Welzijnswerk, maatschappelijk werk en kinderopvang; financiën en personeel
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat informatie over de financiën, het personeel en de productie van bedrijven met als hoofdactiviteit, volgens Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008, welzijnswerk ouderen, lokaal welzijnswerk, maatschappelijk werk, kinderopvang of peuterspeelzaalwerk.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2008 (2012 voor maatschappelijk werk)
Status van de cijfers:
De in de tabel opgenomen cijfers over het laatste verslagjaar zijn voorlopig, terwijl de cijfers over vorige jaren definitief zijn.
Vanaf verslagjaar 2022 wordt het enquêteonderzoek bij bedrijven met 1 tot 10 werkzame personen alleen nog uitgevoerd voor bedrijven met de rechtsvorm stichting of vereniging. Voor de overige groep van bedrijven met een andere rechtsvorm (bijvoorbeeld eenmanszaak, BV) wordt gebruik gemaakt van aangiftes van de belastingdienst (inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting) voor de financiële variabelen en gegevens van de Polisadministratie (werknemersgegevens UWV) voor de aantallen werknemers en arbeidsjaren werknemers. Door het gebruik van deze externe data zijn niet alle CBS-variabelen meer beschikbaar op enquête- en publicatieniveau. Op StatLine zijn deze cijfers vanaf verslagjaar 2022 weggepunt.
De eerder genoemde overgang op het deels gebruik van een andere bron voor bedrijven met 1 tot 10 werkzame personen is van enige invloed op het totaalniveau van de publicatievariabelen van de samentelling maatschappelijk en lokaal welzijnswerk. Er is sprake van een lichte kostenstructuurverschuiving, wat resulteert in een minder sterke toename van de arbeidskosten en een sterkere toename van de niet eerder genoemde bedrijfskosten. Tevens is er sprake van een opbrengstenstructuurverschuiving, waarbij het aandeel netto omzet is toegenomen en het aandeel overige bedrijfsopbrengsten is afgenomen. De niveaus en ontwikkelingen in 2022 van deze variabelen dienen derhalve met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
Wijzigingen per 19 april 2024:
Voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd voor kinderopvang en voor de samentelling maatschappelijk en lokaal welzijnswerk. Cijfers over 2021 zijn definitief gemaakt, waarbij de cijfers over de samentelling maatschappelijk en lokaal welzijnswerk zijn gewijzigd als gevolg van nagekomen informatie.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Cijfers over 2023 worden in het eerste kwartaal van 2025 gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Verlies- en winstrekening
- Bedrijfsopbrengsten
- De opbrengsten uit de eigenlijke bedrijfsvoering, in casu de verkopen van goederen en diensten, alsmede de waarde van voorraadmutaties, geactiveerde productie voor het eigen bedrijf, subsidies en schade-uitkeringen.
- Totaal bedrijfsopbrengsten
- Netto omzet
- Opbrengst (exclusief btw) uit verkoop van goederen en levering van diensten aan derden.
- Overige bedrijfsopbrengsten
- Bedrijfsopbrengsten die niet behoren tot de netto-omzet.
Het gaat hier met name om:
- de waarde van voorraadmutaties, inclusief onderhanden werk;
- vergoedingen voor uitgeleend personeel;
- geactiveerde productie voor het eigen bedrijf;
- subsidies en exportrestituties;
- schade-uitkeringen.- Totaal overige bedrijfsopbrengsten
- Subsidies
- Betalingen om niet die door de overheid of de Instellingen van de Europese Unie worden gedaan aan ingezeten producenten, met het doel de productieniveaus, de prijzen of de beloning van de productiefactoren te beïnvloeden.
Dit betreft loonkostensubsidies, subsidies van Rijk, provincies en
gemeenten en overige subsidies.
- Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten
- Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten naast netto omzet en subsidies.
Dit betreft onder andere ontvangen ziekengelden en vergoedingen voor uitleen personeel.
- Bedrijfskosten
- De kosten die zijn gemaakt om de bedrijfsopbrengsten te realiseren, te weten de inkoopwaarde van de omzet, de arbeidskosten, de afschrijvingen op vaste activa en de zogenaamde overige bedrijfskosten.
- Totaal bedrijfskosten
- Arbeidskosten
- De brutolonen en -salarissen van werknemers, pensioenlasten en sociale lasten.
