Regionale prognose huishoudens; 2009-2040

Regionale prognose huishoudens; 2009-2040

Regio's 2009 Perioden Totaal huishoudens Totaal huishoudens (x 1 000) Totaal huishoudens Eenpersoonshuishoudens (x 1 000) Totaal huishoudens Paren (x 1 000) Totaal huishoudens Eenouderhuishoudens (x 1 000) Totaal huishoudens Overige huishoudens (x 1 000) Autochtone referentiepersoon Totaal huishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Totaal huishoudens (x 1 000)
Nederland 2020 7.860,1 3.009,2 4.279,7 516,8 54,3 6.096,9 952,0
Noord-Nederland (LD) 2020 809,1 301,6 453,0 48,6 5,8 698,1 55,6
Oost-Nederland (LD) 2020 1.619,7 583,6 926,0 99,7 10,5 1.320,8 157,9
West-Nederland (LD) 2020 3.777,7 1.515,8 1.970,2 264,6 27,1 2.754,0 592,5
Zuid-Nederland (LD) 2020 1.653,5 608,3 930,5 103,9 10,8 1.324,0 146,0
Groningen (PV) 2020 288,4 120,9 146,8 17,9 2,8 242,6 24,4
Friesland (PV) 2020 297,0 105,1 173,3 16,7 1,9 260,3 18,2
Drenthe (PV) 2020 223,7 75,6 132,9 14,0 1,2 195,2 13,0
Overijssel (PV) 2020 510,5 181,4 295,1 30,7 3,2 422,7 46,2
Flevoland (PV) 2020 187,8 65,0 107,1 14,2 1,4 137,2 34,0
Gelderland (PV) 2020 921,5 337,1 523,8 54,7 6,0 760,8 77,7
Utrecht (PV) 2020 589,7 224,5 321,9 38,8 4,5 458,8 74,2
Noord-Holland (PV) 2020 1.324,6 556,7 662,8 95,6 9,4 950,1 211,1
Zuid-Holland (PV) 2020 1.690,1 672,6 885,2 120,1 12,2 1.204,3 294,7
Zeeland (PV) 2020 173,4 62,0 100,3 10,0 1,0 140,7 12,5
Noord-Brabant (PV) 2020 1.135,5 412,8 644,6 70,7 7,4 919,6 106,4
Limburg (PV) 2020 518,0 195,5 286,0 33,2 3,4 404,4 39,6
Oost-Groningen (CR) 2020 68,7 23,3 40,9 4,1 0,4 60,0 4,1
Delfzijl en omgeving (CR) 2020 21,1 7,4 12,4 1,2 0,1 17,6 1,8
Overig Groningen (CR) 2020 198,6 90,2 93,6 12,7 2,2 165,0 18,4
Noord-Friesland (CR) 2020 153,9 57,2 86,6 9,0 1,1 134,0 10,2
Zuidwest-Friesland (CR) 2020 47,9 15,9 29,1 2,6 0,3 42,0 2,6
Zuidoost-Friesland (CR) 2020 95,2 32,0 57,6 5,2 0,5 84,3 5,5
Noord-Drenthe (CR) 2020 87,5 30,0 51,1 6,0 0,4 76,8 5,0
Zuidoost-Drenthe (CR) 2020 77,7 26,0 46,6 4,6 0,4 66,9 4,5
Zuidwest-Drenthe (CR) 2020 58,5 19,5 35,3 3,4 0,3 51,5 3,4
Noord-Overijssel (CR) 2020 160,8 56,2 94,1 9,5 1,0 139,8 11,5
Zuidwest-Overijssel (CR) 2020 70,0 25,0 40,2 4,3 0,4 58,0 7,0
Twente (CR) 2020 279,7 100,2 160,7 16,9 1,8 225,0 27,8
Veluwe (CR) 2020 291,9 104,2 169,8 16,3 1,6 244,7 23,5
Achterhoek (CR) 2020 176,1 58,2 106,9 10,0 1,0 150,0 11,5
Arnhem/Nijmegen (CR) 2020 354,5 144,0 185,3 22,4 2,8 281,8 35,0
Zuidwest-Gelderland (CR) 2020 99,0 30,6 61,8 6,0 0,6 84,3 7,7
Utrecht (CR) 2020 589,7 224,5 321,9 38,8 4,5 458,8 74,2
Kop van Noord-Holland (CR) 2020 170,8 58,6 100,9 10,2 1,0 142,4 13,8
Alkmaar en omgeving (CR) 2020 108,8 39,8 61,5 6,8 0,7 87,6 10,9
IJmond (CR) 2020 87,2 30,8 50,5 5,3 0,5 70,5 7,7
