Beroepsbevolking; regio’s 1996-2013

Beroepsbevolking; regio’s 1996-2013

Geslacht Regio's Perioden Bevolking (15 tot 65 jaar) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (x 1 000) Bevolking (15 tot 65 jaar) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (x 1 000) Bevolking (15 tot 65 jaar) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (x 1 000) Bevolking (15 tot 65 jaar) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: onbekend (x 1 000) Beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (x 1 000) Beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (x 1 000) Beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (x 1 000) Beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: onbekend (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: onbekend (x 1 000)
Mannen en vrouwen Nederland 2013 3.084 4.535 3.154 241 1.592 3.412 2.775 160 1.394 3.116 2.632 142
Mannen en vrouwen Noord-Nederland (LD) 2013 323 491 275 23 162 370 240 14 141 335 227 12
Mannen en vrouwen Oost-Nederland (LD) 2013 674 975 615 44 360 732 546 31 314 670 519 28
Mannen en vrouwen West-Nederland (LD) 2013 1.379 2.086 1.652 123 710 1.564 1.453 81 620 1.421 1.377 72
Mannen en vrouwen Zuid-Nederland (LD) 2013 709 982 611 51 360 746 536 34 319 689 509 30
Mannen en vrouwen Oost-Groningen (CR) 2013 37 43 15 2 19 33 12 . 17 30 12 .
Mannen en vrouwen Delfzijl en omgeving (CR) 2013 9 15 5 . 5 11 4 . 4 10 4 .
Mannen en vrouwen Overig Groningen (CR) 2013 60 109 90 5 27 75 78 3 24 66 72 3
Mannen en vrouwen Noord-Friesland (CR) 2013 64 93 54 4 35 70 48 3 29 63 46 2
Mannen en vrouwen Zuidwest-Friesland (CR) 2013 22 31 13 2 11 24 11 . 10 23 11 .
Mannen en vrouwen Zuidoost-Friesland (CR) 2013 36 63 29 3 18 49 26 2 16 45 25 .
Mannen en vrouwen Noord-Drenthe (CR) 2013 29 51 35 2 14 40 30 2 12 37 29 .
Mannen en vrouwen Zuidoost-Drenthe (CR) 2013 38 50 18 2 19 39 15 2 17 36 14 2
Mannen en vrouwen Zuidwest-Drenthe (CR) 2013 27 36 17 . 14 29 15 . 12 26 15 .
Mannen en vrouwen Noord-Overijssel (CR) 2013 73 95 58 5 40 71 52 4 35 66 50 4
Mannen en vrouwen Zuidwest-Overijssel (CR) 2013 25 43 29 2 11 35 26 2 10 31 25 2
Mannen en vrouwen Twente (CR) 2013 119 177 101 8 63 127 87 5 54 116 82 4
Mannen en vrouwen Veluwe (CR) 2013 127 176 111 7 69 132 98 5 63 123 94 5
Mannen en vrouwen Achterhoek (CR) 2013 79 112 58 4 42 87 51 3 37 81 49 2
Mannen en vrouwen Arnhem/Nijmegen (CR) 2013 118 189 161 9 61 139 145 6 52 125 137 5
Mannen en vrouwen Zuidwest-Gelderland (CR) 2013 56 63 33 3 31 49 30 2 28 45 28 2
Mannen en vrouwen Utrecht (CR) 2013 186 314 307 16 96 233 271 11 86 213 256 10
Mannen en vrouwen Kop van Noord-Holland (CR) 2013 73 117 47 5 39 91 41 4 35 84 39 3
Mannen en vrouwen Alkmaar en omgeving (CR) 2013 40 63 43 4 19 50 38 2 16 46 37 2
Mannen en vrouwen IJmond (CR) 2013 39 51 33 2 21 42 29 2 19 39 28 2
Mannen en vrouwen Agglomeratie Haarlem (CR) 2013 36 50 54 2 19 38 48 2 16 35 46 .
