Huishoudens naar type, 2011-2060

Huishoudens naar type, 2011-2060

Leeftijd referentiepersoon Burgerlijke staat referentiepersoon Perioden Totaal particuliere huishoudens (aantal) Eénpersoonshuishoudens (aantal) Paren (aantal) Eénouderhuishoudens (aantal) Overige huishoudens (aantal)
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2011 7.447.339 2.705.474 4.193.302 495.176 53.387
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2015 7.689.069 2.854.643 4.258.283 522.010 54.133
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2020 7.958.893 3.042.073 4.320.848 540.039 55.933
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2025 8.194.439 3.232.711 4.356.951 547.020 57.757
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2030 8.356.581 3.400.742 4.348.861 548.040 58.938
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2035 8.442.895 3.532.100 4.301.182 549.581 60.032
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2040 8.477.589 3.623.888 4.238.815 553.599 61.287
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2045 8.486.685 3.683.642 4.183.885 556.548 62.610
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2050 8.480.509 3.716.754 4.144.812 555.387 63.556
Totaal leeftijden (15 jaar of ouder) Totaal burgerlijke staat 2055 8.460.242 3.720.460 4.124.381 551.424 63.977
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van particuliere huishoudens in
Nederland naar samenstelling van het huishouden en leeftijd en burgerlijke
staat van de referentiepersoon.
De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per 4 april 2011
De prognose is bijgesteld op basis van de meest recente inzichten, de
prognoseperiode loopt nu van 2011 tot 2060.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In de eerste helft van 2013 komt de nieuwe huishoudensprognose uit.

Toelichting onderwerpen

Totaal particuliere huishoudens
Totaal particuliere huishoudens, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Eénpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishoudens, 1 januari.
.
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Paren
Paren in particuliere huishoudens, 1 januari.
.
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Eénouderhuishoudens
Eenouderhuishoudens, 1 januari.
.
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer
thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overige huishoudens, 1 januari.
.
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.