Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Regio's Perioden Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAO-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: WGA-regeling (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Wajong-uitkering (aantal personen)
Nederland 2022 oktober** 785.420 176.070 233.220 226.240
Nederland 2022 november** 784.850 174.540 233.720 225.800
Nederland 2022 december** 783.380 172.980 234.100 225.170
Nederland 2023 januari** 786.010 172.760 235.860 224.460
Nederland 2023 februari** 794.890 173.400 239.360 227.610
Nederland 2023 maart** 798.790 173.280 241.180 228.050
Nederland 2023 april** 799.610 171.730 242.310 228.660
Nederland 2023 mei** 800.720 170.450 243.360 229.180
Nederland 2023 juni** 792.630 167.680 241.310 225.200
Nederland 2023 juli** 792.870 166.420 241.630 225.640
Nederland 2023 augustus** 793.800 165.200 242.330 226.330
Nederland 2023 september** 794.200 163.880 243.450 226.300
Noord-Nederland (LD) 2022 oktober** 81.070 16.270 17.380 30.260
Noord-Nederland (LD) 2022 november** 80.940 16.100 17.420 30.140
Noord-Nederland (LD) 2022 december** 80.680 15.940 17.420 29.950
Noord-Nederland (LD) 2023 januari** 80.840 15.910 17.520 29.800
Noord-Nederland (LD) 2023 februari** 81.910 15.970 17.810 30.270
Noord-Nederland (LD) 2023 maart** 82.400 15.970 17.960 30.390
Noord-Nederland (LD) 2023 april** 82.530 15.830 18.090 30.490
Noord-Nederland (LD) 2023 mei** 82.740 15.710 18.220 30.590
Noord-Nederland (LD) 2023 juni** 82.010 15.410 18.060 30.180
Noord-Nederland (LD) 2023 juli** 82.100 15.280 18.020 30.290
Noord-Nederland (LD) 2023 augustus** 82.320 15.170 18.140 30.430
Noord-Nederland (LD) 2023 september** 82.410 15.050 18.230 30.470
Oost-Nederland (LD) 2022 oktober** 169.570 35.290 45.920 57.350
Oost-Nederland (LD) 2022 november** 169.420 35.000 46.030 57.240
Oost-Nederland (LD) 2022 december** 169.130 34.660 46.150 57.140
Oost-Nederland (LD) 2023 januari** 169.680 34.630 46.530 56.950
Oost-Nederland (LD) 2023 februari** 171.670 34.810 47.170 57.740
Oost-Nederland (LD) 2023 maart** 172.420 34.790 47.480 57.830
Oost-Nederland (LD) 2023 april** 172.510 34.490 47.620 57.950
Oost-Nederland (LD) 2023 mei** 172.780 34.220 47.810 58.090
Oost-Nederland (LD) 2023 juni** 171.170 33.670 47.400 57.200
Oost-Nederland (LD) 2023 juli** 171.290 33.420 47.440 57.390
Oost-Nederland (LD) 2023 augustus** 171.600 33.180 47.630 57.540
Oost-Nederland (LD) 2023 september** 171.670 32.910 47.840 57.500
West-Nederland (LD) 2022 oktober** 332.830 75.250 108.070 91.740
West-Nederland (LD) 2022 november** 332.720 74.610 108.340 91.660
West-Nederland (LD) 2022 december** 332.150 73.990 108.460 91.480
West-Nederland (LD) 2023 januari** 333.280 73.870 109.250 91.250
West-Nederland (LD) 2023 februari** 337.130 74.150 110.910 92.520
West-Nederland (LD) 2023 maart** 338.780 74.100 111.750 92.670
West-Nederland (LD) 2023 april** 339.290 73.430 112.300 93.000
West-Nederland (LD) 2023 mei** 339.610 72.890 112.710 93.130
West-Nederland (LD) 2023 juni** 335.830 71.670 111.550 91.490
West-Nederland (LD) 2023 juli** 335.550 71.100 111.670 91.390
West-Nederland (LD) 2023 augustus** 335.760 70.570 111.940 91.570
West-Nederland (LD) 2023 september** 335.770 69.970 112.380 91.560
Zuid-Nederland (LD) 2022 oktober** 175.800 39.990 54.000 46.150
Zuid-Nederland (LD) 2022 november** 175.670 39.630 54.080 46.050
Zuid-Nederland (LD) 2022 december** 175.280 39.250 54.160 45.870
Zuid-Nederland (LD) 2023 januari** 175.940 39.200 54.600 45.740
Zuid-Nederland (LD) 2023 februari** 177.720 39.300 55.380 46.350
Zuid-Nederland (LD) 2023 maart** 178.560 39.250 55.860 46.410
Zuid-Nederland (LD) 2023 april** 178.660 38.900 56.130 46.490
Zuid-Nederland (LD) 2023 mei** 178.860 38.610 56.390 46.600
Zuid-Nederland (LD) 2023 juni** 177.030 38.010 56.080 45.600
Zuid-Nederland (LD) 2023 juli** 177.300 37.730 56.210 45.850
Zuid-Nederland (LD) 2023 augustus** 177.430 37.480 56.290 46.030
Zuid-Nederland (LD) 2023 september** 177.540 37.170 56.620 46.030
Groningen (PV) 2022 oktober** 29.690 5.800 6.110 11.210
Groningen (PV) 2022 november** 29.630 5.750 6.130 11.160
Groningen (PV) 2022 december** 29.540 5.700 6.120 11.080
Groningen (PV) 2023 januari** 29.610 5.690 6.170 11.020
Groningen (PV) 2023 februari** 30.010 5.700 6.260 11.210
Groningen (PV) 2023 maart** 30.160 5.690 6.310 11.240
Groningen (PV) 2023 april** 30.210 5.630 6.340 11.290
Groningen (PV) 2023 mei** 30.270 5.580 6.380 11.330
Groningen (PV) 2023 juni** 29.970 5.490 6.310 11.150
Groningen (PV) 2023 juli** 30.020 5.440 6.320 11.210
Groningen (PV) 2023 augustus** 30.110 5.400 6.370 11.260
Groningen (PV) 2023 september** 30.130 5.360 6.420 11.260
Fryslân (PV) 2022 oktober** 25.900 4.990 5.360 10.700
Fryslân (PV) 2022 november** 25.860 4.940 5.390 10.650
Fryslân (PV) 2022 december** 25.790 4.880 5.400 10.580
Fryslân (PV) 2023 januari** 25.860 4.870 5.440 10.540
Fryslân (PV) 2023 februari** 26.210 4.890 5.550 10.700
Fryslân (PV) 2023 maart** 26.370 4.900 5.610 10.730
Fryslân (PV) 2023 april** 26.430 4.850 5.680 10.760
Fryslân (PV) 2023 mei** 26.520 4.810 5.760 10.780
Fryslân (PV) 2023 juni** 26.320 4.720 5.700 10.660
Fryslân (PV) 2023 juli** 26.390 4.680 5.670 10.720
Fryslân (PV) 2023 augustus** 26.460 4.640 5.710 10.760
Fryslân (PV) 2023 september** 26.500 4.590 5.740 10.790
Drenthe (PV) 2022 oktober** 25.490 5.480 5.920 8.350
Drenthe (PV) 2022 november** 25.450 5.420 5.900 8.330
Drenthe (PV) 2022 december** 25.350 5.360 5.900 8.290
Drenthe (PV) 2023 januari** 25.370 5.350 5.910 8.230
Drenthe (PV) 2023 februari** 25.690 5.380 6.000 8.360
Drenthe (PV) 2023 maart** 25.870 5.390 6.040 8.410
Drenthe (PV) 2023 april** 25.890 5.350 6.070 8.450
Drenthe (PV) 2023 mei** 25.950 5.320 6.080 8.480
Drenthe (PV) 2023 juni** 25.710 5.210 6.050 8.370
Drenthe (PV) 2023 juli** 25.690 5.160 6.030 8.370
Drenthe (PV) 2023 augustus** 25.750 5.130 6.060 8.410
Drenthe (PV) 2023 september** 25.770 5.100 6.070 8.420
Overijssel (PV) 2022 oktober** 55.720 11.690 13.320 19.810
Overijssel (PV) 2022 november** 55.650 11.600 13.330 19.770
Overijssel (PV) 2022 december** 55.530 11.490 13.350 19.740
Overijssel (PV) 2023 januari** 55.660 11.490 13.420 19.630
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Deze personen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland woonachtig zijn. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen.
De personen met een uitkering in het kader van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen zijn vanaf 2007 beschikbaar. Het aantal personen dat een uitkering voor ouderdom ontvangt is vanaf 2013 in de tabel opgenomen.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meerdere uitkeringen.
Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).
Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Vanaf oktober 2021 is een stijging te zien van het aantal WGA-uitkeringen. De oorzaak hiervan is een kwaliteitsverbetering van het proces waardoor een groep eigenrisicodragers die eerder ontbraken nu wel meegenomen wordt. Het gaat niet om een stijging in het reguliere aantal WGA-uitkeringen, maar om een stijging in "personen met een WGA-uitkering".
De aantallen zijn uitgesplitst naar verschillende regio's in Nederland en hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat. De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagmaand.

