Nationale Rekeningen 2009; Macro-economische gegevens

Nationale Rekeningen 2009; Macro-economische gegevens

Soort cijfers Perioden Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de productie Productie (basisprijzen) Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de productie Intermediair verbruik (-) Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de productie Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de productie Verschil toegerekende en afgedragen btw Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de productie BINNENLANDS PRODUCT (BRUTO,MARKTPRIJZEN) Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de inkomensvorming BINNENLANDS PRODUCT (BRUTO,MARKTPRIJZEN) Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de inkomensvorming Beloning van werknemers Totale economie Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de inkomensvorming Beloning van werknemers ...Lonen Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de inkomensvorming Beloning van werknemers ...Sociale premies t.l.v. werkgevers Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de finale bestedingen Consumptieve bestedingen Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de finale bestedingen Investeringen in vaste activa (bruto) Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de finale bestedingen Veranderingen in voorraden Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de finale bestedingen BINNENLANDS PRODUCT (BRUTO,MARKTPRIJZEN) Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Totale economie Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten ...Goederen Opbouw macro economische saldi Binnenlands product Vanuit de finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten ...Diensten Opbouw macro economische saldi Binnenl. product naar vorderingensaldo SALDO LOPENDE TRANSACTIES MET HET BTL. Opbouw macro economische saldi Binnenl. product naar vorderingensaldo Saldo uit btl. ontvangen kapitaaloverdr. Opbouw macro economische saldi Binnenl. product naar vorderingensaldo NATIONAAL VORDERINGENSALDO ...Verandering van vorderingen btl. Macro economische classificaties Beloning van werknemers Totale economie Macro economische classificaties Investeringen in vaste activa (bruto) Naar bedrijfstakken Verkoop van gebruikte vaste activa (-) Macro economische classificaties Investeringen in vaste activa (bruto) Naar type Verkoop van gebruikte vaste activa (-) Macro economische classificaties Invoer van goederen en diensten Totale economie Macro economische classificaties Invoer van goederen en diensten Intermediair verbruik ......Metaal-, elektro-, transp. ind. Macro economische classificaties Uitvoer van goederen en diensten Totale economie Macro economische classificaties Uitvoer van goederen en diensten Naar bedrijfstakken ...Metaal-, elektro-, transp. ind.
Lopende prijzen, mln euro 2009* 1.092.462 582.843 509.619,0 2.759 571.979,0 571.979,0 298.130 233.178 64.952 425.239,0 108.906,0 -3.530,0 571.979,0 395.949,0 306.119,0 89.830,0 19.420 -1.960 -18.576 298.130 2.360,0 2.360,0 354.585,0 22.808,0 395.949,0 40.054,0
Volumemutaties, % 2009* -3,4 -3,9 -3,9 -0,2 -12,7 . -3,9 -7,9 -8,9 -3,9 4,4 4,4 -8,5 -21,9 -7,9 -22,8
Volume-indexcijfers 2000 = 100 2009* 113,4 112,3 112,3 114,0 100,0 . 112,3 129,0 131,8 119,9 228,6 228,6 126,7 89,6 129,0 86,4
Prijsniveau 2000, mln euro 2009* 423.533,0 469.416,0 469.416,0 344.990,0 91.626,0 -3.176,0 469.416,0 377.999,0 306.260,0 72.608,0 2.491,0 2.491,0 341.881,0 20.502,0 377.999,0 36.061,0
Deflatoren, % mutaties 2009* -0,3 -0,2 -0,2 0,7 1,7 . -0,2 -5,8 -8,3 3,6 -7,3 -7,3 -5,0 -2,6 -5,8 -1,8
Deflatoren, indexcijfers 2000 = 100 2009* 120,3 121,8 121,8 123,3 118,9 . 121,8 104,7 100,0 123,7 94,7 94,7 103,7 111,2 104,7 111,1
Arbeidsvolume, 1 000 arb. jr. 2009*
Arbeidsproductiviteit, 1 000 euro 2009*
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Macro - economische gegevens zoals: het binnenlands product,
nationaal inkomen, volumegroei van het bbp (economische groei).
1969- 2009.