Tot de arbeidskosten worden niet gerekend de overige personeelskosten, te weten betalingen in verband met uitzendkrachten en ingeleend personeel, opleidingskosten, kosten van werving en selectie van personeel, kosten van kantine, arbodiensten, bedrijfskleding, jubilea en dergelijke. Op de arbeidskosten zijn subsidies niet in mindering gebracht.- Totaal arbeidskosten
- Lonen en salarissen
- De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer.
Naast het periodieke, direct aan werknemers betaalde loon bevatten de lonen en salarissen ook aanvullingen hierop (zoals gratificaties, overwerkvergoeding, fooien en provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel en voordelig reizen) en het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De loonbetaling over uren die een werknemer wegens ziekteverzuim niet werkt wordt overgeheveld naar de 'sociale premies ten laste van werkgevers'.
- Pensioenlasten
- De werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid.
Deze omvatten de werkelijke pensioenpremies.
- Sociale lasten
- De werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid.
Deze omvatten de toegerekende en werkelijke sociale premies.
- Afschrijvingen op vaste activa
- De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines,
gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en
voorzienbare economische veroudering.
- Overige bedrijfskosten
- De bedrijfskosten die niet betrekking hebben op de arbeidskosten en de afschrijvingen op vaste activa.
Het gaat hier met name om overige personeelskosten, de kosten van energieverbruik, huisvesting, machines/installaties/inventaris en dergelijke, vervoermiddelen, verkoopkosten, communicatiekosten, kosten van dienstverlening door derden en overige bedrijfskosten die niet apart zijn gespecificeerd.- Totaal overige bedrijfskosten
- Overige personeelskosten
- De betalingen voor uitzendkrachten, gedetacheerd en ingeleend personeel, opleidingskosten, kosten van werving en selectie van personeel, kosten van kantine, arbodiensten, bedrijfskleding, jubilea, personeelsfeestjes en dergelijke.
- Totaal overige personeelskosten
- Kosten uitzendkrachten en overige inleen
- Betalingen voor uitzendkrachten, gedetacheerd personeel en overig
ingeleend personeel. Dit betreffen met name personen die ingeschreven
zijn bij een uitzendbureau of een ander bedrijf en die met dat bedrijf
een arbeidsverhouding zijn aangegaan tot het verrichten van werkzaamheden
op tijdelijke basis voor derden. Er is geen sprake van inleen bij het
ontbreken van een gezagsverhouding, zoals externe functionarissen
(bijvoorbeeld accountants of automatiseerders) die tijdelijk in het
bedrijf bepaalde diensten verrichten.
- Niet eerder genoemde personeelskosten
- Kosten opleidingen verzorgd door derden en overige personeelskosten zoals
kosten kantine, arbodiensten, werving.
- Niet eerder genoemde bedrijfskosten
- Bedrijfsresultaat
- De bedrijfsopbrengsten minus de bedrijfskosten.
- Saldo bijz. waardevermeerdering/vermind.
- Naast de (systematische) afschrijvingen kunnen ook bijzondere waardevermeerderingen of waardeverminderingen zich voordoen waarbij wordt vastgesteld dat de reële waarde van een actief hoger respectievelijk lager is dan de boekwaarde. Daarnaast kunnen bijzondere waardevermeerderingen of waardeverminderingen voorkomen bij vaste activa waarop niet wordt afgeschreven en bij financiële vaste activa. Het saldo betreft de bijzondere waardevermeerderingen minus de waardeverminderingen.
- Financieel resultaat
- De financiële baten minus de financiële lasten.
De baten bestaan uit de rentebaten, de winst uit deelnemingen, ontvangen dividenden, winst op beleggingen en overige financiële baten.
De lasten bestaan uit de rentelasten, het verlies op deelnemingen, de kosten van leningen, en het verlies op beleggingen.
- Voorzieningen
- Een post voor verplichtingen, kosten of verliezen die wel bekend
respectievelijk te verwachten zijn, doch waarvan onzeker is wanneer en in
welke omvang zij zich zullen voordoen. Bijvoorbeeld een voorziening voor
groot onderhoud.- Vrijval voorzieningen
- Het betreft de vrijval van bedragen uit interne voorzieningsfondsen, zoals aanloop- en reorganisatiefondsen en onderhoudsfondsen.
- Toevoegingen voorzieningen
- Toevoegen van bedragen aan voorzieningen.
- Saldo voorzieningen
- Vrijval voorzieningen minus toevoegingen voorzieningen.
- Incidenteel resultaat
- Tot verslagjaar 2017:
De buitengewone baten minus de buitengewone lasten.
