9 552 24,1 23,4
C Industrie Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2011** 9.433 7.802 1.630 473 18 3 1.143 7,6 7,3
C Industrie Overig Zeeland (CR) 2011** 4.777 3.438 1.339 643 14 6 687 13,0 12,3
C Industrie West-Noord-Brabant (CR) 2011** 17.613 12.984 4.629 2.129 60 13 2.453 39,4 38,0
C Industrie Midden-Noord-Brabant (CR) 2011** 6.790 4.707 2.084 1.220 22 7 848 24,1 22,9
C Industrie Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2011** 13.147 9.852 3.294 2.095 38 16 1.178 40,4 38,5
C Industrie Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2011** 24.908 18.651 6.257 3.635 55 39 2.607 63,1 60,9
C Industrie Noord-Limburg (CR) 2011** 4.932 3.569 1.362 1.031 15 6 323 20,7 20,0
C Industrie Midden-Limburg (CR) 2011** 4.119 2.793 1.327 786 12 5 534 16,0 15,2
C Industrie Zuid-Limburg (CR) 2011** 17.876 14.142 3.734 1.645 40 12 2.061 31,6 30,6
C Industrie Flevoland (CR) 2011** 3.784 2.827 958 591 13 7 361 13,1 12,3
C Industrie Utrecht-West (CP) 2011** 1.838 1.414 425 271 5 2 150 5,8 5,4
C Industrie Stadsgewest Amersfoort (CP) 2011** 2.632 1.779 853 528 7 3 320 11,0 10,5
C Industrie Stadsgewest Utrecht (CP) 2011** 4.732 3.143 1.589 826 31 7 739 16,5 15,4
C Industrie Zuidoost-Utrecht (CP) 2011** 1.461 1.011 450 303 4 2 145 6,2 5,8
C Industrie Amsterdam (CP) 2011** 4.553 3.398 1.155 697 14 4 448 14,7 13,1
C Industrie Overig Agglomeratie Amsterdam (CP) 2011** 1.025 440 585 165 3 1 418 3,2 3,0
C Industrie Edam-Volendam en omgeving (CP) 2011** 873 614 258 169 2 1 88 3,9 3,5
C Industrie Haarlemmermeer en omgeving (CP) 2011** 1.767 1.121 646 373 5 2 271 8,0 7,6
C Industrie Aggl.'s-Gravenhage excl. Zoetermeer (CP) 2011** 1.742 1.148 595 452 4 3 141 10,5 9,5
C Industrie Zoetermeer (CP) 2011** 799 590 209 105 3 2 104 2,6 2,4
C Industrie Rijnmond (CP) 2011** 65.456 58.687 6.769 2.498 177 19 4.113 42,4 40,4
C Industrie Overig Groot-Rijnmond (CP) 2011** 2.217 1.613 603 357 8 4 243 7,8 7,2
C Industrie Drechtsteden (CP) 2011** 3.904 2.839 1.065 727 11 5 331 13,7 13,3
C Industrie Overig Zuidoost-Zuid-Holland (CP) 2011** 3.701 2.896 804 581 8 4 220 10,4 10,0
C Industrie Stadsgewest 's-Hertogenbosch (CP) 2011** 3.986 2.985 1.000 643 12 5 350 14,2 13,3
C Industrie Overig Noordoost-Noord-Brabant (CP) 2011** 9.161 6.867 2.294 1.452 25 11 828 26,3 25,1
C Industrie Almere (CP) 2011** 1.340 1.048 292 228 3 3 64 4,6 4,3
C Industrie Flevoland-Midden (CP) 2011** 1.634 1.208 426 207 6 2 214 4,6 4,3
C Industrie Noordoostpolder en Urk (CP) 2011** 810 571 239 156 4 3 82 3,9 3,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het macro-economisch productieproces per regio. Hier worden van verschillende bedrijfseenheden de productie, het verbruik, de toegevoegde waarde, de componenten van de toegevoegde
waarde en het arbeidsvolume weergegeven.

De gegevens in deze tabel zijn geclassificeerd naar regio en volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI 2008). Bij de regionale indeling kan gekozen worden uit de verschillende landsdelen (Noord-, Oost-, West- en Zuid-Nederland), provincies en (uitgesplitste) COROP-gebieden.

De cijfers zijn afkomstig uit de regionale rekeningen, de kwantitatieve beschrijving van de economische ontwikkeling van de verschillende regio's binnen een land. Doordat de cijfers aansluiten op de nationale rekeningen geven zij een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie en zijn ze bij uitstek geschikt voor de vergelijking van de resultaten van de verscheidene regio's.

De bedragen in deze tabel zijn uitsluitend in lopende prijzen.

Gegevens beschikbaar van: 1995 tot en met 2011

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief. De gegevens over 2011 zijn nader voorlopig. Aangeien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per: 12 november 2013.
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Is er een opvolger?
Deze tabel wordt opgevolgd door Macro-economisch productieproces; bedrijfstakken (SBI 2008), regio. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Productie basisprijzen
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Intermediair verbruik
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het
productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte
grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals
communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe
accountants. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoop-
prijzen, exclusief aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De toegevoegde waarde is gelijk aan het verschil tussen de productie
(basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen) van een
bedrijfseenheid. De som van de toegevoegde waarde van alle
bedrijfseenheden is een belangrijke component van het bruto binnenlands
product (bbp). De toegevoegde waarde wordt gewaardeerd tegen basisprijzen.
Bruto is inclusief afschrijvingen.
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle
ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking
werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers,
dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.
Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
Niet-productgebonden belastingen
Niet-productgebonden belastingen op productie.
Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen,
ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte
producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting,
reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Niet-productgebonden subsidies
Hieronder vallen de subsidies op productie. De hoogte van de subsidie is
onafhankelijk van de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte
producten. Het betreft vooral de loonsubsidies.
Exploitatieoverschot (bruto)
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat
resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met
de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden
belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie.
Bij zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de
beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het
totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil
toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Het netto exploitatieoverschot / gemengd inkomen is gelijk aan het bruto
exploitatieoverschot / gemengd inkomen verminderd met de afschrijvingen.
Arbeidsvolume werkzame personen
De hoeveelheid arbeid die in een bepaalde periode is ingezet. Het
arbeidsvolume kan worden uitgedrukt in banen, arbeidsjaren of gewerkte
uren. Werkzame personen zijn alle personen die een baan hebben bij een in
Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in
Nederland.
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid
verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als
zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de
beloning aan de registratie door fiscus en sociale zekerheidsautoriteiten
wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen
(bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en
zelfstandigen. Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid
verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura. Zelfstandigen zijn
personen die een inkomen ontvangen door voor eigen rekening of risico
arbeid te verrichten in het bedrijf of het beroep dat zij zelfstandig
uitoefenen. Ook meewerkende gezinsleden worden tot zelfstandigen gerekend,
tenzij zij een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan.
Arbeidsvolume werknemers
De hoeveelheid arbeid uitgevoerd door werknemers die in een bepaalde
periode is ingezet. Het arbeidsvolume kan worden uitgedrukt in banen,
arbeidsjaren of gewerkte uren. Werknemers zijn personen die in een
bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in
natura.