Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden 1988 - kw1 2014

Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden 1988 - kw1 2014

Soort gegevens Perioden Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Invoer goederen (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Invoerdiensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Goederen (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Diensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Verschil toegerekende en afgedragen BTW (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto binnenlands product (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen Goederenproducenten B-E Nijverheid (geen bouw) en energie C Industrie 22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustr (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen Commerciële dienstenproducenten L Verhuur en handel van onroerend goed (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen Commerciële dienstenproducenten M-N Zakelijke dienstverlening N Verhuur en overige zakelijke diensten 77 Verhuur van roerende goederen (mln euro) Opbouw vanuit de inkomensvorming Beloning van werknemers (mln euro) Opbouw vanuit de inkomensvorming Exploitatie-overschot (mln euro) Opbouw vanuit de inkomensvorming Netto binnenlands product (mln euro) Opbouw vanuit de inkomensvorming Afschrijvingen (mln euro)
Prijsniveau 2005 2014 1e kwartaal* 101.508 79.208 22.438 117.903 93.541 24.619 . 133.115 . 8.942 . . . 112.513 20.642
Prijsniveau 2005, seizoengecorrigeerd 2014 1e kwartaal* 102.258 79.800 22.514 117.539 92.964 24.779 . 135.075 . 9.136 . . . . .
Werkelijke prijzen 2014 1e kwartaal* 116.730 90.360 26.370 134.140 105.462 28.678 0 149.556 . 8.642 . . . 127.312 22.244
Werkelijke prijzen, seizoengecorrigeerd 2014 1e kwartaal* 116.802 90.754 26.296 133.079 104.325 28.703 . 150.838 . 8.850 . . . . 22.553
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. Het bruto binnenlands product is een belangrijk macro-economisch begrip. De volume-ontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.

Daarnaast zijn er ook nog gegevens over de inkomenstransacties met het buitenland. Die maken het mogelijk berekeningen te maken over het bruto nationaal inkomen (bni). Deze gegevens zijn gegroepeerd onder het onderwerp
'nationaal vorderingensaldo'. Ten slotte zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn gepresenteerd onder 'detailgegevens'. De hierboven genoemde macro-economische variabelen worden in volgende grootheden weergegeven:

- Waarde in werkelijke prijzen, miljoenen euro
- Waarde in werkelijke prijzen, seizoengecorrigeerd, miljoenen euro
- Waarde prijsniveau 2005=100, miljoenen euro
- Waarde prijsniveau 2005=100, seizoengecorrigeerd, mln euro

Om een zo goed mogelijk beeld te geven van de conjuncturele stand van zaken wordt de groei voor een aantal variabelen ten opzichte van het voorgaande kwartaal berekend. Hierbij wordt standaard gecorrigeerd voor seizoen- en eventuele werkdageffecten.
Bij het uitkomen van nieuwe kwartaalcijfers wordt deze seizoen- en werkdagcorrectie steeds opnieuw doorgerekend. Dit leidt doorgaans tot geringe bijstellingen van eerder geraamde cijfers, maar incidenteel tot meer substantiële bijstellingen.

