Personen met een uitkering; soort uitkering, 2007-2015 september

Personen met een uitkering; soort uitkering, 2007-2015 september

Perioden Uitkeringsontvangers, totaal Uitkeringsontvangers, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Tot de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Vanaf de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Werkloosheid (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand en bijstandsgerelateerd, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstandsuitkering tot de AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstandsuitkering vanaf de AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd IOAW-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd IOAZ-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd WWIK-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAO-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: WGA-regeling (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: IVA-regeling (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAZ-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Wajong-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering AOW (aantal personen)
2007 december 1.354.050 1.303.410 39.600 191.530 384.630 320.220 36.360 8.720 2.690 2.620 810.940 580.950 28.730 8.540 39.420 161.220 .
2008 december 1.321.200 1.267.850 42.730 173.870 373.720 304.200 39.640 9.520 2.430 2.600 799.450 544.300 43.480 14.030 35.450 170.030 .
2009 december 1.456.400 1.399.750 45.330 272.140 408.150 330.390 42.250 12.150 2.290 3.000 801.980 513.570 60.150 20.490 32.370 183.580 .
2010 december 1.482.350 1.426.730 45.580 268.520 440.070 356.680 45.310 13.790 2.220 3.570 797.020 476.760 77.420 27.890 28.400 194.190 .
2011 december 1.498.070 1.439.870 48.300 275.640 453.120 367.360 48.020 13.540 2.100 3.790 792.040 436.550 98.150 36.060 24.410 204.640 .
2012 december 1.577.460 1.519.880 47.550 351.230 465.090 380.660 47.100 15.120 2.140 0 785.580 397.310 116.410 43.300 20.720 215.970 .
2013 december 1.701.220 1.641.970 47.450 441.420 501.240 413.020 47.010 18.380 2.310 0 787.280 365.520 132.390 52.440 18.040 227.620 .
2014 december* 4.976.390 1.673.070 3.287.290 434.090 525.960 433.670 47.470 22.020 2.410 0 790.560 336.050 145.890 62.620 15.820 239.420 3.301.070
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Deze personen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland woonachtig zijn. Het betreft uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en bijstand, bijstandsgerelateerde uitkeringen en uitkeringen voor het algemeen ouderdomspensioen.
Het aantal personen dat een uitkering voor het algemeen ouderdomspensioen ontvangt is vanaf 2014 in de tabel opgenomen.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meerdere uitkeringen. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.

Gegevens beschikbaar vanaf: Januari 2007.

Status van de cijfers:
De cijfers over de perioden 2007 t/m vierde kwartaal 2013 zijn definitief. De cijfers over het eerste kwartaal 2014 tot en met derde kwartaal 2015 zijn voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 12 mei 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per uitkeringssoort (zie paragraaf 3).

Toelichting onderwerpen

Uitkeringsontvangers, totaal
Personen die een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW), een bijstandswet (Participatiewet, WWB), een bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz), een arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).
Cijfers over het aantal personen dat een AOW-uitkering ontvangt zijn vanaf 2014 toegevoegd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Uitkeringsontvangers, totaal
Het totaal aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet (WW), een bijstandswet (Participatiewet, WWB), een bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz), een arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

In het totaal zijn ook personen met een uitkering meegeteld, waarvan onbekend is op grond van welke wet of regeling zij de uitkering ontvangen.
Tot de AOW- leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet (WW), een bijstandswet (Participatiewet, WWB), een bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz), een arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd
De leeftijd waarop het recht op AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar. Met ingang van 1 januari 2013 gaat deze leeftijd elk jaar met stappen van één of meerdere maanden omhoog.
Van 2013 tot 2016 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd elk jaar met één maand verhoogd en is in 2013 65 jaar en één maand, in 2014 65 jaar en twee maanden en in 2015 65 jaar en drie maanden.
De AOW-gerechtigde leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden per jaar verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden.
Daarmee wordt de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Vanaf de AOW- leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt op grond van een bijstandswet (Participatiewet, WWB) of de Algemene ouderdomswet (AOW).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd
De leeftijd waarop het recht op AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar. Met ingang van 1 januari 2013 gaat deze leeftijd elk jaar met stappen van één of meerdere maanden omhoog.
Van 2013 tot 2016 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd elk jaar met één maand verhoogd en is in 2013 65 jaar en één maand, in 2014 65 jaar en twee maanden en in 2015 65 jaar en drie maanden.
De AOW-gerechtigde leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden per jaar verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden.
Daarmee wordt de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Uitkeringsontvangers per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en AOW-uitkeringen.
Cijfers over het aantal personen dat een AOW-uitkering ontvangt zijn vanaf 2014 toegevoegd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheid
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidwet (WW).
Het betreft hier de ontslagwerkloosheid. Bijzondere WW-uitkeringen als Tijdelijke werktijdverkorting, werkloos door meteorologische omstandigheden en faillissementsuitkeringen zijn buiten beschouwing gelaten.
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Werkloosheidswet (WW)
De WW biedt werknemers een (verplichte) verzekering tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking.
De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde.
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.
Het recht op een WW-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Bijstand en bijstandsgerelateerd
Personen die een uitkering ontvangen op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet.

