40 aandachtswijken; stand van zaken, Outcomemonitor Wijkenaanpak, 2005-2013

40 aandachtswijken; stand van zaken, Outcomemonitor Wijkenaanpak, 2005-2013

Regio's Perioden Wonen Leefbaarometer-score Voorzieningenniveau (score) Wonen Leefbaarometer-score Woningvoorraad (score) Wonen Naar eigendom en bouwperiode Koopwoningen naar bouwperiode Voor 1945 (%) Wonen Naar eigendom en bouwperiode Part. huurwoningen naar bouwperiode Voor 1945 (%) Wonen Naar eigendom en bouwperiode Sociale huurwoningen naar bouwperiode Voor 1945 (%) Leren Totaal leerlingen vo, mbo en ho Aandeel voortgezet onderwijs (%) Leren Voortgezet onderwijs Leerlingen naar schoolsoort en herkomst Totaal voortgezet onderwijs (aantal) Leren Voortgezet onderwijs Leerlingen naar schoolsoort en herkomst Voortgezet onderwijs naar herkomst Aantal autochtonen (aantal) Leren Voortgezet onderwijs Leerlingen naar schoolsoort en herkomst Voortgezet onderwijs naar herkomst Aantal westerse allochtonen (aantal) Leren Voortgezet onderwijs Leerlingen naar schoolsoort en herkomst Voortgezet onderwijs naar herkomst Aantal niet-westerse allochtonen (aantal) Leren Voortgezet onderwijs Leerlingen naar schoolsoort en herkomst Voortgezet onderwijs naar herkomst Aandeel autochtonen (%) Leren Voortgezet onderwijs Leerlingen naar schoolsoort en herkomst Voortgezet onderwijs naar herkomst Aandeel westerse allochtonen (%) Leren Voortgezet onderwijs Leerlingen naar schoolsoort en herkomst Voortgezet onderwijs naar herkomst Aandeel niet-westerse allochtonen (%) Leren Voortijdige schoolverlaters (DUO) Totaal leerlingen jonger dan 23 jaar (aantal) Leren Voortijdige schoolverlaters (DUO) Aantal voortijdige schoolverlaters (aantal) Leren Voortijdige schoolverlaters (DUO) Aandeel voortijdige schoolverlaters (%) Gezondheid Relatieve voortijdige sterfte (score) Gezondheid Gezondheid van pasgeboren eenlingen Aandeel te licht voor zwangerschapsduur (%)
Arnhem, Winkelcentrum Presikhaaf 2013 . . . . . . . . . . . . . - - - .
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel bevat cijfers over uiteenlopende thema's voor geselecteerde 40 aandachtswijken.
Medio 2007 verscheen het Actieplan Krachtwijken, een plan voor 40 aandachtswijken in 18 Nederlandse gemeenten waar de kwaliteit van de leefomgeving door een cumulatie van problemen flink achterblijft bij die van andere wijken in de stad. De Outcomemonitor Wijkenaanpak is opgezet om inzicht te bieden in de effecten van het Actieplan Krachtwijken: Van Aandachtswijk naar Krachtwijk.

De tabel beschrijft de volgende dimensies:
- Bevolking;
- Wonen en leefbaarheid;
- Leren;
- Werken;
- Veiligheid;
- Integratie;
- Schuldenproblematiek;
- Gezondheid.

In deze tabel zijn alleen gegevens opgenomen over personen die in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) staan ingeschreven.

Gegevens beschikbaar van 2005 tot en met 2013.

Status van de cijfers
De volgende gegevens zijn voorlopig, aangezien deze tabel is stopgezet worden de gegevens niet meer definitief gemaakt:
- Stromen en examens in het voortgezet onderwijs, 2009
- Verhuizingen van personen naar inkomen, 2010
- Leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs, 2011
- Leerlingen onder 23 jaar en voortijdig schoolverlaters, 2011
- Personen met inkomsten uit arbeid, 2011
- Niet-werkend werkzoekenden, 2012

