Motorbrandstoffen voor vervoer; afzet, gewicht, volume 1946 - aug 2016

Motorbrandstoffen voor vervoer; afzet, gewicht, volume 1946 - aug 2016

Soort afzet Perioden Motorbrandstoffen in petajoule Scheepvaart Gasolie en lichte stookolie Afzet aan binnenvaart (PJ) Motorbrandstoffen in fysieke eenheden Scheepvaart Gasolie en lichte stookolie Afzet aan binnenvaart (mln kg)
Totaal afzet 2015 september* 4,0 93
Totaal afzet 2015 oktober* 4,1 95
Totaal afzet 2015 november* 4,0 94
Totaal afzet 2015 december* 4,9 114
Totaal afzet 2016 januari* 4,0 93
Totaal afzet 2016 februari* 4,0 94
Totaal afzet 2016 maart* 4,4 103
Totaal afzet 2016 april* 4,0 94
Totaal afzet 2016 mei* 3,9 92
Totaal afzet 2016 juni* 4,3 100
Totaal afzet 2016 juli* 3,6 85
Totaal afzet 2016 augustus* 3,7 86
Afzet voor finaal verbruik 2015 september* 1,2 29
Afzet voor finaal verbruik 2015 oktober* 1,1 27
Afzet voor finaal verbruik 2015 november* 1,2 29
Afzet voor finaal verbruik 2015 december* 2,0 46
Afzet voor finaal verbruik 2016 januari* 1,0 24
Afzet voor finaal verbruik 2016 februari* 1,2 28
Afzet voor finaal verbruik 2016 maart* 1,6 37
Afzet voor finaal verbruik 2016 april* 1,1 26
Afzet voor finaal verbruik 2016 mei* 1,2 27
Afzet voor finaal verbruik 2016 juni* 1,6 37
Afzet voor finaal verbruik 2016 juli* 1,0 23
Afzet voor finaal verbruik 2016 augustus* 1,0 23
Afzet voor bunkers 2015 september* 2,7 64
Afzet voor bunkers 2015 oktober* 2,9 68
Afzet voor bunkers 2015 november* 2,8 66
Afzet voor bunkers 2015 december* 2,9 68
Afzet voor bunkers 2016 januari* 2,9 68
Afzet voor bunkers 2016 februari* 2,8 66
Afzet voor bunkers 2016 maart* 2,8 66
Afzet voor bunkers 2016 april* 2,9 68
Afzet voor bunkers 2016 mei* 2,8 64
Afzet voor bunkers 2016 juni* 2,7 63
Afzet voor bunkers 2016 juli* 2,7 63
Afzet voor bunkers 2016 augustus* 2,7 63
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft informatie over de afzet in Nederland van motorbrandstoffen voor vervoer. Een deel van de afzet is bestemd voor verbruik in Nederland en voor het internationale wegverkeer. Dit wordt het finaal verbruik genoemd. Het andere deel is bestemd voor internationaal vervoer over zee en door de lucht. Deze post wordt van oudsher bunkers genoemd.

De tabel bevat cijfers over alle soorten vervoer. Landbouwwerktuigen en mobiele werktuigen vallen niet onder het vervoer. Per vervoerscategorie worden cijfers voor de relevante motorbrandstoffen gegeven. Pure biobrandstoffen voor het wegverkeer zijn in deze tabel niet opgenomen. Bijgemengde biobrandstoffen zijn inbegrepen in de afzet van motorbenzine en autodiesel. Biobrandstoffen zijn producten die zijn gewonnen uit landbouwgewassen.

De afzet van motorbrandstoffen wordt uitgedrukt in energie (petajoule) en fysieke eenheden (miljoen kg of miljoen kWh). Voor het wegverkeer wordt de afzet ook in volume (miljoen liter) gepubliceerd.
Verder zijn gegevens (in petajoule) opgenomen voor totaal vervoer, totaal wegverkeer, totaal scheepvaart, totaal luchtvaart en totaal railverkeer. Voor fysieke eenheden is dit niet mogelijk, omdat verschillende eenheden (bijvoorbeeld kg en kWh) niet optelbaar zijn.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1946

Status van de cijfers
Gegevens van 1946 tot en met december 2013 zijn definitief.
Gegevens vanaf januari 2014 zijn voorlopig.

Wijziging per 14 december 2016
Geen, deze tabel is stopgezet. Zie voor meer informatie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Motorbrandstoffen in petajoule
Hoeveelheden in petajoule van stoffen die worden verbrand voor de aandrijving van voertuigen die personen of goederen verplaatsen. Hiertoe behoren motorbenzine, autodiesel, kerosine, aardgas, elektriciteit en stookolie. Pure biobrandstoffen voor het wegverkeer zijn in deze tabel niet opgenomen. Bijgemengde biobrandstoffen zijn inbegrepen in de afzet van motorbenzine en autodiesel.
Een joule is een eenheid van energie die overeenkomt met 0,24 calorie. Eén PJ is 1 000 000 000 000 000 joule (een 1 met 15 nullen) en komt overeen met 31,6 miljoen kubieke meter aardgas of 278 miljoen kilowattuur elektriciteit.
Scheepvaart
Alle vervoer van personen en goederen via waterwegen, zoals binnen-, zee- en kustvaart. Visserij valt hier niet onder.

Van 1955 tot en met 1960 is de afzet van gasolie aan de scheepvaart inclusief de visserij.
Gasolie en lichte stookolie
Olie voor gebruik buiten het wegverkeer, bijvoorbeeld voor lichtere scheepsmotoren, dieseltreinen en andere dieselmotoren, zoals in landbouwwerktuigen en bouwmaterieel. Het kookpunt van gasolie ligt tussen 180 en 380 graden Celsius, dat van lichte stookolie loopt op tot 540 graden Celsius. De lichte stookolie, waaronder huisbrandolie, wordt vooral in de industrie gebruikt. De gasolie voor landbouwwerktuigen wordt ook wel rode diesel genoemd, naar de kleurstof die is toegevoegd om aan te geven dat het accijnsvrij is. Qua samenstelling is het nagenoeg gelijk aan autodiesel.
Afzet aan binnenvaart
De afzet van gasolie en lichte stookolie voor alle typen schepen die op de binnenwateren varen. Hierbij is inbegrepen de afzet die is bestemd voor binnenvisserij en recreatievaart. Van 1956 tot en met 1960 is alle afzet voor finaal verbruik van gasolie aan de binnenvaart inbegrepen bij de afzet aan de handelaren scheepvaart. Van 1961 tot en met 1981 is dit voor een onbekend deel het geval. Van 1955 tot en met 1978 is alle afzet voor bunkers van gasolie door de binnenvaart inbegrepen bij de afzet voor bunkers aan de handelaren scheepvaart. Vanaf 1979 is dit voor een onbekend deel het geval.
Motorbrandstoffen in fysieke eenheden
Hoeveelheden in miljoenen kg, miljoenen kWh of miljoenen m3 van stoffen die worden verbrand voor de aandrijving van voertuigen die personen of goederen verplaatsen. Hiertoe behoren motorbenzine, autodiesel, kerosine, aardgas, elektriciteit en stookolie. Pure biobrandstoffen voor het wegverkeer zijn in deze tabel niet opgenomen. Bijgemengde biobrandstoffen zijn inbegrepen in de afzet van motorbenzine en autodiesel.
Scheepvaart
Alle vervoer van personen en goederen via waterwegen, zoals binnen-, zee- en kustvaart. Visserij valt hier niet onder.

Van 1955 tot en met 1960 is de afzet van gasolie aan de scheepvaart inclusief de visserij.
Gasolie en lichte stookolie
Olie voor gebruik buiten het wegverkeer, bijvoorbeeld voor lichtere scheepsmotoren, dieseltreinen en andere dieselmotoren, zoals in landbouwwerktuigen en bouwmaterieel. Het kookpunt van gasolie ligt tussen 180 en 380 graden Celsius, dat van lichte stookolie loopt op tot 540 graden Celsius. De lichte stookolie, waaronder huisbrandolie, wordt vooral in de industrie gebruikt. De gasolie voor landbouwwerktuigen wordt ook rode diesel genoemd, naar de kleurstof die is toegevoegd om aan te geven dat het accijnsvrij is. Qua samenstelling is het nagenoeg gelijk aan autodiesel.
Afzet aan binnenvaart
De afzet van gasolie en lichte stookolie voor alle typen schepen die op de binnenwateren varen. Hierbij is inbegrepen de afzet die is bestemd voor binnenvisserij en recreatievaart. Van 1956 tot en met 1960 is alle afzet voor finaal verbruik van gasolie aan de binnenvaart inbegrepen bij de afzet aan de handelaren scheepvaart. Van 1961 tot en met 1981 is dit voor een onbekend deel het geval. Van 1955 tot en met 1978 is alle afzet voor bunkers van gasolie door de binnenvaart inbegrepen bij de afzet voor bunkers aan de handelaren scheepvaart. Vanaf 1979 is dit voor een onbekend deel het geval.