Gewijzigd op 14 juli 2010.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Opbouw macro economische saldi
Deze selectie geeft de vorming weer van de macro-economische saldi, van
binnenlands product tot nationaal vorderingensaldo. De opbouw is te
vergelijken met de tabellen M 1 en M 2 in de papieren publicatie Nationale
rekeningen.
Binnenlands product
Het binnenlands product is het eindresultaat van de productieve
activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de
toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen,
aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden
verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is
gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het
intermediair verbruik (aankoopprijzen).
De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het binnenlands product is ook
gelijk aan de waarde van het in Nederland gevormde inkomen. Het
binnenlands product wordt gewaardeerd tegen marktprijzen.
Het bruto binnenlands product (bbp) is inclusief afschrijvingen en het
netto binnenlands product is exclusief afschrijvingen.
Vanuit de productie
De benadering van het bruto binnenlands product vanuit de productie.
Productie (basisprijzen)
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Intermediair verbruik (-)
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het
productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte
grondstoffen, halffabrikaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals
communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe
accountants.
Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen)
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen per bedrijfsklasse is gelijk aan
het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen).
Verschil toegerekende en afgedragen btw
Het verschil tussen de toegerekende en de afgedragen btw ontstaat onder
meer door kwijtscheldingen, oninbaar geleden bedragen, boetes, de Regeling
kleine ondernemers en door ontwijking van afdracht van btw. Het verschil
tussen toegerekende en afgedragen btw wordt niet verdeeld over de
bedrijfsklassen. Dit verschil wordt op het niveau van de totale economie
geteld bij de toegevoegde waarde (en het exploitatieoverschot / gemengd
inkomen).
BINNENLANDS PRODUCT (BRUTO,MARKTPRIJZEN)
Het bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de
productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is
gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle
bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar
bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per
bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie
(basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). De
onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het bbp is ook gelijk aan de
waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
Vanuit de inkomensvorming
De benadering van het bruto binnenlands product vanuit de inkomensvorming
(beloning van werknemers, exploitatieoverschot/gemengd inkomen, saldo van
belastingen op productie en invoer en subsidies).
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle
ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking
werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers,
dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.
Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
Totale economie
De totale economie bestaat uit de sectoren niet-financiële
vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het
onderscheid tussen de sectoren wordt bepaald aan de hand van
internationaal vastgestelde regels.
...Lonen
Alle betalingen in geld of natura aan werknemers met uitzondering van het
loon bij ziekte, de ontslagvergoedingen en de tegemoetkomingen in de
ziektekosten. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden
loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers.
Verder omvatten de lonen naast het direct aan werknemers betaalde loon ook
de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend.
...Sociale premies t.l.v. werkgevers
Sociale premies ten laste van werkgevers.
Deze premies hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van
de wettelijke en contractuele sociale zekerheid. Sociale premies zijn de
premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige
particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies.
BINNENLANDS PRODUCT (BRUTO,MARKTPRIJZEN)
Het bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de
productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is
gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle
bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar
bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per
bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie
(basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). De
onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het bbp is ook gelijk aan de
waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
Vanuit de finale bestedingen
De benadering van het bruto binnenlands product vanuit de finale
bestedingen (consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa
(bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer) en de invoer.
Consumptieve bestedingen
Uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de
rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen of van de
collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De consumptieve
bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland
worden gedaan. Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens,
instellingen zondwer winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de
overheid.
Investeringen in vaste activa (bruto)
Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan
een jaar in het productieproces worden gebruikt, zoals gebouwen, woningen,
machines, vervoermiddelen en dergelijke. Tot de investeringen in vaste
activa behoren ook:
- het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in
vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om
woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele
producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat
voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- de bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten,
zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen
en taxateurs.
Op het niveau van de totale economie (en de sectoren) worden de
investeringen gecorrigeerd voor de aan- en verkopen van gebruikte vaste
activa.
Veranderingen in voorraden
Alle grondstoffen, halffabrikaten, onderhanden werk en eindproducten, die
op een bepaald moment bij de producenten aanwezig zijn. Een uitzondering
is het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in
vaste activa van de opdrachtgever is gerekend, en niet tot veranderingen
in voorraden in de bouwnijverheid. Het gaat hierbij om nog niet voltooide
woningen, bedrijfsgebouwen en weg- en waterbouwkundige werken.