Mannen en vrouwen Zaanstreek (CR) 2013 34 45 26 3 19 34 23 2 16 31 22 .
Mannen en vrouwen Groot-Amsterdam (CR) 2013 188 332 349 23 98 246 304 15 85 219 287 14
Mannen en vrouwen Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2013 39 59 53 3 20 44 46 2 18 41 44 2
Mannen en vrouwen Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2013 73 102 91 6 39 75 78 4 36 69 75 4
Mannen en vrouwen Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2013 145 197 196 13 69 145 174 9 57 128 165 8
Mannen en vrouwen Delft en Westland (CR) 2013 36 64 48 3 19 42 40 2 17 38 38 2
Mannen en vrouwen Oost-Zuid-Holland (CR) 2013 55 83 50 3 31 64 44 2 28 60 42 2
Mannen en vrouwen Groot-Rijnmond (CR) 2013 280 381 254 29 141 286 227 18 118 255 213 15
Mannen en vrouwen Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2013 77 121 53 5 40 93 47 3 35 85 45 3
Mannen en vrouwen Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2013 23 29 12 2 13 23 11 . 12 22 10 .
Mannen en vrouwen Overig Zeeland (CR) 2013 55 77 37 4 28 58 32 3 26 55 31 2
Mannen en vrouwen West-Noord-Brabant (CR) 2013 126 163 108 9 65 127 96 6 57 117 91 5
Mannen en vrouwen Midden-Noord-Brabant (CR) 2013 97 128 76 5 52 96 67 4 45 89 64 3
Mannen en vrouwen Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2013 123 172 117 7 64 135 105 6 58 127 101 5
Mannen en vrouwen Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2013 134 201 141 11 67 151 123 8 59 138 116 7
Mannen en vrouwen Noord-Limburg (CR) 2013 61 84 36 3 31 68 32 2 27 63 31 2
Mannen en vrouwen Midden-Limburg (CR) 2013 47 67 34 4 24 50 29 3 22 46 28 3
Mannen en vrouwen Zuid-Limburg (CR) 2013 121 166 100 11 58 119 84 7 50 109 79 5
Mannen en vrouwen Flevoland (CR) 2013 77 120 65 6 43 93 58 4 36 83 54 4
Mannen en vrouwen Amsterdam (CR) 2013 107 192 257 17 49 136 222 12 39 118 209 10
Mannen en vrouwen Rijnmond (CR) 2013 241 326 223 26 120 242 199 16 99 214 185 13
Mannen en vrouwen Stadsgewest 's-Hertogenbosch (CR) 2013 54 75 64 3 26 59 58 3 24 55 56 3
Mannen en vrouwen Groningen 2013 22 59 62 4 11 37 52 2 10 32 47 2
Mannen en vrouwen Hoogezand-Sappemeer 2013 8 10 4 . 3 7 3 . 3 6 3 .
Mannen en vrouwen Almere 2013 36 61 35 3 21 49 31 2 17 43 29 2
Mannen en vrouwen Stadskanaal 2013 8 10 2 . 4 8 2 . 3 7 2 .
Mannen en vrouwen Heerenveen 2013 6 13 8 . 3 11 7 . 3 10 7 .
Mannen en vrouwen Leeuwarden 2013 16 26 22 2 8 18 19 . 5 15 18 .
Mannen en vrouwen Opsterland 2013 - - - - - - - - - - - -
Mannen en vrouwen Smallingerland 2013 10 17 7 . 5 12 6 . 4 10 6 .
Mannen en vrouwen Assen 2013 11 18 13 . 5 14 11 . 5 13 10 .
Mannen en vrouwen Coevorden 2013 7 12 5 . 3 9 4 . 3 9 4 .
Mannen en vrouwen Emmen 2013 27 31 10 2 13 24 9 . 12 22 8 .
Mannen en vrouwen Hoogeveen 2013 12 16 5 . 6 13 5 . 5 11 5 .
Mannen en vrouwen Meppel 2013 7 9 5 . 4 8 4 . 3 7 4 .
