Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, 2006

Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, 2006

Regio's Inkomensverdeling Aantal huishoudens (absoluut) * (x 1 000) Aantal huishoudens (in %) * (%)
Kop van Noord-Holland (CR) Totaal huishouden 154,6 100
Kop van Noord-Holland (CR) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 10,3 7
Kop van Noord-Holland (CR) 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 14,9 10
Kop van Noord-Holland (CR) 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 15,1 10
Kop van Noord-Holland (CR) 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 15,4 10
Kop van Noord-Holland (CR) 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 16,3 11
Kop van Noord-Holland (CR) 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 16,9 11
Kop van Noord-Holland (CR) 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 17,5 11
Kop van Noord-Holland (CR) 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 17,0 11
Kop van Noord-Holland (CR) 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 16,1 10
Kop van Noord-Holland (CR) 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 15,2 10
Kop van Noord-Holland (CR) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 10,3 7
Kop van Noord-Holland (CR) 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 45,3 29
Kop van Noord-Holland (CR) 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 67,6 44
Kop van Noord-Holland (CR) 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 31,3 20
Hof van Twente Totaal huishouden 14,2 100
Hof van Twente 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 1,0 7
Hof van Twente 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 1,1 8
Hof van Twente 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 1,3 9
Hof van Twente 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 1,2 9
Hof van Twente 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 1,5 11
Hof van Twente 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 1,5 11
Hof van Twente 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 1,7 12
Hof van Twente 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 1,6 12
Hof van Twente 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 1,5 11
Hof van Twente 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 1,7 12
Hof van Twente 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 1,0 7
Hof van Twente 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 3,6 26
Hof van Twente 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 6,3 44
Hof van Twente 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 3,3 23
Zeevang Totaal huishouden 2,5 100
Zeevang 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 0,1 5
Zeevang 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 0,2 8
Zeevang 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 0,1 6
Zeevang 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 0,2 9
Zeevang 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 0,2 8
Zeevang 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 0,2 10
Zeevang 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 0,3 11
Zeevang 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 0,3 13
Zeevang 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 0,3 14
Zeevang 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 0,4 16
Zeevang 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 0,1 5
Zeevang 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 0,6 24
Zeevang 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 1,0 42
Zeevang 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 0,7 29
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het aantal huishoudens in Nederland, zowel absoluut
als in procenten, uitgesplitst naar 10%-groepen van het besteedbaar
inkomen van huishoudens.
De cijfers zijn uitgesplitst naar landsdeel, provincie, corop-gebied,
grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest en gemeente.

De gegevens komen uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) 2006 van
het CBS. De peildatum is 1 januari 2007; de inkomensgegevens hebben
betrekking op het onderzoeksjaar 2006. Het betreft voorlopige cijfers.

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks kan veranderen worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een nieuw
gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen waardoor
vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens (absoluut) *
De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen.
Aantal huishoudens (in %) *
De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen in procenten van het totaal
aantal per afzonderlijke regio.