Toelichting onderwerpen

Wonen
De dimensie Wonen kent een elftal indicatoren, te weten:
- Aandeel kleine woningen (Bron: VROM, SYSWOV);
- Aandeel ééngezins- en meergezinswoningen (Bron: VROM, SYSWOV);
- Aandeel koopwoningen, particuliere en sociale huurwoningen
(Bron: VROM, SYSWOV);
- Aandeel koop- en huurwoningen naar bouwjaar in klassen
(Bron: VROM, SYSWOV);
- Gemiddeld aantal inwoners per woning;
- Leefbaarometer-score woningvoorraad (Bron: VROM, Leefbaarometer);
- Verkooppunten en aandeel dagelijks aanbod (Bron: Locatus);
- Gemiddelde verkoopprijs van koopwoningen (Bron: Kadaster);
- Leefbaarometer-score woningvoorraad (Bron: Leefbaarometer);
- Leefbaarometer-score publieke ruimte (Bron: Leefbaarometer);
- Leefbaarometer-score voorzieningenniveau (Bron: Leefbaarometer).
Leefbaarometer-score
De Leefbaarometer biedt inzicht in de leefbaarheidssituatie in alle wijken
en buurten in Nederland. De Leefbaarometer bevat drie hoofddimensies: de
fysieke verschijningsvorm van de woonomgeving, de sociale context van de
woonomgeving en veiligheid en overlast. In de dimensie Wonen van de
Outcomemonitor Wijkenaanpak zijn gegevens uit de Leefbaarometer over de
fysieke verschijningsvorm van de woonomgeving opgenomen. Het betreft de
scores op het gebied van de publieke ruimte, het voorzieningenniveau en de
woningvoorraad. Daarnaast is hier de overall score op het gebied van de
leefbaarheid opgenomen.
Voorzieningenniveau
Leefbaarometer-score voorzieningenniveau. De score voor het
voorzieningenniveau wordt gepresenteerd als een afwijking van het
Nederlands gemiddelde in 2006. De score verloopt van -50 (voor gebieden
met een maximale negatieve afwijking) tot +50 (voor gebieden met een
maximale positieve afwijking). Een gebied met een score 0 wordt gekenmerkt
door een voorzieningenniveau dat vergelijkbaar is met het gemiddelde
voorzieningenniveau in Nederland in 2006. Wanneer een wijk in 2006 -10
scoort en in 2008 -6, dan is er sprake van een positieve ontwikkeling in
de wijk. Bron: VROM, Leefbaarometer.
Woningvoorraad
Leefbaarometer-score woningvoorraad. De score voor de woningvoorraad wordt
gepresenteerd als een afwijking van het Nederlands gemiddelde in 2006. De
score verloopt van -50 (voor gebieden met een maximale negatieve
afwijking) tot +50 (voor gebieden met een maximale positieve afwijking).
Een gebied met een score 0 wordt gekenmerkt door een woningvoorraad die
vergelijkbaar is met de gemiddelde woningvoorraad in Nederland in 2006.
Wanneer een wijk in 2006 -10 scoort en in 2008 -6, dan is er sprake van
een positieve ontwikkeling in de wijk. Bron: VROM, Leefbaarometer.
Bij de Leefbaarometer-score woningvoorraad zijn de fluctuaties in
Maastricht voor een deel toe te schrijven aan de verkoop van woningen door
corporaties aan zogenaamde 'eigen verbindingen' (vooral in 2007) en het
weer terugverkopen van die woningen aan dezelfde corporatie(s) in de jaren
daarna.
Naar eigendom en bouwperiode
Woningen naar eigendom (koop, particuliere of sociale huur) en de periode
waarin de woning is gebouwd. Bron: VROM, SYSWOV.
De gegevens over woningen naar eigendom en bouwperiode over 2010 zijn
herijkt op basis van het WoonOnderzoek Nederland 2009 en
woningvoorraadinformatie per gemeente van het CBS. Dit heeft gevolgen voor
het aandeel koopwoningen en particuliere huurwoningen, maar niet voor het
aandeel sociale huurwoningen.
Bij de gegevens over woningen naar eigendom en bouwperiode zijn de
fluctuaties in het aandeel particuliere huurwoningen en sociale
huurwoningen in Maastricht voornamelijk toe te schrijven aan de verkoop
