Pensioenen; aanspraken van huishoudens

Pensioenen; aanspraken van huishoudens

Type huishouden Leeftijd Herkomst Generatie Ooit of nooit gescheiden Perioden Aantal huishoudens (aantal) AOW (1e pijler) Opgebouwde jaarlijkse aanspraken (euro) AOW (1e pijler) Contante waarde (euro) AOW (1e pijler) Te bereiken jaarlijkse aanspraken (euro) AOW (1e pijler) Vervangingspercentage (%) AOW (1e pijler) Partnertoeslag (%) Arbeidsgerelateerd pensioen (2e pijler) Opgebouwde jaarlijkse aanspraken (euro) Arbeidsgerelateerd pensioen (2e pijler) Contante waarde (euro) Arbeidsgerelateerd pensioen (2e pijler) Te bereiken jaarlijkse aanspraken (euro) Arbeidsgerelateerd pensioen (2e pijler) Vervangingspercentage (%) Vermogen (4e pijler) Vierde pijler (%) Optellingen van pensioencomponenten 1e en 2e pijler Opgebouwde jaarlijkse aanspraken (euro) Optellingen van pensioencomponenten 1e en 2e pijler Contante waarde (euro) Optellingen van pensioencomponenten 1e en 2e pijler Te bereiken jaarlijkse aanspraken (euro) Optellingen van pensioencomponenten 1e en 2e pijler Vervangingspercentage (%)
Alleenstaande 30 tot 35 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 254.350 3.400 10.300 10.800 43 1.300 4.100 7.700 31 21 4.700 14.400 18.500 74
Alleenstaande 35 tot 40 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 251.750 4.400 16.300 10.700 42 2.000 7.500 7.800 30 28 6.400 23.800 18.500 72
Alleenstaande 40 tot 45 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 250.250 5.400 24.800 10.600 41 3.000 14.000 8.600 33 32 8.400 38.800 19.200 74
Alleenstaande 45 tot 50 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 235.900 6.500 36.200 10.500 39 4.200 23.600 9.200 34 36 10.700 59.800 19.700 73
Alleenstaande 50 tot 55 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 211.550 7.500 52.200 10.400 39 5.200 36.300 9.300 35 39 12.700 88.500 19.700 74
Alleenstaande 55 tot 60 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 210.000 8.700 75.900 10.400 40 6.100 53.400 8.300 32 43 14.800 129.300 18.700 72
Alleenstaande 60 tot 65 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 161.350 9.700 108.100 10.400 42 6.100 66.900 7.000 28 45 15.800 175.000 17.400 70
Paar beiden jonger dan 65 30 tot 35 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 446.750 5.700 19.200 15.600 29 1 4.300 15.000 19.800 37 52 10.000 34.200 35.400 66
Paar beiden jonger dan 65 35 tot 40 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 518.600 7.200 29.000 15.500 28 1 6.600 27.800 22.200 40 65 13.800 56.800 37.700 68
Paar beiden jonger dan 65 40 tot 45 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 502.600 8.700 43.000 15.500 27 3 9.600 48.300 24.600 43 70 18.300 91.300 40.100 70
Paar beiden jonger dan 65 45 tot 50 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 454.600 10.300 61.900 15.500 27 9 12.300 75.000 26.100 45 72 22.600 136.900 41.600 72
Paar beiden jonger dan 65 50 tot 55 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 412.700 11.800 87.100 15.400 28 39 14.500 106.800 25.300 46 73 26.300 193.900 40.700 74
Paar beiden jonger dan 65 55 tot 60 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 387.600 13.300 120.700 15.500 31 86 15.800 141.100 21.200 42 74 29.100 261.800 36.700 73
Paar beiden jonger dan 65 60 tot 65 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 142.700 14.400 156.600 15.400 34 76 15.700 162.600 18.300 41 75 30.100 319.200 33.700 75
Paar waarvan één jonger dan 65 30 tot 35 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 650 1.800 5.700 7.100 46 100 800 2.200 3.600 24 16 2.600 7.900 10.700 70
Paar waarvan één jonger dan 65 35 tot 40 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 1.350 2.600 9.800 7.000 46 100 1.100 4.100 3.500 23 21 3.700 13.900 10.500 69
Paar waarvan één jonger dan 65 40 tot 45 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 2.900 3.400 16.400 7.100 43 100 1.900 9.200 5.200 32 30 5.300 25.600 12.300 75
Paar waarvan één jonger dan 65 45 tot 50 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 5.850 4.300 25.900 7.200 41 100 2.900 17.300 6.000 34 37 7.200 43.200 13.200 75
Paar waarvan één jonger dan 65 50 tot 55 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 12.250 5.200 39.400 7.200 45 100 3.600 26.900 5.900 37 44 8.800 66.300 13.100 82
Paar waarvan één jonger dan 65 55 tot 60 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 41.450 6.300 60.800 7.500 60 100 3.300 30.400 4.300 34 52 9.600 91.200 11.800 94
Paar waarvan één jonger dan 65 60 tot 65 jaar Totaal autochtonen en allochtonen Totaal alle generaties Totaal ooit of nooit gescheiden 2005 154.300 7.300 87.300 7.700 78 100 3.000 32.000 3.300 34 60 10.300 119.300 11.000 112
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft inzicht in de opgebouwde en te bereiken pensioenaanspraken
van particuliere huishoudens waarvan de personen woonachtig zijn in
Nederland. Tevens valt de jongste persoon van de huishoudkern in de
leeftijdscategorie 15 tot 65 jaar.

