Overheid; schuld naar schuldtitel en geldgever 1990 - 2013

Overheid; schuld naar schuldtitel en geldgever 1990 - 2013

Nominale en marktwaarde Sectoren Perioden Totale overheidsschuld Binnenland Pensioenfondsen en verzekeraars (mln euro) Chartaal geld Binnenland Pensioenfondsen en verzekeraars (mln euro) Kortlopende waardepapieren Binnenland Pensioenfondsen en verzekeraars (mln euro) Obligaties Binnenland Pensioenfondsen en verzekeraars (mln euro) Kortlopende leningen Binnenland Pensioenfondsen en verzekeraars (mln euro) Langlopende leningen Binnenland Pensioenfondsen en verzekeraars (mln euro)
Nominale waarde Overheid 2013* 76.687 0 1.101 73.908 5 1.673
Nominale waarde Centrale overheid 2013* 75.637 0 1.101 73.908 5 623
Nominale waarde Lokale overheid 2013* 1.050 - 0 0 0 1.050
Nominale waarde Wettelijke sociale verzekeringsinst. 2013* 0 - 0 0 0 0
Marktwaarde Overheid 2013* 82.200 0 1.101 79.421 5 1.673
Marktwaarde Centrale overheid 2013* 81.150 0 1.101 79.421 5 623
Marktwaarde Lokale overheid 2013* 1.050 - 0 0 0 1.050
Marktwaarde Wettelijke sociale verzekeringsinst. 2013* 0 - 0 0 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de schuld van de overheid. De schuld is onderverdeeld naar verschillende schuldtitels. Van iedere schuldtitel (type financieel instrument) wordt het aandeel van de verschillende houders (geldgevers) vermeld. De schuld wordt gepresenteerd in nominale waarde (het oorspronkelijke schuldbedrag) en in marktwaarde (de waarde waartegen de schuld in de betreffende periode verhandeld kan worden). Bij de bepaling van de overheidsschuld volgens EMU-definities wordt de nominale waarde gehanteerd, in de Nationale rekeningen de marktwaarde.

De gegevens in deze tabel zijn geconsolideerd, dat wil zeggen dat onderlinge stromen worden geëlimineerd. Als gevolg daarvan tellen de schulden van de subsectoren niet op tot de totale schuld van de overheid. Schulden van bijvoorbeeld het rijk aan de sociale verzekeraars maken deel uit van de schulden van het rijk. Voor de schuld van de totale overheid tellen ze niet mee, het zijn immers schulden die de overheid heeft aan de overheid.

De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 1995). Om de toegankelijkheid van de tabel te verhogen, worden in sommige gevallen gangbaardere omschrijvingen gebruikt in plaats van de termen uit de Nationale rekeningen. De betreffende Nationale rekeningen-term wordt dan in de toelichting vermeld. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen, respectievelijk de EMU-publicaties.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaarcijfers van 1990 tot en met 2013, kwartaalcijfers van 2005 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel vanaf 1990 zijn definitief. De meest recente jaren hebben nog een (nader) voorlopig karakter. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheid; schuld naar schuldtitel en geldgever, nominale en marktwaarde. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totale overheidsschuld
Totaal van alle schuldtitels.
Binnenland
Pensioenfondsen en verzekeraars
Pensioenfondsen verzorgen de opbouw en uitbetaling van pensioenen van werknemers. Verzekeraars zijn maatschappijen die vallen onder de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf (WTV 1993) of de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (WTN).
Chartaal geld
Alle bankbiljetten en munten in omloop. Als schuld komt deze transactie uitsluitend voor bij de centrale overheid (muntuitgifte), de monetaire financiële instellingen (De Nederlandsche Bank, in omloop gebrachte bankbiljetten) en het buitenland (vreemde valuta). Het tegoed op de chippers en dergelijke maakt geen onderdeel uit van het chartale geld.
Binnenland
Pensioenfondsen en verzekeraars
Pensioenfondsen verzorgen de opbouw en uitbetaling van pensioenen van werknemers. Verzekeraars zijn maatschappijen die vallen onder de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf (WTV 1993) of de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (WTN).
Kortlopende waardepapieren
Alle waardepapieren met een looptijd tot maximaal een jaar, waarvan de verkoopprijs van tevoren is vastgesteld. In deze prijs is meestal de door de schuldenaar te betalen rente al verrekend. De waardepapieren kunnen op of vanaf een bij uitgifte vastgestelde datum in geld worden omgezet. Deze transactie omvat schatkistpapier ten laste van zowel de Nederlandse overheid als van buitenlandse overheden, spaarbewijzen aan toonder en verhandelbare depositocertificaten, uitgegeven door ingezeten en niet-ingezeten banken.
Binnenland
Pensioenfondsen en verzekeraars
Pensioenfondsen verzorgen de opbouw en uitbetaling van pensioenen van werknemers. Verzekeraars zijn maatschappijen die vallen onder de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf (WTV 1993) of de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (WTN).
Obligaties
Alle verhandelbare waardepapieren met een looptijd van minimaal een jaar. De waarde van deze waardepapieren wordt over het algemeen op de beurs bepaald, de rente wordt meestal door middel van coupons betaalbaar gesteld. Tot de obligaties horen ook pandbrieven, door banken geëmitteerde 'notes' en converteerbare obligaties (zolang deze niet in aandelen zijn omgezet).
Binnenland
Pensioenfondsen en verzekeraars
Pensioenfondsen verzorgen de opbouw en uitbetaling van pensioenen van werknemers. Verzekeraars zijn maatschappijen die vallen onder de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf (WTV 1993) of de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (WTN).
Kortlopende leningen
Alle kredieten waarvan de afgesproken looptijd doorgaans korter is dan een jaar, behalve deposito's. Hieronder vallen onder meer kortlopende leningen bij financiële instellingen, kortlopend consumptief krediet, rekeningcourant verhoudingen (uitgezonderd giraal geld), wissels en schuldbekentenissen.
Binnenland
Pensioenfondsen en verzekeraars
Pensioenfondsen verzorgen de opbouw en uitbetaling van pensioenen van werknemers. Verzekeraars zijn maatschappijen die vallen onder de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf (WTV 1993) of de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (WTN).
Langlopende leningen
Alle kredieten met een afgesproken looptijd van minimaal een jaar, behalve deposito's. Het gaat hierbij met name om langlopende leningen op schuldbekentenissen (voornamelijk aangegaan bij institutionele beleggers), hypothecaire leningen en langlopend consumptief krediet.
Binnenland
Pensioenfondsen en verzekeraars
Pensioenfondsen verzorgen de opbouw en uitbetaling van pensioenen van werknemers. Verzekeraars zijn maatschappijen die vallen onder de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf (WTV 1993) of de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (WTN).