Het saldo van winsten en verliezen die niet uit de eigenlijke bedrijfsvoering voortvloeien, zoals onder andere koersverschillen, resultaten uit buitenlandse vestigingen, beleggingen en termijnhandel.
Buitengewone baten;
De winsten die niet uit de eigenlijke bedrijfsvoering voortvloeien.
Toelichting:
Als buitengewone baten worden onder andere beschouwd koerswinsten, positieve resultaten uit buitenlandse vestigingen, beleggingen en termijnhandel. Voorts ook de vrijgevallen bedragen van de egalisatierekening voor de WIR-premies, de boekwinsten bij verkoop of tenietgaan van vaste activa en ontvangsten voor goodwill en dergelijke.
Buitengewone lasten;
De verliezen die niet uit de eigenlijke bedrijfsvoering voortvloeien.
Toelichting:
Als buitengewone lasten worden onder andere beschouwd verliezen op vorderingen, koersverliezen, negatieve resultaten uit buitenlandse vestigingen, beleggingen en termijnhandel. Voorts ook de boekverliezen bij verkoop of tenietgaan van vaste activa, reorganisatiekosten en dergelijke.
Vanaf verslagjaar 2017:
De som van het saldo van baten en lasten die van uitzonderlijke omvang zijn of in uitzonderlijke mate voorkomen en het saldo van boekwinsten en boekverliezen bij verkoop of tenietgaan van vaste activa.
- Resultaat voor belastingen
- De som van het bedrijfsresultaat, het saldo bijzondere waardevermeerdering/vermindering, het financieel resultaat, het saldo voorzieningen en het incidenteel resultaat.
- Personeel
- Werkzame personen
- Persoon die een baan heeft bij een in Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in Nederland.
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de beloning aan de registratie door fiscus of sociale zekerheidsautoriteiten wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen (bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen. Ze kunnen woonachtig zijn in Nederland, maar ook in het buitenland.
Uitzendkrachten, gedetacheerd personeel en overig ingeleend personeel worden bij dit onderzoek tot de bij het bedrijf werkzame personen gerekend.- Totaal werkzame personen
- Werknemers
- Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
- Overige werkzame personen
- Overige werkzame personen naast werknemers. Dit betreffen uitzendkrachten, gedetacheerd personeel, overig ingeleend personeel en niet in loondienst zijnde medewerkende eigenaren en/of medewerkende familieleden, firmanten en vennoten.
- Arbeidsjaren werkzame personen
- Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.
Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op.
Persoon die een baan heeft bij een in Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in Nederland.
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de beloning aan de registratie door fiscus of sociale zekerheidsautoriteiten wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen (bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen. Ze kunnen woonachtig zijn in Nederland, maar ook in het buitenland.
Uitzendkrachten, gedetacheerd personeel en overig ingeleend personeel worden bij dit onderzoek tot de bij het bedrijf werkzame personen gerekend.- Totaal arbeidsjaren werkzame personen
- Arbeidsjaren werknemers
- Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
- Arbeidsjaren overige werkzame personen
- Arbeidsjaren van overige werkzame personen naast werknemers. Dit betreffen uitzendkrachten, gedetacheerd personeel, overig ingeleend personeel en niet in loondienst zijnde medewerkende eigenaren en/of medewerkende familieleden, firmanten en vennoten.
- Vrijwilligers
- Personen die werk in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald verrichten in bedrijven of instellingen ten behoeve van anderen of de samenleving.
- Bedrijven naar activiteit
- Een bedrijf kan meerdere activiteiten uitvoeren, waardoor de som van het
aantal bedrijven over de verschillende activiteiten groter kan zijn dan
het werkelijke aantal bedrijven.- Totaal bedrijven naar activiteit
- Peuteropvang
- Peuteropvang
Tot en met verslagjaar 2017: peuterspeelzaalwerk
Peuterspeelzaal: voorziening voor kinderopvang, bestemd voor kinderen van twee tot vier jaar, die op werkdagen niet meer dan vier uur aaneengesloten geopend is.
Peuterspeelzalen onderscheiden zich van de andere vormen van kinderopvang omdat deze vorm van opvang niet in de eerste plaats bedoeld is om het (beide) ouders of verzorgers van de op te vangen kinderen mogelijk te maken deel te nemen aan het arbeidsproces. Daarvoor is de periode van openstelling te kort. Mede daarom zijn de peuterspeelzalen de laatste jaren geen onderwerp van overheidsbeleid geweest.