In Nederland bestaat het pensioenstelsel uit drie onderdelen, deze worden
pijlers genoemd. De eerste pijler is het collectieve ouderdomspensioen dat
voortkomt uit de Algemene Ouderdomswet (AOW). De tweede pijler is de
collectieve arbeidsgerelateerde pensioenopbouw. Onder de derde pijler
vallen individuele producten van verzekeraars. Deze kunnen worden
afgesloten om (tekorten in) de eerste en tweede pijler aan te vullen.

Naast de genoemde pijlers kan het vermogen van personen zoals spaartegoed
en onroerend goed worden gebruikt als pensioenvoorziening. Dit wordt de
vierde pijler genoemd.

Alle vermelde bedragen zijn bruto per jaar en afgerond op 100 euro en
betreffen gemiddelden per huishouden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2005

Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie:
De tabel is stopgezet en vervangen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
nvt

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
Aantal particuliere huishoudkernen waarvan de personen woonachtig zijn in
Nederland, afgerond op vijftigtallen. Exclusief overige huishoudens.
De huishoudkern bestaat uit de referentiepersoon plus een eventuele
partner.
AOW (1e pijler)
Ieder jaar dat een persoon vanaf 15 jaar in Nederland woonachtig is
geweest, wordt 2% AOW opgebouwd. De omvang van de AOW-uitkering
is afhankelijk van het huishouden. Een alleenstaande krijgt een uitkering
van 70% , een samenwonende heeft recht op maximaal 50%.
Opgebouwde jaarlijkse aanspraken
Het opgebouwde recht op een toekomstige jaarlijkse pensioenuitkering
dat voortkomt uit de AOW. Er is geen rekening gehouden met het effect
van persoonlijke omstandigheden zoals scheiding.
Contante waarde
Het kapitaal dat nodig is om de opgebouwde jaarlijkse aanspraken vanaf
de pensioenleeftijd levenslang uit te keren.
Te bereiken jaarlijkse aanspraken
De op 65-jarige leeftijd maximaal te bereiken AOW uitkering.
Vervangingspercentage
De te bereiken jaarlijkse aanspraken als percentage van het totaal van de
huidige inkomenscomponenten die vallen onder de inkomstenbelasting. De
gebruikte componenten zijn: loon, winst en alle uitkeringen. Voor een paar
met één partner van 65 jaar of ouder wordt het vervangingspercentage van
de jongere partner weergegeven.
Partnertoeslag
Paren met een leeftijdsverschil hebben recht op een tegemoetkoming als de
eerste partner 65 wordt. Deze tegemoetkoming wordt partnertoeslag
genoemd en is afhankelijk van het inkomen van de jongere partner.
Hier is op basis van het leeftijdsverschil tussen partners het maximaal
aantal huishoudens dat recht heeft op partnertoeslag weergegeven als
percentage. Voor paren waarvan de oudste partner na 2014 65 wordt geldt
deze tegemoetkoming niet meer.
Arbeidsgerelateerd pensioen (2e pijler)
Pensioen dat voortkomt uit een arbeidsrelatie.
Opgebouwde jaarlijkse aanspraken
Het opgebouwde recht op een toekomstige jaarlijkse pensioenuitkering
dat voortkomt uit een arbeidsrelatie. Er is geen rekening gehouden met
het effect van persoonlijke omstandigheden zoals scheiding of uitruil
tussen pensioensoorten. Wel is het reeds ingegane nabestaandenpensioen
opgenomen.
Contante waarde
Het kapitaal dat nodig is om de opgebouwde jaarlijkse aanspraken vanaf
de pensioenleeftijd levenslang uit te keren.
Te bereiken jaarlijkse aanspraken
Het op 65-jarige leeftijd maximaal te bereiken ouderdomspensioen uit
arbeid, inclusief het reeds ingegane nabestaandenpensioen.
Vervangingspercentage
De te bereiken jaarlijkse aanspraken als percentage van het totaal van de
huidige inkomenscomponenten die vallen onder de inkomstenbelasting. De
gebruikte componenten zijn: loon, winst en alle uitkeringen. Voor een paar
met één partner van 65 jaar of ouder wordt het vervangingspercentage van
de jongere partner weergegeven.
Vermogen (4e pijler)
Vierde pijler
Percentage huishoudens die individueel opgebouwd vermogen hebben dat
voor de oudedagsvoorziening gebruikt kan worden. Alleen vermogen boven
20.000 euro is meegeteld.
Optellingen van pensioencomponenten
Optellingen van diverse pensioencomponenten. De afgeronde bedragen zoals
weergegeven in de tabel worden opgeteld.
1e en 2e pijler
AOW en arbeidsgerelateerd pensioen
Opgebouwde jaarlijkse aanspraken
Het opgebouwde recht op een toekomstige jaarlijkse pensioenuitkering
dat voortkomt uit AOW en arbeidsgerelateerd pensioen.
Contante waarde
Het kapitaal dat nodig is om de opgebouwde jaarlijkse aanspraken vanaf
de pensioenleeftijd levenslang uit te keren.
Te bereiken jaarlijkse aanspraken
Het op 65-jarige leeftijd maximaal te bereiken ouderdomspensioen uit
AOW en arbeid.
Vervangingspercentage
De te bereiken jaarlijkse aanspraken als percentage van het totaal van de
huidige inkomenscomponenten die vallen onder de inkomstenbelasting. De
gebruikte componenten zijn: loon, winst en alle uitkeringen. Voor een paar
met één partner van 65 jaar of ouder wordt het vervangingspercentage van
de jongere partner weergegeven.