Gegevens beschikbaar vanaf: Eerste kwartaal 1988 tot eerste kwartaal 2014

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf 1988 zijn definitief. Gegevens van af 2011 tot 2014-I hebben nog een voorlopig karakter.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door tabel Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen
De gegevens van de bestedingsbenadering van het bruto binnenlands product
(bbp) worden in dit deel van de tabel Kwartaalrekeningen
gepresenteerd. Het openingsmenu laat de bestedingsvariabelen ofwel de
goederen- en dienstentotalen zien. Centraal staat hierbij de samenhang
tussen het bbp en de bestedingsvariabelen. De som van gezinsconsumptie,
overheidsconsumptie, investeringen in vaste activa van bedrijven en
overheid en de voorraadmutaties is gelijk aan de nationale bestedingen.
De nationale bestedingen plus de uitvoer van goederen en diensten minus
de invoer levert het bbp op. Het eerste menu geeft een overzicht van de
variabelen die beschikbaar zijn. Selectie van een variabele leidt opnieuw
tot een menu. Op het volgende niveau kan de gewenste dimensie (volume,
waarde, enz.) van de variabele gekozen worden.
Beschikbaar voor finale bestedingen
Het binnenlands product (bruto, marktprijzen) plus de invoer van goederen
en diensten.
Invoer van goederen en diensten
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht.
Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde
grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde
vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige
bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Totaal
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht.
Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde
grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde
vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige
bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Invoer goederen
Invoer van tastbare producten, zoals voedingsmiddelen, duurzame
consumptieartikelen, machines en dergelijke.
Invoerdiensten
Invoer van producten die niet tastbaar zijn, zoals horeca, handel,
transport, zorg, overheid.
Finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa
(bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.
Uitvoer van goederen en diensten
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van
Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.
Totaal
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van
Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.
Goederen
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd.
Diensten
De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van
Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.
Opbouw bbp vanuit de productie
De opbouw vanuit de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van
bedrijfsklassen naar het bruto binnenlands product (bbp) tegen
marktprijzen wordt in dit deel van de tabel gepresenteerd.
Het bbp (marktprijzen) is gelijk aan de som van de bruto toegevoegde
waarden (basisprijzen) van alle bedrijfsklassen, het saldo van
productgebonden belastingen en subsidies en het verschil
toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (BTW).
Schematisch:
Bij bedrijfsklassen gevormde toegevoegde waarde tegen basisprijzen
plus: saldo van productgebonden belastingen en subsidies.
plus: verschil toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde
waarde (BTW)
levert het bruto binnenlands product tegen marktprijzen op.
Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen:
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen per bedrijfsklasse is gelijk aan
het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen). De bedrijfstakken zijn ingedeeld in secties en
afdelingen conform de standaardbedrijfsindeling (SBI) 2008.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen is gelijk aan het verschil tussen
de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen).
Bruto toegevoegde waarde is inclusief afschrijvingen en netto toegevoegde
waarde is exclusief afschrijvingen. De bedrijfsklassen zijn ingedeeld
conform de standaard bedrijfsindeling 2008 (SBI2008).
Goederenproducenten
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
A Landbouw, bosbouw en visserij
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom
en gekoelde lucht
E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
F Bouwnijverheid
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom
en gekoelde lucht
E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
C Industrie
Deze sectie omvat:
- de mechanische, fysische of chemische verwerking van materialen, stoffen
of onderdelen tot nieuwe producten. De verwerkte materialen, stoffen of
onderdelen zijn grondstoffen uit de landbouw, bosbouw, visserij en
mijnbouw, alsmede (half)fabrikaten uit de industrie.
- reparatie en installatie van machines, apparatuur en andere
benodigdheden voor bedrijven (geen consumentengoederen).
Bij de eenheden in deze sectie gaat het vaak om fabrieken waar gewoonlijk
machines en apparaten worden gebruikt. Eenheden waar materialen of stoffen