van woningen door corporaties aan zogenaamde 'eigen verbindingen' (vooral
in 2007) en het weer terugverkopen van die woningen aan dezelfde
corporatie(s) in de jaren daarna.
Koopwoningen naar bouwperiode
Aandeel woningen die in eigendom zijn van de bewoner naar de periode
waarin de woning is gebouwd. Bron: VROM, SYSWOV
Voor 1945
Part. huurwoningen naar bouwperiode
Aandeel huurwoningen in eigendom van institutionele beleggers of in
eigendom van particulieren die de woning verhuren aan de bewoner naar
de periode waarin de woning is gebouwd. Bron: VROM, SYSWOV
Voor 1945
Sociale huurwoningen naar bouwperiode
Aandeel huurwoningen die eigendom zijn van 'toegelaten instellingen'
(woning-corporaties) naar de periode waarin de woning is gebouwd.
Bron: VROM, SYSWOV
Voor 1945
Leren
De dimensie Leren kent een vijftal indicatoren, te weten:
- Scores op de Eindtoets Basisonderwijs (Cito) als afwijking tot het
gemiddelde van Nederland;
- Leerlingen in het 3e leerjaar in het voortgezet onderwijs naar
onderwijssoort en herkomstgroepering;
- Voortijdige schoolverlaters (DUO);
- Onderwijsdeelname naar onderwijssoort en herkomstgroepering;
- Stromen van leerlingen in het voortgezet onderwijs, vertraging,
op- en afstroom en examenresultaten.
.
Gebruikte databronnen:
- Tot en met 2005/'06: Onderwijsnummerbestand Voortgezet Onderwijs
(BRON-VO), Informatie Beheer Groep (IB-Groep).
- Vanaf 2006/'07: Ééncijferbestand Voortgezet Onderwijs,
IB-Groep/Centrale financiën instellingen (Cfi)/CBS.
- Bestand met scores op de Eindtoets Basisonderwijs, Cito. Dit bestand
bevat alleen gegevens van scholen die toestemming hebben verleend voor het
gebruik van deze gegevens door het CBS.
- Gegevens over voortijdige schoolverlaters van DUO-CFI.
- Gemeentelijke Basis Administratie (GBA).
.
Er zijn kleine verschillen met elders in StatLine gepubliceerde aantallen.
Dit komt omdat hier alleen leerlingen woonachtig in Nederland en
geregistreerd in de GBA worden geteld. Deze beperking is hier noodzakelijk
omdat alleen voor deze leerlingen kan worden bepaald of zij wel of niet in
een aandachtswijk wonen. Bij gegevens elders op Statline geldt deze
beperking niet.
.
De gegevens over leerlingen worden vastgesteld op 1 oktober van een
kalenderjaar. Het jaartal 2007 bijvoorbeeld duidt hier op het schooljaar
2007/2008.
.
Gegevens over schoolverlaters worden eveneens vastgesteld op 1 oktober van
een kalenderjaar. Het jaar 2007 bijvoorbeeld duidt op leerlingen in het
Voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs of voorgezet algemeen
volwassenenonderwijs die op 1 oktober 2006 (schooljaar 2006/2007) staan
ingeschreven als leerling en op 1 oktober 2007 (schooljaar 2007/2008)
niet meer.
.
Gegevens over stromen hebben betrekking over de overgang van 2
schooljaren.
Het jaartal 2007 heeft betrekking op leerlingen die zowel in schooljaar
2007/2008 als in 2008/2009 in het voortgezet onderwijs zitten.
.
Gegevens over examenkandidaten en slagingspercentages in het voortgezet
onderwijs worden vastgesteld in juni van een kalenderjaar. Het jaartal
2007 bijvoorbeeld duidt hier op het schooljaar 2006/2007.
Totaal leerlingen vo, mbo en ho
Leerlingen (woonachtig in Nederland) in het voortgezet
onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs en studenten in het hoger
onderwijs dat is bekostigd door het ministerie van OCW of het ministerie
van LNV (de zogenaamde vmbo-en mbo-afdelingen van de Agrarische
Opleidingscentra). Exclusief het praktijkonderwijs. Exclusief mbo'ers die
uitsluitend staan ingeschreven voor het doen van examen.