Bijstandswetten zijn de Participatiewet (vanaf 2015) en de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014).
Bijstandsgerelateerde wetten zijn de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Personen met een uitkering in het kader van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) zijn uitsluitend opgenomen in het totaal aantal personen dat een bijstandsuitkering of bijstandsgerelateerde uitkering ontvangt.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz):
Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is ingesteld om een zelfstandige tijdelijk een uitkering te verstrekken totdat hij weer in zijn eigen levensbehoeften kan voorzien.
Degenen die in aanmerking komen voor het Bbz zijn gevestigde zelfstandigen die tijdelijk in financiële problemen verkeren, of startende zelfstandigen.
Daarnaast biedt het Bbz ook hulp aan oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf of hulp wanneer zelfstandigen hun bedrijf willen beëindigen.

Bijstand en bijstandsgerelateerd, totaal
Het totaal aantal personen dat een bijstandsuitkering (WWB, Participatiewet) of bijstandsgerelateerde uitkering (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz) ontvangt.
In het totaal zijn ook meegeteld de personen met een uitkering, van wie de leeftijd niet bekend is.
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
Bijstandsuitkering tot de AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) of de Participatiewet (vanaf 2015).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd
De leeftijd waarop het recht op AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar. Met ingang van 1 januari 2013 gaat deze leeftijd elk jaar met stappen van één of meerdere maanden omhoog.
Van 2013 tot 2016 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd elk jaar met één maand verhoogd en is in 2013 65 jaar en één maand, in 2014 65 jaar en twee maanden en in 2015 65 jaar en drie maanden.
De AOW-gerechtigde leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden per jaar verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden.
Daarmee wordt de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Wet werk en bijstand (WWB)
De WWB is een wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen).
Uitgangspunt van de wet is dat mensen zoveel mogelijk zelf in hun eigen onderhoud voorzien. De WWB regelt bijstand voor mensen die hiertoe niet in staat zijn en die geen beroep kunnen doen op een ander socialezekerheidswet.
Uitvoering van de wet ligt bij de gemeente, die naast financiële steun ook hulp biedt bij re-integratie in het arbeidsproces.
De WWB is per 1 januari 2015 op enkele punten aangepast en vervangen door de Participatiewet.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de WSW.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.

Wet sociale werkvoorziening (WSW)
Deze wet regelt aangepaste werkgelegenheid voor personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken.
Toegang tot de wet is per 1 januari 2015 afgesloten, personen met een WSW-indicatie vallen van die datum onder de Participatiewet.
De WSW blijft bestaan voor personen die voor 15 mei 2011 een WSW-indicatie hadden.
Voor personen die na 15 mei 2011 een WSW-indicatie hebben gekregen geldt een overgangsregeling.
Een WSW-indicatie vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Bijstandsuitkering vanaf de AOW-leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) of de Participatiewet (vanaf 2015).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd
De leeftijd waarop het recht op AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar. Met ingang van 1 januari 2013 gaat deze leeftijd elk jaar met stappen van één of meerdere maanden omhoog.
Van 2013 tot 2016 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd elk jaar met één maand verhoogd en is in 2013 65 jaar en één maand, in 2014 65 jaar en twee maanden en in 2015 65 jaar en drie maanden.
De AOW-gerechtigde leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden per jaar verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden.
Daarmee wordt de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Wet werk en bijstand (WWB)
De WWB is een wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen).
Uitgangspunt van de wet is dat mensen zoveel mogelijk zelf in hun eigen onderhoud voorzien. De WWB regelt bijstand voor mensen die hiertoe niet in staat zijn en die geen beroep kunnen doen op een ander socialezekerheidswet.
Uitvoering van de wet ligt bij de gemeente, die naast financiële steun ook hulp biedt bij re-integratie in het arbeidsproces.
De WWB is per 1 januari 2015 op enkele punten aangepast en vervangen door de Participatiewet.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de WSW.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.

