Landbouw; economische omvang naar omvangsklasse, hoofdbedrijfstype, regio

Landbouw; economische omvang naar omvangsklasse, hoofdbedrijfstype, regio

SO-klassen Bedrijfstypen Regio's Perioden Aantal bedrijven (aantal) Economische omvang (SO) (1 000 euro)
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Nederland 2023 24.410 8.941.964
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 5.910 2.619.511
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 9.365 3.194.678
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 5.165 1.587.771
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 3.975 1.540.004
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 1.125 530.587
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 3.355 1.528.359
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 1.425 560.565
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 4.380 1.419.934
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 230 148.952
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 4.750 1.625.793
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 1.695 528.163
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 1.500 466.894
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 1.620 472.172
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 350 120.541
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 3.150 1.261.515
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2023 825 278.489
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Nederland 2023 4.150 56.168
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 800 10.889
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 1.655 22.605
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 915 12.523
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 780 10.151
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 140 1.898
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 395 5.498
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 265 3.494
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 770 10.627
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 5 99
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 875 11.878
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 270 3.774
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 265 3.590
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 300 4.163
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 80 996
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 585 7.527
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2023 195 2.624
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Nederland 2023 4.665 236.540
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 960 49.975
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 1.875 94.330
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 1.085 55.106
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 745 37.129
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 195 10.758
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 520 26.748
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 245 12.468
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 860 43.224
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 25 1.386
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 990 49.720
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 330 16.524
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 350 18.218
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 345 17.006
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 60 3.359
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 575 28.667
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2023 170 8.462
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Nederland 2023 2.485 428.670
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 475 80.289
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 1.000 174.030
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 670 117.304
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 335 57.046
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 90 15.021
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 270 45.910
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 115 19.359
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 420 72.633
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 15 3.060
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 560 98.338
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 220 39.950
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 195 33.055
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 215 37.291
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 45 7.008
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 250 43.197
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2023 85 13.849
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Nederland 2023 6.085 2.282.793
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 1.460 557.519
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 2.360 884.646
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 1.370 499.640
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 900 340.988
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 250 95.113
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 905 346.015
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 305 116.391
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 1.250 465.478
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 55 22.027
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 1.055 397.141
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 525 192.364
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 335 122.557
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 440 158.338
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 70 26.381
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 720 273.371
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2023 180 67.617
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Nederland 2023 5.535 3.738.328
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 1.715 1.164.185
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 1.960 1.311.254
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 925 622.969
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 930 639.920
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 330 222.476
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 990 676.627
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 395 265.083
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 910 599.896
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 85 57.438
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 970 653.920
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 295 194.373
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 285 195.946
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 265 179.756
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 75 52.894
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft informatie over het aantal landbouwbedrijven in Nederland, de economische omvang van de bedrijven en de oppervlakte cultuurgrond in gebruik bij deze bedrijven, per klasse van economische omvang van de bedrijven.
Deze informatie wordt gepresenteerd voor verschillende regionale niveaus en voor de diverse hoofdbedrijfstypen.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2020 geldt de SO2017, gebaseerd op de jaren 2015 tot en met 2019 (zie ook de toelichting bij SO: Standaard Opbrengst).

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.
De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Aantal bedrijven
Bedrijven die landbouwproducten voor de markt voortbrengen, met hoofdvestiging in Nederland, en een economische omvang >= 3000 euro SO (Standaard Opbrengst).
_
Bedrijven < 3000 euro SO zijn zeer klein, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld slechts 1 melkkoe of 1 are paprika.
_
Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte Eenheid). Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. De oorspronkelijke ondergrens (3 NGE) is echter gehandhaafd, waardoor de populatie ongewijzigd is gebleven.
_
Met ingang van 2016 wordt bij de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Dit heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).
_
Voor meer uitleg over de afbakening van de Landbouwtelling en de SO wordt verwezen naar de tabeltoelichting.
Economische omvang (SO)
De economische omvang van de Nederlandse landbouwbedrijven, uitgedrukt in euro SO (Standaard Opbrengst).
Met ingang van 2013 zijn de SO-normen geactualiseerd. De eerstvolgende actualisering vind plaats in 2016.

_
Voor meer uitleg over SO wordt verwezen naar de tabeltoelichting.