Vanaf verslagjaar 2018: peuteropvang
Door een wetswijziging valt peuterspeelzaalwerk per 1-1-2018 onder kinderopvang, en wordt vanaf die datum aangeduid als peuteropvang.
Peuteropvang: kortdurende peuteropvang gedurende de schoolweken uitsluitend bestemd voor kinderen van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
- Kinderdagopvang
- Opvang gedurende de dag van kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 3
gedurende minimaal 5 aaneengesloten uren per dag.
- Buiten- en naschoolse opvang
- Voorzieningen die bestemd zijn voor schoolgaande kinderen van vier tot en met twaalf jaar en die alleen geopend zijn voor en/of na schooltijd en eventueel tussen de middag. Vaak ook op woensdagmiddag en tijdens de schoolvakanties.
- Gastouderopvang
- Opvang van kinderen tot 13 jaar bij gezinnen, waarbij na bemiddeling door de organisatie vraag (lees vraagouders) en aanbod (gastouders) bij elkaar zijn gebracht.
- Welzijnswerk voor ouderen
- Coördineren, stimuleren en ondersteunen van voorzieningen en activiteiten
voor ouderen (nog zelfstandig wonend) met als oogmerk het vergroten van
hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid; de voorzieningen en
activiteiten betreffen o.a. advisering, maaltijdverstrekking, sociale
alarmering, dagopvang, meer bewegen en sociaal-culturele activiteiten.
- Lokaal welzijnswerk
- Lokaal welzijnswerk
Deze klasse omvat:
- organisatie op lokaal niveau van sociale, culturele, vormende of recreatieve activiteiten, die algemeen toegankelijk zijn, met specifieke aandacht voor individuen en groepen die in sociaal of maatschappelijk isolement verkeren. Het doel is bevordering van participatie en zelfredzaamheid;
- buurtbeheer: bevorderen van leefbaarheid in een buurt door onderhoud en schoonhouden van openbare ruimtes en toezicht;
- brede welzijnsinstellingen: instellingen voor welzijnswerk waarin een combinatie van ten minste twee van de volgende activiteiten voorkomt: sociaal-cultureel werk, kinderopvang, welzijn ouderen, algemeen maatschappelijk werk. Geen van de onderscheiden activiteiten mag meer dan 70% van de exploitatiekosten uitmaken;
- opbouwwerk, clubhuiswerk, buurtwerk, jongerenwerk, scouting, speeltuinwerk etc.
Deze klasse omvat niet:
- creativiteitscentra (85.52.2);
- welzijnswerk voor ouderen (88.10.2);
- exploitatie van gemeenschaps- en dorpshuizen, wijkcentra, jeugdgebouwen (88.99.9);
- hobbyclubs (93.21.1);
- gezelligheidsverenigingen (94.99.1).
- Maatschappelijk werk
- Maatschappelijk werk
Deze klasse omvat:
- ambulante, concrete dienstverlening, advisering, bemiddeling en psychosociale hulpverlening aan personen die kampen met problemen van maatschappelijke en/of individuele aard; de hulpverlening is laagdrempelig en toegankelijk zonder verwijzing;
- het op orde maken van en helpen bij de administratie van cliënten;
- adoptiebemiddeling.
Deze klasse omvat niet:
- medisch-specialistische centra voor intramurale behandeling en verpleging specifiek gericht op ziektebeelden van psychische aard (86.10.4);
- behandeling van psychische stoornissen en psychosociale problemen door specialistenpraktijken (86.22.2);
- extramurale hulpverlening aan en behandeling van verslaafden aan genotmiddelen (86.22.2);
- instellingen voor ambulante geestelijke gezondheidszorg (86.22.2);
- behandeling van psychische stoornissen en ernstige psychosociale problemen in praktijken van psychotherapeuten en psychologen (86.91.3);
- maatschappelijke opvang waarbij huisvesting wordt geboden (87.90.2);
- thuiszorg (88.10.1);
- welzijnswerk voor ouderen (88.10.2);
- sociaalpedagogische diensten (88.10.3);
- kindertelefoons (88.99.1);
- brede welzijnsinstellingen (88.99.3);
- anonieme alcoholisten (AA-)organisaties (88.99.9);
- S.O.S.-telefonische hulpdiensten (88.99.9);
- bureaus sociaal raadslieden en slachtofferhulp (88.99.9).
- Overige activiteiten