Agglomeratie Haarlem (CR) 2020 106,6 43,4 55,1 7,4 0,7 81,5 12,4
Zaanstreek (CR) 2020 76,9 27,7 43,0 5,7 0,4 56,8 12,4
Groot-Amsterdam (CR) 2020 660,1 313,0 289,1 52,8 5,3 421,4 143,0
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2020 114,2 43,4 62,7 7,4 0,8 89,9 11,0
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2020 193,4 77,1 103,2 11,7 1,4 151,6 20,0
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2020 402,9 175,6 191,7 32,6 3,1 247,0 92,0
Delft en Westland (CR) 2020 108,8 44,8 56,4 6,7 0,9 82,1 14,5
Oost-Zuid-Holland (CR) 2020 142,4 47,7 85,6 8,3 0,8 116,0 14,5
Groot-Rijnmond (CR) 2020 664,4 266,4 343,7 49,5 4,9 466,0 133,4
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2020 178,2 61,0 104,7 11,4 1,1 141,7 20,3
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2020 48,5 17,3 28,0 2,9 0,3 37,4 3,1
Overig Zeeland (CR) 2020 124,9 44,6 72,4 7,1 0,7 103,3 9,3
West-Noord-Brabant (CR) 2020 286,7 105,6 160,5 18,7 1,8 227,7 28,2
Midden-Noord-Brabant (CR) 2020 216,8 83,4 118,3 13,6 1,5 175,5 22,2
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2020 287,2 98,7 169,5 17,3 1,8 238,9 24,1
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2020 344,8 125,2 196,3 21,1 2,3 277,5 31,9
Noord-Limburg (CR) 2020 124,7 43,5 72,8 7,6 0,8 100,0 10,6
Midden-Limburg (CR) 2020 104,1 36,4 60,8 6,3 0,6 83,1 8,1
Zuid-Limburg (CR) 2020 289,2 115,6 152,4 19,3 1,9 221,2 21,0
Flevoland (CR) 2020 187,8 65,0 107,1 14,2 1,4 137,2 34,0
Groningen (SG) 2020 185,4 84,8 86,2 12,3 2,0 154,8 16,7
Leeuwarden (SG) 2020 79,5 33,0 41,0 4,9 0,6 67,9 6,2
Zwolle (SG) 2020 85,6 31,8 48,1 5,1 0,5 72,5 7,0
Enschede (SG) 2020 150,0 58,4 81,2 9,4 1,1 115,0 17,6
Apeldoorn (SG) 2020 96,7 33,7 56,9 5,7 0,5 80,7 7,6
Arnhem (SG) 2020 172,5 66,4 93,4 11,4 1,4 136,6 18,2
Nijmegen (SG) 2020 149,4 67,0 72,0 9,1 1,3 118,4 14,5
Amersfoort (SG) 2020 129,0 43,6 76,4 8,1 0,7 103,0 15,2
Utrecht (SG) 2020 314,2 131,3 158,0 21,9 2,9 233,8 46,9
Amsterdam (SG) 2020 794,2 363,3 360,4 64,2 6,3 509,5 174,6
Haarlem (SG) 2020 193,8 74,3 105,6 12,7 1,2 152,0 20,1
Leiden (SG) 2020 162,4 67,2 84,1 9,9 1,2 125,9 17,6
's-Gravenhage (SG) 2020 511,8 220,5 248,1 39,2 4,0 329,1 106,5
Rotterdam (SG) 2020 579,1 241,2 288,6 44,9 4,5 391,9 127,5
Dordrecht (SG) 2020 130,4 45,3 75,7 8,5 0,8 102,6 15,4
Breda (SG) 2020 152,4 59,1 82,2 10,1 1,1 118,8 15,5
Tilburg (SG) 2020 144,8 60,5 73,6 9,6 1,1 114,2 17,1
's-Hertogenbosch (SG) 2020 91,8 35,2 50,2 5,9 0,5 74,3 8,9
Eindhoven (SG) 2020 199,9 78,0 107,5 13,0 1,4 154,6 21,8
Geleen/Sittard (SG) 2020 70,6 25,9 39,5 4,8 0,4 55,7 4,8
Heerlen (SG) 2020 118,3 45,5 64,2 7,9 0,7 88,5 7,9
Maastricht (SG) 2020 89,0 40,1 42,3 5,9 0,7 68,9 7,5
Groningen (GA) 2020 122,2 64,8 47,4 8,4 1,7 98,4 13,4
