Intervallen bevolking naar huishoudenspositie, 2011-2060

Intervallen bevolking naar huishoudenspositie, 2011-2060

Prognose(-interval) Perioden Bevolking naar positie in het huishouden Personen in particuliere huishoudens Totaal personen in particuliere huish... Totaal mannen en vrouwen (aantal) Bevolking naar positie in het huishouden Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind Totaal jongens en meisjes (aantal) Bevolking naar positie in het huishouden Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand Totaal mannen en vrouwen (aantal) Bevolking naar positie in het huishouden Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal mannen en vrouwen (aantal) Bevolking naar positie in het huishouden Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden Totaal mannen en vrouwen (aantal) Bevolking naar positie in het huishouden Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden Totaal mannen en vrouwen (aantal) Bevolking naar positie in het huishouden Personen in institutionele huishoudens Totaal mannen en vrouwen (aantal) Particuliere huishoudens Totaal particuliere huishoudens (aantal)
Prognose 2011 16.441.265 4.580.946 2.705.474 8.386.606 495.176 273.063 213.175 7.447.339
Prognose 2015 16.717.302 4.545.677 2.854.643 8.516.571 522.010 278.401 223.910 7.689.069
Prognose 2020 16.999.992 4.485.309 3.042.073 8.641.691 540.039 290.879 228.816 7.958.893
Prognose 2025 17.246.726 4.447.540 3.232.711 8.713.898 547.020 305.557 241.618 8.194.439
Prognose 2030 17.418.008 4.452.460 3.400.742 8.697.731 548.040 319.035 269.776 8.356.581
Prognose 2035 17.501.068 4.485.022 3.532.100 8.602.369 549.581 331.995 305.912 8.442.895
Prognose 2040 17.500.788 4.502.122 3.623.888 8.477.625 553.599 343.555 340.027 8.477.589
Prognose 2045 17.450.752 4.489.390 3.683.642 8.367.763 556.548 353.408 368.125 8.486.685
Prognose 2050 17.387.636 4.464.373 3.716.754 8.289.619 555.387 361.502 394.134 8.480.509
Prognose 2055 17.336.798 4.449.343 3.720.460 8.248.760 551.424 366.811 413.874 8.460.242
Prognose 2060 17.321.092 4.454.757 3.702.679 8.247.987 546.768 368.900 421.294 8.437.338
Ondergrens 95% prognose-interval 2011 16.395.117 4.486.943 2.482.008 8.114.999 451.291 257.638 187.924 7.303.886
Ondergrens 95% prognose-interval 2015 16.477.358 4.311.799 2.336.057 7.890.007 421.871 243.769 160.729 7.328.918
Ondergrens 95% prognose-interval 2020 16.459.530 4.108.102 2.265.571 7.694.201 400.905 240.419 133.257 7.399.938
Ondergrens 95% prognose-interval 2025 16.383.715 3.911.334 2.247.786 7.474.665 380.390 243.734 117.140 7.426.147
Ondergrens 95% prognose-interval 2030 16.240.441 3.757.584 2.215.012 7.230.916 356.728 245.443 114.750 7.421.490
Ondergrens 95% prognose-interval 2035 15.994.551 3.642.528 2.174.488 6.919.710 335.791 244.704 115.390 7.338.533
Ondergrens 95% prognose-interval 2040 15.689.100 3.528.597 2.139.205 6.608.333 321.334 240.465 116.673 7.245.055
Ondergrens 95% prognose-interval 2045 15.340.375 3.414.166 2.070.648 6.338.293 305.751 238.470 115.624 7.127.379
Ondergrens 95% prognose-interval 2050 15.020.354 3.238.861 1.981.765 6.089.350 288.048 235.066 114.829 6.985.729
Ondergrens 95% prognose-interval 2055 14.611.648 3.114.010 1.893.396 5.908.557 269.254 230.536 112.600 6.843.542
Ondergrens 95% prognose-interval 2060 14.310.694 3.018.373 1.795.696 5.779.641 251.489 223.571 109.964 6.708.845
Bovengrens 95% prognose-interval 2011 16.480.740 4.676.248 2.938.544 8.636.860 540.480 290.765 241.086 7.610.766
Bovengrens 95% prognose-interval 2015 16.947.424 4.778.452 3.390.128 9.128.120 624.171 321.072 289.755 8.066.079
Bovengrens 95% prognose-interval 2020 17.522.530 4.852.699 3.851.511 9.531.398 684.515 356.508 333.860 8.537.971
Bovengrens 95% prognose-interval 2025 18.084.506 5.010.452 4.265.700 9.862.186 720.981 390.423 381.529 8.972.698
Bovengrens 95% prognose-interval 2030 18.614.670 5.171.878 4.653.773 10.115.380 746.802 420.470 448.916 9.294.136
Bovengrens 95% prognose-interval 2035 19.029.100 5.373.309 4.959.798 10.248.899 767.951 452.978 535.157 9.590.800
Bovengrens 95% prognose-interval 2040 19.385.924 5.591.925 5.160.264 10.308.936 793.678 483.015 608.624 9.784.152
Bovengrens 95% prognose-interval 2045 19.746.332 5.770.685 5.375.137 10.448.994 814.387 515.841 665.437 9.996.795
Bovengrens 95% prognose-interval 2050 20.170.846 5.917.356 5.577.768 10.571.323 833.071 545.188 719.769 10.170.710
Bovengrens 95% prognose-interval 2055 20.574.616 6.041.029 5.687.042 10.732.529 852.396 570.335 783.630 10.286.077
Bovengrens 95% prognose-interval 2060 21.000.950 6.236.098 5.738.876 10.931.708 861.810 596.174 813.926 10.441.177
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van de bevolking van Nederland
in huishoudens en particuliere huishoudens in Nederland.
De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.

De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen naar positie in het huishouden, geslacht en prognose-interval;
- Particuliere huishoudens naar prognose-interval;
- Gemiddelde huishoudensgrootte naar prognose-interval;

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per 4 april 2011.
De prognoseperiode loopt van 2011 tot 2060.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In de eerste helft van 2013 komt de nieuwe huishoudensprognose uit.

Toelichting onderwerpen

Bevolking naar positie in het huishouden
Bevolking van Nederland naar positie in het huishouden, 1 januari.
.
Bevolking:
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn
opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont,
opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente.
Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen
vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het
bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende
personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming
in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en
personen die niet legaal in Nederland verblijven.
.
Huishouden:
Particulier of institutioneel huishouden.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden
voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen,
gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire
inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen)
verblijven.
.
Positie in het huishouden:
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de
referentiepersoon van het huishouden.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken
eventueel ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als
deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Personen in particuliere huishoudens
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal personen in partculiere huishoudens.
Totaal mannen en vrouwen
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen
maar geen pleegkinderen.
Totaal jongens en meisjes
Alleenstaand
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden
vormt.
Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook
personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen
huishouding voeren.
Totaal mannen en vrouwen
Samenwonend
Persoon die samen met iemand anders (ongeacht geslacht) als paar, al dan
niet met elkaar gehuwd, al dan niet regeristreerd partners en al dan niet
met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal mannen en vrouwen
Ouder in eenouderhuishouden
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer
thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen,
maar geen pleegkinderen.
Totaal mannen en vrouwen
Overig lid huishouden
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin
inwoont, twee broers die samen één huishouding vormen, of pleegkinderen.
Totaal mannen en vrouwen
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden
voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen,
gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire
inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen)
verblijven.
Totaal mannen en vrouwen
Particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens in Nederland, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal particuliere huishoudens