Mannen en vrouwen Almelo 2013 15 20 11 2 8 16 9 . 7 15 8 .
Mannen en vrouwen Deventer 2013 16 26 21 . 7 20 19 . 6 18 19 .
Mannen en vrouwen Enschede 2013 32 44 29 2 16 28 24 . 14 25 22 .
Mannen en vrouwen Hardenberg 2013 15 15 6 . 9 12 5 . 8 11 5 .
Mannen en vrouwen Hellendoorn 2013 6 11 5 . 3 9 4 . 3 9 4 .
Mannen en vrouwen Hengelo 2013 12 25 15 . 6 17 13 . 5 16 12 .
Mannen en vrouwen Kampen 2013 10 13 8 . 6 10 7 . 5 8 7 .
Mannen en vrouwen Noordoostpolder 2013 8 15 7 . 4 12 6 . 4 11 6 .
Mannen en vrouwen Oldenzaal 2013 7 8 5 . 4 6 4 . 4 5 4 .
Mannen en vrouwen Raalte 2013 7 10 5 . 4 9 4 . 3 8 4 .
Mannen en vrouwen Zwolle 2013 18 33 28 2 9 24 25 2 8 22 24 .
Mannen en vrouwen Apeldoorn 2013 31 38 29 2 16 29 26 . 14 27 25 .
Mannen en vrouwen Arnhem 2013 23 42 37 2 10 31 33 . 9 28 32 .
Mannen en vrouwen Barneveld 2013 13 15 4 . 9 11 4 . 8 10 4 .
Mannen en vrouwen Doetinchem 2013 9 18 8 . 4 14 8 . 4 13 7 .
Mannen en vrouwen Ede 2013 18 30 21 . 9 21 19 . 9 20 18 .
Mannen en vrouwen Epe 2013 7 9 4 . 3 7 4 . 2 6 4 .
Mannen en vrouwen Harderwijk 2013 7 14 8 . 4 10 7 . 3 10 7 .
Mannen en vrouwen Lochem 2013 5 7 7 . 3 5 6 . 3 5 5 .
Mannen en vrouwen Nijkerk 2013 8 11 6 . 5 8 6 . 5 8 5 .
Mannen en vrouwen Nijmegen 2013 21 38 55 2 11 25 49 . 9 21 46 .
Mannen en vrouwen Renkum 2013 5 6 7 . 2 5 6 . 2 5 6 .
Mannen en vrouwen Rheden 2013 7 11 8 . 3 8 7 . 3 7 6 .
Mannen en vrouwen Tiel 2013 11 12 5 . 6 8 4 . 5 8 4 .
Mannen en vrouwen Wageningen 2013 4 9 13 . 2 6 11 . . 5 11 .
Mannen en vrouwen Wijchen 2013 7 12 6 . 4 9 6 . 4 8 5 .
Mannen en vrouwen Zevenaar 2013 7 9 5 . 4 7 4 . 4 7 4 .
Mannen en vrouwen Zutphen 2013 8 11 10 . 4 8 9 . 3 7 9 .
Mannen en vrouwen Dronten 2013 7 12 7 . 4 8 6 . 3 7 6 .
Mannen en vrouwen Amersfoort 2013 21 37 38 2 10 27 34 . 9 25 33 .
Mannen en vrouwen De Bilt 2013 5 9 11 . 2 6 10 . 2 6 9 .
Mannen en vrouwen Houten 2013 8 13 12 . 4 10 10 . 4 10 10 .
Mannen en vrouwen Soest 2013 6 11 11 . 2 9 10 . 2 8 9 .
Mannen en vrouwen Utrecht 2013 31 70 122 6 16 47 108 4 13 42 101 4
Mannen en vrouwen Veenendaal 2013 15 16 9 . 8 12 7 . 7 11 7 .
Mannen en vrouwen IJsselstein 2013 7 11 5 . 4 9 4 . 3 8 4 .