Positieve veranderingen in de voorraden ontstaan wanneer in het
verslagjaar goederen zijn geproduceerd, die nog niet zijn verkocht. Ook
ontstaan toevoegingen aan voorraden wanneer goederen in het verslagjaar
zijn gekocht, maar nog niet in het productieproces verbruikt. Negatieve
veranderingen in voorraden ontstaan wanneer goederen aan bestaande
voorraden worden onttrokken om verkocht of in het productieproces
verbruikt te worden.
De waardering van de veranderingen in voorraden gebeurt zodanig, dat er
geen winsten of verliezen op voorraden door prijsveranderingen ontstaan.
Beginvoorraad en eindvoorraad van elk goed worden voor dit doel tegen
dezelfde prijs gewaardeerd, namelijk grondstoffen tegen de in de periode
geldende gemiddelde inkoopprijs, eindproducten tegen de gemiddelde
verkoopprijs en het onderhanden werk tegen de gemiddelde kostprijs. Met
deze waarderingsmethode wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de
productiewaarde en daarmee de toegevoegde waarde worden beïnvloed door
prijsveranderingen van de voorraden gedurende de periode van waarneming.
Uitvoer van goederen en diensten
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van
Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.
Totale economie
De totale economie bestaat uit de sectoren niet-financiële
vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het
onderscheid tussen de sectoren wordt bepaald aan de hand van
internationaal vastgestelde regels.
...Goederen
Tastbare producten, zoals voedingsmiddelen, duurzame consumptieartikelen,
machines en dergelijke.
...Diensten
Producten die niet tastbaar zijn, zoals horeca, handel, transport, zorg,
overheid.
BINNENLANDS PRODUCT (BRUTO,MARKTPRIJZEN)
Het bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de
productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is
gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle
bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar
bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per
bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie
(basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). De
onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het bbp is ook gelijk aan de
waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
Binnenl. product naar vorderingensaldo
Binnenlands product naar vorderingensaldo.
Opbouw van de overige macro economische saldi van het binnenlands product
tot het nationaal vorderingensaldo.
SALDO LOPENDE TRANSACTIES MET HET BTL.
Saldo van de lopende transacties met het buitenland.
Deze transactie is opgebouwd uit drie onderdelen:
- het uitvoeroverschot, dat is het bedrag waarmee de uitvoer de invoer
overtreft;
- het saldo uit het buitenland ontvangen primaire inkomens. De primaire
inkomens omvatten belastingen op productie en invoer, subsidies, beloning
van werknemers en inkomen uit vermogen, zoals rente en dividend;
- het saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten. De
inkomensoverdrachten omvatten de dividendbelasting, de uitkeringen sociale
verzekering en de overige inkomensoverdrachten.
Het saldo lopende transacties van Nederland met het buitenland wijkt af
van het saldo lopende rekening volgens de betalingsbalans op
transactiebasis, zoals vastgesteld door De Nederlandsche Bank in
samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS). De
verschillen tussen beide saldi worden vooral veroorzaakt door definitie-
en meetverschillen.
Saldo uit btl. ontvangen kapitaaloverdr.
Saldo uit het buitenland ontvangen kapitaaloverdrachten.
Kapitaaloverdrachten uit het buitenland ontvangen min kapitaaloverdrachten
aan het buitenland betaald. Kapitaaloverdrachten; betalingen of overdracht
van eigendom van activa (geen voorraden of geld) waar geen tegenprestatie
tegenover staat. De betaling van een kapitaaloverdracht drukt op het
vermogen van de betaler. De ontvangst van een kapitaalsoverdracht is over
het algemeen bedoeld om investeringen in vaste activa, of andere
langetermijn uitgaven, van de ontvanger te financieren.
Er zijn vier deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen,
vermogensheffingen, overige kapitaaloverdrachten en de toegerekende
kapitaaloverdrachten.
NATIONAAL VORDERINGENSALDO
Het vorderingensaldo geeft aan hoeveel een sector per saldo kan uitlenen
of moet lenen gegeven de lopende en de kapitaaltransacties. Het nationaal
vorderingensaldo is het vorderingensaldo van de totale economie.
...Verandering van vorderingen btl.
Verandering van vorderingen op het buitenland.
Veranderingen in diverse type van vorderingen op het buitenland.
Macro economische classificaties
Deze selectie geeft een specificatie van de belangrijkste macro-saldi en
-totalen naar sectoren, bedrijfstakken en dergelijke.
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle
ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking
werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers,
dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.
Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
Totale economie
De totale economie bestaat uit de sectoren niet-financiële
vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het
onderscheid tussen de sectoren wordt bepaald aan de hand van
internationaal vastgestelde regels.
Investeringen in vaste activa (bruto)
Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan
een jaar in het productieproces worden gebruikt, zoals gebouwen, woningen,
machines, vervoermiddelen en dergelijke.
Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in
vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om
woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele
producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat
voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- de bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten,
zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen
en taxateurs.
Op het niveau van de totale economie (en de sectoren) worden de
investeringen gecorrigeerd voor de aan- en verkopen van gebruikte vaste
activa.
Naar bedrijfstakken
Verdeling van de variabelen naar bedrijfstakken. Bedrijfstakken: alle
eenheden van economische activiteit op lokaal niveau die dezelfde of
soortgelijke activiteiten verrichten.
Verkoop van gebruikte vaste activa (-)
Het totaal aan verkochte gebruikte vaste activa. De
kapitaalgoederenvoorraad neemt toe door de toevoeging van nieuw
geproduceerde en ingevoerde kapitaalgoederen, en neemt af door verkopen
van gebruikte vaste activa. Deze verkopen worden geregistreerd in de kolom
investeringen in vaste activa.
Naar type
Specificatie van de investeringen naar type van activa.
Verkoop van gebruikte vaste activa (-)
Het totaal aan verkochte gebruikte vaste activa. De
kapitaalgoederenvoorraad neemt toe door de toevoeging van nieuw
geproduceerde en ingevoerde kapitaalgoederen, en neemt af door verkopen
van gebruikte vaste activa. Deze verkopen worden geregistreerd in de kolom
investeringen in vaste activa.
Invoer van goederen en diensten
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces
benodigde grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen
bestemde vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder
noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd
(wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door
huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde consumptiegoederen en de
directe consumptieve bestedingen van Nederlandse toeristen, grensbewoners,
diplomaten en militairen in het buitenland.
Totale economie
De totale economie bestaat uit de sectoren niet-financiële
vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het
onderscheid tussen de sectoren wordt bepaald aan de hand van
internationaal vastgestelde regels.
Intermediair verbruik
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het
productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte
grondstoffen, halffabrikaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals
communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe
accountants.
......Metaal-, elektro-, transp. ind.
Metaal-, elektro- en transportmiddelenindustrie.
2700b Metaal(producten), machine- en vervoermiddelenindustrie
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
27 Vervaardiging van metalen in primaire vorm
28 Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en
transportmiddelen)
29 Vervaardiging van machines en apparaten
30 Vervaardiging van kantoormachines en computers
31 Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en
benodigdheden
32 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparaten en
-benodigdheden
33 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische
artikelen en dergelijke, precisie- en optische instrumenten en uurwerken
34 Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
35 Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en
opleggers)
Uitvoer van goederen en diensten
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd.
De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse
vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.
Totale economie
De totale economie bestaat uit de sectoren niet-financiële
vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het
onderscheid tussen de sectoren wordt bepaald aan de hand van
internationaal vastgestelde regels.
Naar bedrijfstakken
Verdeling van de variabelen naar bedrijfstakken. Bedrijfstakken: alle
eenheden van economische activiteit op lokaal niveau die dezelfde of
soortgelijke activiteiten verrichten.
...Metaal-, elektro-, transp. ind.
Metaal-, elektro- en transportmiddelenindustrie.
2700b Metaal(producten), machine- en vervoermiddelenindustrie
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
27 Vervaardiging van metalen in primaire vorm
28 Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en
transportmiddelen)
29 Vervaardiging van machines en apparaten
30 Vervaardiging van kantoormachines en computers
31 Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en
benodigdheden
32 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparaten en
-benodigdheden
33 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische
artikelen en dergelijke, precisie- en optische instrumenten en uurwerken
34 Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers
35 Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en
opleggers)