Status van de cijfers
De cijfers kunnen zowel een nader voorlopig als definitief karakter hebben. De maandcijfers zijn ultimo standcijfers. Na een tot twee jaar worden de cijfers definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024:
Toegevoegd zijn:
De nader voorlopige cijfers van juli tot en met september 2023.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in juli 2024.

Toelichting onderwerpen

Uitkeringsontvangers per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en AOW-uitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
Het recht op een uitkering in het kader van een van bovengenoemde wetten vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid, totaal
Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt.
WAO-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De wet geeft werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden recht op een loonvervangende uitkering, zolang zij minimaal 15% arbeidsongeschiktheid zijn.
De WAO is met ingang van 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.
Het recht op een WAO-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: WGA-regeling
Het aantal personen met een lopende WGA-uitkering waar ook daadwerkelijk een bedrag uitgekeerd wordt dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Wajong-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) of de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
De Wajong is een wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Vanaf 1 januari 2010 is de Wajong vervangen door de Wet Wajong. De Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.
Het recht op een Wajong-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden.
In tegenstelling tot de Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen.
Vanaf 2015 staat de Wet Wajong alleen nog open voor jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces.
Jonggehandicapten die nog kunnen werken, maar ondersteuning nodig hebben vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente.
Het recht op een uitkering in het kader van de Wet Wajong vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.