Mannen en vrouwen Zeist 2013 8 13 15 . 4 10 13 . 4 9 12 .
Mannen en vrouwen Nieuwegein 2013 12 19 10 . 7 15 8 . 6 12 8 .
Mannen en vrouwen Aalsmeer 2013 5 9 6 . 3 7 5 . 3 7 4 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u jaarcijfers over de arbeidsdeelname van de bevolking van 15 tot 65 jaar naar leeftijd, herkomst en onderwijsniveau en daarbij tevens uitgesplitst naar geslacht en verschillende regionale indelingen. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten. De gemeenten zijn ingedeeld naar de situatie op 1 januari 2013.

Gegevens beschikbaar van 1996 tot en met 2013

Status van de cijfers:
Cijfers op basis van de EBB zijn altijd definitief. Alleen de gegevens over het onderwijsniveau in 2012 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 26 februari 2015
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 23 mei 2014:
De gegevens over 2013 zijn toegevoegd aan deze tabel.
Daarnaast werden gemeentes waarvan de bevolking van 15 tot 65 jaar kleiner was dan 15 duizend in de vorige versie van deze tabel niet gepubliceerd. Er was dan een puntje '.' zichtbaar.
In deze versie van de tabel is ervoor gekozen om deze totalen wel weer te geven.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. De actualisering van 23 mei 2014 was de laatste actualisering van deze tabel. Op 26 februari 2015 zijn nieuwe gereviseerde tabellen over de beroepsbevolking gepubliceerd. Deze revisie van de statistieken van de beroepsbevolking heeft twee onderdelen. De definities zijn aangepast aan de internationaal afgesproken definities en de gegevensverzameling is verbeterd door als eerste statistiekbureau in Europa te enquêteren via internet. Voor meer informatie over de revisie, zie de link naar de persmededeling in paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Bevolking (15 tot 65 jaar)
Alle mensen van 15 tot 65 jaar woonachtig in Nederland,
exclusief personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen.
Onderwijsniveau
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is lager onderwijs.
Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en mbo 1 (assistentenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is middelbaar onderwijs.
Middelbaar onderwijs omvat de bovenbouw van havo/vwo, mbo 2 (basisberoepsopleiding), mbo 3 (vakopleiding) en mbo 4 (middenkader- en specialistenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is hoger onderwijs.
Hoger onderwijs omvat hbo- en universitaire opleidingen (of hieraan vergelijkbaar), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: onbekend
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is onbekend.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers
Beroepsbevolking
Alle personen (15 tot 65 jaar) die:
- tenminste twaalf uur per week werken, of
- werk hebben aanvaard waardoor ze tenminste twaalf uur per week gaan
werken, of
- verklaren ten minste twaalf uur per week te willen werken, daarvoor
beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste
twaalf uur per week te vinden.
Onderwijsniveau
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is lager onderwijs.
Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en mbo 1 (assistentenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is middelbaar onderwijs.
Middelbaar onderwijs omvat de bovenbouw van havo/vwo, mbo 2 (basisberoepsopleiding), mbo 3 (vakopleiding) en mbo 4 (middenkader- en specialistenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is hoger onderwijs.
Hoger onderwijs omvat hbo- en universitaire opleidingen (of hieraan vergelijkbaar), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: onbekend
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is onbekend.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers
Werkzame beroepsbevolking
Personen (15 tot 65 jaar) die in Nederland wonen en betaald werk hebben
van twaalf uur of meer per week.
Onderwijsniveau
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is lager onderwijs.
Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en mbo 1 (assistentenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is middelbaar onderwijs.
Middelbaar onderwijs omvat de bovenbouw van havo/vwo, mbo 2 (basisberoepsopleiding), mbo 3 (vakopleiding) en mbo 4 (middenkader- en specialistenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is hoger onderwijs.
Hoger onderwijs omvat hbo- en universitaire opleidingen (of hieraan vergelijkbaar), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: onbekend
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is onbekend.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers