Paren en eenouders naar kindertal, 2009-2050

Paren en eenouders naar kindertal, 2009-2050

Leeftijd Perioden Kindertal van paren Totaal paren (aantal) Kindertal van paren Geen kinderen (aantal) Kindertal van paren 1 kind (aantal) Kindertal van paren 2 kinderen (aantal) Kindertal van paren 3 of meer kinderen (aantal) Kindertal van eenouderhuishoudens Totaal eenouderhuishoudens (aantal) Kindertal van eenouderhuishoudens 1 kind (aantal) Kindertal van eenouderhuishoudens 2 kinderen (aantal) Kindertal van eenouderhuishoudens 3 of meer kinderen (aantal)
Totaal over alle leeftijden 2050 4.035.041 2.051.543 760.297 911.903 311.298 525.271 311.200 169.259 44.812
15 tot 25 jaar 2050 73.052 61.738 8.337 2.392 585 15.372 12.411 2.608 353
25 tot 35 jaar 2050 564.558 294.124 133.230 109.726 27.478 69.917 39.288 23.210 7.419
35 tot 45 jaar 2050 751.439 136.202 127.362 355.127 132.748 126.155 53.447 54.945 17.763
45 tot 55 jaar 2050 787.039 159.455 177.551 328.906 121.127 171.740 93.655 62.926 15.159
55 tot 65 jaar 2050 694.763 353.548 216.973 98.757 25.485 91.534 67.471 20.502 3.561
65 tot 75 jaar 2050 536.435 452.740 67.536 12.952 3.207 24.097 21.252 2.603 242
75 tot 85 jaar 2050 457.744 431.160 22.662 3.361 561 15.707 14.066 1.434 207
85 tot 95 jaar 2050 161.864 154.741 6.358 662 103 9.290 8.281 914 95
95 jaar of ouder 2050 8.147 7.835 288 20 4 1.459 1.329 117 13
15 tot 20 jaar 2050 5.219 4.713 333 109 64 1.530 1.441 89 0
20 tot 25 jaar 2050 67.833 57.025 8.004 2.283 521 13.842 10.970 2.519 353
25 tot 30 jaar 2050 231.559 159.096 45.982 21.995 4.486 28.916 18.796 7.987 2.133
30 tot 35 jaar 2050 332.999 135.028 87.248 87.731 22.992 41.001 20.492 15.223 5.286
35 tot 40 jaar 2050 368.157 76.444 71.648 164.203 55.862 54.119 22.739 23.315 8.065
40 tot 45 jaar 2050 383.282 59.758 55.714 190.924 76.886 72.036 30.708 31.630 9.698
45 tot 50 jaar 2050 402.241 72.005 66.761 188.225 75.250 88.862 43.488 36.208 9.166
50 tot 55 jaar 2050 384.798 87.450 110.790 140.681 45.877 82.878 50.167 26.718 5.993
55 tot 60 jaar 2050 368.292 149.720 128.880 71.126 18.566 60.404 42.957 14.583 2.864
60 tot 65 jaar 2050 326.471 203.828 88.093 27.631 6.919 31.130 24.514 5.919 697
65 tot 70 jaar 2050 284.379 228.005 44.584 9.413 2.377 14.795 13.006 1.660 129
70 tot 75 jaar 2050 252.056 224.735 22.952 3.539 830 9.302 8.246 943 113
75 tot 80 jaar 2050 248.407 232.269 13.761 2.057 320 8.275 7.394 771 110
80 tot 85 jaar 2050 209.337 198.891 8.901 1.304 241 7.432 6.672 663 97
85 tot 90 jaar 2050 121.510 116.066 4.805 557 82 5.894 5.244 587 63
90 tot 95 jaar 2050 40.354 38.675 1.553 105 21 3.396 3.037 327 32
95 jaar of ouder 2050 8.147 7.835 288 20 4 1.459 1.329 117 13
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van het aantal huishoudens naar huishoudensgrootte.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2009 - 2050.

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende prognosecijfers.
De gegevens van deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 4 mei 2018.
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Kindertal van paren
Kindertal van paren
Paren bestaan uit personen die - al dan niet gehuwd - een
gemeenschappelijke huishouding voeren met een vaste partner.
Het gaat hierbij om thuiswonende kinderen.
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen
maar geen pleegkinderen.
Geen kinderen
Paren zonder thuiswonende kinderen.
1 kind
Paren met 1 thuiswonend kind.
2 kinderen
Paren met 2 thuiswonende kinderen.
3 of meer kinderen
Paren met 3 of meer thuiswonende kinderen.
Totaal paren
Geen kinderen
Paren zonder kinderen.
1 kind
Paren met 1 kind.
2 kinderen
Paren met 2 kinderen.
3 of meer kinderen
Paren met 3 of meer kinderen.
Kindertal van eenouderhuishoudens
Kindertal van eenouderhuishoudens
Eenouderhuishoudens vormen een huishoudens met één ouder tezamen
met een of meer thuiswonende kinderen.
Thuiswonend kind:
1 kind
Eenouderhuishoudens met één thuiswonend kind.
2 kinderen
Eenouderhuishoudens met twee thuiswonende kinderen.
3 of meer kinderen
Eenouderhuishoudens met drie of meer thuiswonende kinderen.
Totaal eenouderhuishoudens
1 kind
Eenouderhuishoudens met één kind.
2 kinderen
Eenouderhuishoudens met twee kinderen.
3 of meer kinderen
Eenouderhuishoudens met drie of meer kinderen.