Personen die tegelijkertijd vo, mbo en/of ho volgen, zijn vaker dan één
keer geteld voor het totaal aantal leerlingen.

De gegevens worden vastgesteld op 1 oktober van een kalenderjaar. Het
jaartal 2007 bijvoorbeeld duidt hier op het schooljaar 2007/2008.
Aandeel voortgezet onderwijs
Het aandeel leerlingen (woonachtig in Nederland) in het voortgezet
onderwijs.
Voortgezet onderwijs: verzamelterm voor de basisvorming (brugklassen),
havo, vwo, voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en
leerwegondersteunend onderwijs (lwoo).
Exclusief het praktijkonderwijs.
De gegevens worden vastgesteld op 1 oktober van een kalenderjaar. Het
jaartal 2007 bijvoorbeeld duidt hier op het schooljaar 2007/2008.
Voortgezet onderwijs
Leerlingen (woonachtig in Nederland) in het voortgezet onderwijs.
Voortgezet onderwijs: verzamelterm voor de basisvorming (brugklassen),
havo, vwo, voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en
leerwegondersteunend onderwijs (lwoo).
Exclusief het praktijkonderwijs.
De gegevens worden vastgesteld op 1 oktober van een kalenderjaar. Het
jaartal 2007 bijvoorbeeld duidt hier op het schooljaar 2007/2008.
Leerlingen naar schoolsoort en herkomst
Leerlingen (woonachtig in Nederland) in het voortgezet onderwijs naar
soort onderwijs en herkomstgroepering.
Onderwijssoort is ingedeeld in:
- Totaal voortgezet onderwijs
- Leerjaar 1,2 en algemeen leerjaar 3
- Vmbo kaderberoeps- en basisberoepsgerichte leerweg
- Vmbo theoretische en gemengde leerweg
- Havo
- Vwo.
De herkomstgroepering van een persoon wordt vastgesteld aan de hand van
het geboorteland van zijn ouders.
Totaal voortgezet onderwijs
Het totaal aantal leerlingen (woonachtig in Nederland) in het voortgezet
onderwijs.
Voortgezet onderwijs naar herkomst
Leerlingen (woonachtig in Nederland) in het voortgezet onderwijs naar
herkomstgroepering.
De herkomstgroepering van een persoon wordt vastgesteld aan de hand van
het geboorteland van zijn ouders.
Aantal autochtonen
Aantal personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren.
Aantal westerse allochtonen
Aantal personen van wie ten minste één ouder geboren is in één van de
landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of in
Indonesië of Japan.
Aantal niet-westerse allochtonen
Aantal personen van wie ten minste één ouder geboren is in één van de
landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan)
of in Turkije.
Aandeel autochtonen
Aandeel personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren
van alle herkomstgroeperingen.
Aandeel westerse allochtonen
Aandeel personen van wie ten minste één ouder geboren is in één van de
landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of in
Indonesië of Japan, van alle herkomstgroeperingen.
Aandeel niet-westerse allochtonen
Aandeel personen van wie ten minste één ouder geboren is in één van de
landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan)
of in Turkije, van alle herkomstgroeperingen.
Voortijdige schoolverlaters (DUO)
Leerlingen in het vo, mbo en vavo die op 1 oktober van het volgend
schooljaar geen bekostigd onderwijs meer volgen en die niet in het bezit
zijn van een startkwalificatie (een havo- of vwo-diploma, of een diploma
op mbo niveau 2 of hoger). Het gaat hierbij alleen om de leerlingen die
op 1 oktober van het volgend schooljaar jonger dan 23 zijn.
De bron van de gegevens over voortijdige schoolverlaters binnen de
StatLinetabel 40 Aandachtswijken is DUO geworden. Omdat het om minder
kenmerken gaat en afwijkende uitkomsten, worden gegevens over voortijdige
schoolverlaters in een nieuw onderwerp opgenomen in de StatLinetabel 40
Aandachtswijken. Voor de overzichtelijkheid is het onderwerp
schoolverlaters naar startkwalificatie niet meer beschikbaar.
Bron: DUO-CFI.
Totaal leerlingen jonger dan 23 jaar
Aantal leerlingen in het vo, mbo en vavo dat op 1 oktober van het volgend
schooljaar jonger is dan 23 jaar.