Wet sociale werkvoorziening (WSW)
Deze wet regelt aangepaste werkgelegenheid voor personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken.
Toegang tot de wet is per 1 januari 2015 afgesloten, personen met een WSW-indicatie vallen van die datum onder de Participatiewet.
De WSW blijft bestaan voor personen die voor 15 mei 2011 een WSW-indicatie hadden.
Voor personen die na 15 mei 2011 een WSW-indicatie hebben gekregen geldt een overgangsregeling.
Een WSW-indicatie vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
IOAW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet inkomensvoorziening oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
De IOAW biedt een inkomensgarantie op het niveau van het sociaal minimum aan oudere werkloze werknemers, van wie het recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd.
De wet is in werking getreden op 1 januari 1987 en is ingrijpend gewijzigd met ingang van 1 januari 1996.
Het recht op een IOAW-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
IOAZ-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ
De IOAZ biedt een inkomensgarantie op het niveau van het sociaal minimum aan gewezen zelfstandigen van 55 jaar en ouder, van wie het inkomen duurzaam minder bedraagt dan het sociaal minimum en die als gevolg daarvan het bedrijf of beroep hebben beëindigd.
De wet is in werking getreden op 1 januari 1987 en is ingrijpend gewijzigd met ingang van 1 januari 1996.
Het recht op een IOAZ-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WWIK-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
De WWIK was een wet die van kracht was van 1 januari 2005 tot 1 januari 2012.
Doel van de WWIK was kunstenaars bij aanvang en/of tijdens terugval in inkomsten financieel te ondersteunen voor maximaal vier jaar, vallend binnen een periode van tien jaar.
Alle personen die getoetst werden als scheppende, uitvoerende en toegepast werkende kunstenaar en (nog) niet in eigen behoefte konden voorzien, konden aanspraak maken op een WWIK- uitkering.
De wet volgde op de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK, 1999 tot 2005) en de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR, 1956 tot1987).
Arbeidsongeschiktheid
Personen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen.
Het gaat om uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
Het recht op een uitkering op grond van een van bovengenoemde wetten vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid, totaal
Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt.
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
WAO-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De wet geeft werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden recht op een loonvervangende uitkering, zolang zij minimaal 15% arbeidsongeschiktheid zijn.
De WAO is met ingang van 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.
Het recht op een WAO-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: WGA-regeling
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: IVA-regeling
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WAZ-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
De WAZ is een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.
De WAZ is met ingang van 1 augustus 2004 geblokkeerd. Zelfstandigen die op of na die datum ziek worden, kunnen geen aanspraak meer maken op een uitkering in het kader van de WAZ. Voor de mensen, die al een WAZ-uitkering hadden, is er niets veranderd.
Het recht op een WAZ-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.




Wajong-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) of de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
De Wajong is een wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Vanaf 1 januari 2010 is de Wajong vervangen door de Wet Wajong. De Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.
Het recht op een Wajong-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden.
In tegenstelling tot de Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen.
Vanaf 2015 staat de Wet Wajong alleen nog open voor jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces.
Jonggehandicapten die nog kunnen werken, maar ondersteuning nodig hebben vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente.
Het recht op een uitkering op grond van de Wet Wajong vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

AOW
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd
De leeftijd waarop het recht op AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar. Met ingang van 1 januari 2013 gaat deze leeftijd elk jaar met stappen van één of meerdere maanden omhoog.
Van 2013 tot 2016 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd elk jaar met één maand verhoogd en is in 2013 65 jaar en één maand, in 2014 65 jaar en twee maanden en in 2015 65 jaar en drie maanden.
De AOW-gerechtigde leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden per jaar verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden.
Daarmee wordt de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.