Innovatie bij bedrijven; 1994-1996

Innovatie bij bedrijven; 1994-1996

SBI '93 Gebruik van informatiebronnen van(uit): Researchinstellingen, die: Enigszins belangrijk waren (%) Gebruik van informatiebronnen van(uit): Researchinstellingen, die: Belangrijk waren (%) Gebruik van informatiebronnen van(uit): Researchinstellingen, die: Zeer belangrijk waren (%) Samenwerkende innovatoren Naar type partner Buiten eigen bedrijfskolom Met researchinstellingen (in % van  de innovatoren met partnership)
Totaal bedrijven 16 9 2 21
D Industrie 20 11 2 29
Textiel- en lederwarenindustrie 19 15 3 62
DA VV voedings- en genotmiddelen 21 14 3 26
21 VV papier, karton en papier- en .. 25 12 1 51
Uitgeverijen en drukkerijen 12 5 - 7
Aardolie-industrie 34 26 8 36
Chemische basisproductenindustrie 27 15 3 26
Farmaceutische industrie 28 14 3 48
Overige chemische eindproductenindustrie 35 14 3 32
25 VV producten van rubber en kunststof 23 10 - 22
Basismetaalindustrie 24 5 7 29
Metaalproductenindustrie 19 10 2 33
Machine-industrie 21 6 1 17
DM Vervaardiging van transportmiddelen 20 17 2 37
Electrotechnische industrie 23 13 4 39
Hout-, meubel-, en overige industrie 15 11 2 23
Totaal diensten 13 7 2 16
Groothandel 14 6 4 21
52 Detailhandel en reparatie voor .. 10 6 - 6
5000e Autobranche en horeca 8 5 1 19
Vervoer en communicatie 10 3 0 6
J Financiële instellingen 10 3 0 5
Computerservicebureaus 17 9 0 19
Architecten- en ingenieursbureaus 29 15 1 26
Juridische en economische adviesdiensten 9 10 - 12
Zakelijke dienstverlening niet eerder... 12 6 2 11
Milieudienstverlening 24 17 7 31
Overige dienstverlening 13 28 7 50
Totaal overig 21 13 2 22
0000b Landbouw, bosbouw, visserij (A+B) 19 17 2 23
C Winning van delfstoffen 17 7 5 30
Elektriciteit, gas en water 26 45 10 42
F Bouwnijverheid 22 10 1 19
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS houdt om de twee jaar een Innovatie-enquête. Hiermee wordt een
beeld verkregen van de stand van zaken wat betreft innovatie bij
Nederlandse bedrijven. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan
aspecten van het begrip innovatie.
Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste
jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de
volgende. Omdat in iedere nieuwe Innovatie-enquête weer nieuwe onderwerpen
worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke
tabel weergegeven. Dèze tabel bevat alle resultaten van de
Innovatie-enquête voor de verslagperiode 1994-1996.

De eerste Innovatie-enquête vond plaats over de verslagperiode 1994-1996.
Vanaf deze eerste verslagperiode tot en met verslagperiode 2000-2002 is de
enquête gehouden bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer
werknemers.
In de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn ook bedrijven met 1 tot
10 werknemers geënquêteerd.
Vanaf de verslagperiode 2002-2004 betreft de populatie alle bedrijven in
Nederland met 10 of meer werkzame personen.
Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat
werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf
voorkomen, terwijl tot de werkzame personen ook de de eigenaren en
meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen worden gerekend.
Zie voor de exacte definities href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/76ABB32E-7C99-4D65-84E0-1B740B64A0F7"
>Methoden/Begrippen
.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996.

Status van de cijfers: definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: geen.

Toelichting onderwerpen

Gebruik van informatiebronnen van(uit):
Voor innovatoren is nagegaan van welke informatiebronnen in 1994-1996
gebruik is gemaakt om innovatieprojecten te starten of af te ronden.
Researchinstellingen, die:
(Semi-)overheidsonderzoeksinstituten zoals TNO (Toegepast
Natuurwetenschappelijk Onderzoek).
Enigszins belangrijk waren
Belangrijk waren
Zeer belangrijk waren
Samenwerkende innovatoren
Aan innovatoren is gevraagd of ze innovatieprojecten in partnership
hebben uitgevoerd in de periode 1994-1996. Onder partnership wordt
verstaan: het actief en gezamenlijk met anderen werken aan de ontwikkeling
van technologisch nieuwe of verbeterde producten of processen. Meestal
(niet altijd) worden de kosten en eventuele opbrengsten van dit soort
partnerships gedeeld. Uitbesteed werk is niet meegerekend.
Naar type partner
Buiten eigen bedrijfskolom
Met researchinstellingen
(Semi-)overheidsonderzoeksinstituten bijvoorbeeld TNO (Toegepast
Natuurwetenschappelijk Onderzoek).