Leeuwarden (GA) 2020 50,1 24,0 22,2 3,4 0,5 41,5 4,5
Zwolle (GA) 2020 61,5 24,8 32,3 4,0 0,4 51,0 5,8
Enschede (GA) 2020 77,1 33,0 38,3 5,2 0,6 57,2 10,3
Apeldoorn (GA) 2020 72,3 26,1 41,4 4,5 0,3 59,5 6,2
Arnhem (GA) 2020 78,5 36,7 35,3 5,7 0,8 57,2 11,8
Nijmegen (GA) 2020 96,9 50,1 39,6 6,2 1,0 74,6 11,0
Amersfoort (GA) 2020 84,0 29,3 48,6 5,6 0,5 65,3 11,3
Utrecht (GA) 2020 238,4 103,6 114,9 17,4 2,5 171,9 40,2
Amsterdam (GA) 2020 574,2 286,8 234,8 47,9 4,7 350,6 136,7
Haarlem (GA) 2020 95,8 39,0 49,5 6,6 0,6 72,9 11,5
Leiden (GA) 2020 124,9 54,4 62,0 7,6 0,9 94,9 15,1
's-Gravenhage (GA) 2020 325,5 149,4 146,6 26,9 2,6 190,0 80,3
Rotterdam (GA) 2020 493,2 213,5 235,8 40,0 4,0 321,1 119,7
Dordrecht (GA) 2020 109,9 39,7 62,1 7,4 0,7 85,3 13,8
Breda (GA) 2020 87,3 37,8 42,8 6,1 0,6 65,1 10,3
Tilburg (GA) 2020 115,1 50,9 55,2 8,1 0,9 89,6 14,3
's-Hertogenbosch (GA) 2020 79,8 31,5 42,6 5,3 0,5 63,8 8,2
Eindhoven (GA) 2020 162,0 65,7 84,2 10,9 1,2 123,0 19,1
Geleen/Sittard (GA) 2020 64,8 24,1 35,7 4,5 0,4 51,1 4,4
Heerlen (GA) 2020 97,5 38,7 51,5 6,8 0,6 71,7 6,9
Bron: CBS, PBL
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de verwachte toekomstige
omvang en ontwikkeling van huishoudens in Nederland naar
samenstelling en herkomstgroepering van de
referentiepersoon
per regio.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2010
Frequentie: Stopgezet per 12 oktober 2011

Status van de cijfers
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende
prognosecijfers.

Wijzigingen per 15 oktober 2009
De nieuwe prognose is bijgesteld op basis van de meest
recente inzichten.
De prognoseperiode loopt nu van 2009 tot 2040.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In 2011 komt de nieuwe regionale prognose uit.

Toelichting onderwerpen

Totaal huishoudens
Het betreft hier particuliere huishoudens.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Paren
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
Eenouderhuishoudens
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
Autochtone referentiepersoon
Particuliere huishoudens met een autochtone referentiepersoon.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Totaal huishoudens
Huishoudens: niet-westers allochtoon
Particuliere huishoudens met een niet-westerse allochtone
referentiepersoon.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
.
Allochtoon:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
.
Niet-westerse allochtoon:
Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Afrika,
Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op
grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden
allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn
geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Totaal huishoudens