met de hand of in de eigen woning tot nieuwe producten worden verwerkt en
die producten op de plaats waar deze zijn gemaakt, zelf verkopen, zoals
bakkerijen en kleermakerijen, vallen echter ook onder deze sectie.
Industriële eenheden kunnen materialen zelf verwerken of dit aan andere
eenheden uitbesteden. In beide gevallen valt dit onder de sectie
Industrie.
Reparatie van huishoudelijke apparaten en consumptiegoederen wordt
ingedeeld in afdeling 95; de reparatie van (bedrijfs-)auto's en motoren in
afdeling 45: de autobranche.
De vervaardiging van specifieke componenten en onderdelen, toebehoren en
hulpstukken voor machines en apparaten wordt gewoonlijk ingedeeld in
dezelfde klasse als de vervaardiging van de desbetreffende machines en
apparaten.
De vervaardiging van niet-specifieke componenten en onderdelen voor
machines en apparatuur, zoals motoren, zuigers, elektromotoren,
elektroinstallatiemateriaal, kleppen, kogellagers, rollagers, worden in de
passende klasse van de sectie Industrie ingedeeld.
De sectie omvat niet:
- Activiteiten die niet leiden tot een nieuw product, maar tot een
gewijzigde versie van hetzelfde product:
* het opsplitsen van partijen stukgoederen in kleinere partijen, inclusief
het verpakken, herverpakken;
* het bottelen van producten als alcoholhoudende dranken of chemicaliën;
* de montage van computers volgens de specifieke wensen van een klant;
* het mengen van verf;
Deze activiteiten worden ingedeeld in sectie G (groothandel en
detailhandel).
22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustr
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
22 Rubber- en kunststofproductenindustrie
23 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten
Commerciële dienstenproducenten
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
G Groot- en detailhandel; reparatie van auto's
H Vervoer en opslag
I Logies-, maaltijd- en drankverstrekking
J Informatie en communicatie
K Financiële instellingen
L Verhuur van en handel in onroerend goed
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke
dienstverlening
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening
L Verhuur en handel van onroerend goed
Deze sectie omvat:
- verhuur van onroerend goed;
- bemiddeling in en beheer van onroerend goed.
M-N Zakelijke dienstverlening
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke
dienstverlening
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening
N Verhuur en overige zakelijke diensten
Deze sectie omvat:
- activiteiten die zakelijke gebruikers ondersteunen bij de
bedrijfsvoering. Het verschil van deze activiteiten met die uit sectie M
is dat de activiteiten uit deze sectie niet primair gericht zijn op het
overbrengen van expertise en kennis.
77 Verhuur van roerende goederen
Verhuur en lease van auto's, consumentenartikelen, machines en overige
roerende goederen
Verschil toegerekende en afgedragen BTW
Het verschil tussen de toegerekende en de afgedragen btw ontstaat onder
meer door kwijtscheldingen, oninbaar geleden bedragen, boetes, de Regeling
kleine ondernemers en door ontwijking van afdracht van btw. Het verschil
tussen toegerekende en afgedragen btw wordt niet verdeeld over de
bedrijfsklassen. Dit verschil wordt op het niveau van de totale economie
geteld bij de toegevoegde waarde (en het exploitatieoverschot / gemengd
inkomen).
Bruto binnenlands product
Het bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de
productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is
gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle
bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar
bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per
bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie
(basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). De
onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het bbp is ook gelijk aan de
waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf
voor de economische groei.
Opbouw vanuit de inkomensvorming
De gegevens van de inkomensbenadering van het bruto binnenlands product
(bbp) worden in dit deel van de tabel Kwartaalrekeningen
gepresenteerd.
Schema:
Beloning van werknemers (+)
Exploitatieoverschot/gemengd inkomen (+)
Belastingen op productie en invoer (+)
Subsidies (-)
= Netto binnenlands product tegen marktprijzen
Afschrijvingen (+)
= Bruto binnenlands product tegen marktprijzen
Het openingsmenu laat de bestanddelen van het inkomen en de alternatieve
definities van het bbp zien. Als het bbp eenmaal gevormd is, komt de
primaire inkomensverdeling tot stand. Het totaal inkomen (bbp) wordt
verdeeld over de productiefactoren (arbeid, kapitaal en ondernemerschap).
De inkomensbestanddelen zijn de beloning van werknemers, de
afschrijvingen en het exploitatieoverschot/gemengd inkomen. De beloning
van werknemers is het totaal van lonen en salarissen en sociale premies
ten laste van werkgevers. Een nadere verdeling van de beloning van
werknemers naar bedrijfstakken is onder de menukeuze Detailgegevens te
vinden.
De beloning van werknemers omvat de beloning van Nederlandse ingezetenen
of buitenlanders voor de als werknemer bewezen diensten. Werknemers zijn
personen die in dienstbetrekking werkzaam zijn bij particuliere
ondernemingen, overheidsbedrijven, bij uitoefenaren van vrije beroepen en
dergelijke, bij de overheid en bij gezinshuishoudingen, enz. Meewerkende
gezinsleden zijn niet als werknemers beschouwd. Hun inkomen is dus niet
in de beloning van werknemers begrepen. Evenmin is het zogenaamde
(fictief) ondernemersloon tot de lonen en salarissen gerekend. De sociale
premies ten laste van werkgevers hebben betrekking op werkgeversbijdragen
(werkelijk betaalde en toegerekende) in de sociale zekerheid en de
(werkelijk) betaalde pensioenpremies.
De afschrijvingen (voor geheel Nederland) zijn berekend als de
waardevermindering van de in gebruik zijnde duurzame productiegoederen
die het gevolg is van technische slijtage, voorzienbare economische
veroudering en risico's van schade. De afschrijvingen hebben betrekking
op gebouwen, machines, vervoermiddelen, meubilair en dergelijke. De
gemiddelde levensduur per categorie is bekend, evenals de (geraamde)
vervangingswaarde. De afschrijvingen worden berekend met de perpetual
inventory method. Deze methode gaat uit van de
waarde van de kapitaalgoederenvoorraad in Nederland aan het begin van een
periode en de verwachte levensduur van de activa. De afschrijvingen zijn
(bij benadering) gewaardeerd tegen vervangingswaarde en behoeven
uiteraard niet overeen te komen met de werkelijke (fiscale of
bedrijfseconomische) afschrijvingen. De afschrijvingen vertonen op
kwartaalbasis een vrij gelijkmatige, trendmatige ontwikkeling. De waarde
van de afschrijvingen in de Kwartaalrekeningen is geschat.
Het overig exploitatiesaldo/gemengd inkomen is gedefinieerd als het
inkomen uit vermogen en bedrijfsuitoefening (bijvoorbeeld het inkomen van
vrije beroepsbeoefenaars wordt ertoe gerekend). In de praktijk van de
Kwartaalrekeningen resteert het exploitatiesaldo/gemengd inkomen uit de
toegevoegde waarde nadat de beloning van werknemers en de afschrijvingen
in mindering zijn gebracht. Exploitatiesaldo/gemengd inkomen
bedrijfswinsten zijn dus niet hetzelfde. Winst is een fiscaal begrip dat
geen plaats heeft in de beschrijving van het productieproces in de
Kwartaalrekeningen.
De belastingen op productie en invoer hebben betrekking op de door
bedrijven en de overheid zelf betaalde bedragen aan belastingen, met
uitzondering van belastingen op de winst van bedrijven. De belastingen op
productie en invoer omvatten ondermeer belasting over de toegevoegde
waarde (BTW), accijnzen, overdrachtsbelasting, milieuheffingen, bouwleges
en invoerrechten.
Als subsidies zijn aangemerkt de bijdragen aan het openbaar vervoer,
huurprijsverlagende subsidies aan woningexploitanten, bijdragen in
verliezen van overheidsbedrijven en subsidies op voedingsmiddelen. De
uitkeringen van individuele huursubsidies worden beschouwd als
inkomensoverdrachten om niet aan de sector gezinshuishoudingen.
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle
ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking
werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de
werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers
begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en
het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door
werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals
vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen
gerekend. De sociale premies zijn de premies wettelijke sociale
verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en
toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van
werkgevers, werknemers, zelfstandigen of niet-werkenden.
Exploitatie-overschot
Het netto exploitatieoverschot / gemengd inkomen is gelijk aan het bruto
exploitatieoverschot / gemengd inkomen verminderd met de afschrijvingen.
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat
resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met
de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden
belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies. Bij
zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de
beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het
totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil
toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Netto binnenlands product
Het binnenlands product (bruto, marktprijzen) minus de afschrijvingen. Het
bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de productieve
activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de
toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen,
aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden
verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is
gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het
intermediair verbruik (aankoopprijzen).
Afschrijvingen
De waardevermindering van de kapitaalgoederenvoorraad die het gevolg is
van voorzienbare technische en economische veroudering en verzekerbare
schade (zoals brand en diefstal).
Kapitaalgoederen zijn bijvoorbeeld machines, gebouwen, vervoermiddelen en
software.