Het jaar 2007 heeft betrekking op leerlingen die op 1 oktober 2006
(schooljaar 2006/2007) staan ingeschreven als leerling en op 1 oktober
2007 (schooljaar 2007/2008) jonger zijn dan 23 jaar.
De cijfers zijn rechtstreeks afkomstig van DUO. Voor de landelijke
cijfers en meer cijfers over voortijdig schoolverlaters, zie:
www.aanvalopschooluitval.nl.
Aantal voortijdige schoolverlaters
Aantal leerlingen in het vo, mbo en vavo dat op 1 oktober van het
volgend schooljaar geen bekostigd onderwijs meer volgt en dat niet in
het bezit is van een startkwalificatie (een havo- of vwo-diploma, of
een diploma op mbo niveau 2 of hoger).
Het gaat hierbij alleen om de leerlingen die op 1 oktober van het
volgend schooljaar jonger dan 23 jaar zijn.
Het jaar 2007 heeft betrekking op leerlingen die op 1 oktober 2006
(schooljaar 2006/2007) staan ingeschreven als leerling en op 1 oktober
2007 (schooljaar 2007/2008) niet meer. De leerlingen zijn op 1 oktober
2007 jonger dan 23 jaar.
De cijfers zijn rechtstreeks afkomstig van DUO. Voor de landelijke
cijfers en meer cijfers over voortijdig schoolverlaters, zie:
www.aanvalopschooluitval.nl.
Aandeel voortijdige schoolverlaters
Percentage voortijdige schoolverlaters zonder een startkwalificatie van
totaal aantal leerlingen.
Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie: leerlingen die op
1 oktober van het volgend schooljaar geen bekostigd onderwijs meer volgen
en die niet in het bezit zijn van een startkwalificatie (een havo- of
vwo-diploma, of een diploma op mbo niveau 2 of hoger).
Het gaat hierbij alleen om de leerlingen die op 1 oktober van het
volgend schooljaar jonger dan 23 jaar zijn.
Deze cijfers zijn rechtstreeks afkomstig van DUO. Voor de landelijke
cijfers en meer cijfers over voortijdig schoolverlaters, zie:
www.aanvalopschooluitval.nl.
Gezondheid
De dimensie Gezondheid kent een drietal indicatoren, te weten:
-  Relatieve voortijdige sterfte; Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd vanaf 2011.
-  Gezondheid van pasgeboren eenlingen; De uitsplitsing naar kenmerken van pasgeborenen wordt niet meer geactualiseerd vanaf 2011. De kernindicator blijft wel bestaan.
-  Geneesmiddelengebruik basisverzekering
Bron: CBS en Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Relatieve voortijdige sterfte
De sterfte van 0 tot 65-jarigen in de wijk in verhouding tot de gemiddelde
sterfte in Nederland voor deze leeftijdsgroep. Het cijfer is gecorrigeerd
voor verschillen tussen de leeftijdsopbouw in de wijk en in de rest van
Nederland.
Deze variabele wordt weergegeven in vier categorieën. Er wordt onderscheid
gemaakt tussen de volgende categorieën:
- een laag overlijdensrisico (minder dan 80% en minder van het gemiddelde
risico om voortijdig te sterven in Nederland);
- een gemiddeld overlijdensrisico (tussen de 80% en 120% van het
gemiddelde risico om voortijdig te sterven);
- een hoog overlijdensrisico (tussen de 120% en 150% van het gemiddelde
risico om voortijdig te sterven);
- een erg hoog overlijdensrisico (150% of meer van het gemiddelde risico
om voortijdig te sterven).
Per 1 000 inwoners van Nederland sterven er per jaar minder dan 2 personen
voor zij 65 jaar zijn geworden. Door dit geringe aantal sterfgevallen, is
het nodig een gemiddelde over twee jaar te berekenen per
postcode-4-gebied. In de wijken zijn fluctuaties tussen de opeenvolgende
periodes te verwachten, omdat er zelfs in een periode van twee jaar
relatief weinig sterftegevallen van 0 tot 65-jarigen zijn. Bij de
interpretatie van de indicator is dus enige voorzichtigheid geboden.
De jaren geven een tweejaarlijkse periode aan.
2006: 1 januari 2005 tot 1 januari 2007
2007: 1 januari 2006 tot 1 januari 2008
2008: 1 januari 2007 tot 1 januari 2009
2009: 1 januari 2008 tot 1 januari 2010.
Deze indicator wordt, zoals afgesproken met het ministerie van BZK-WWI,
vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.
Gezondheid van pasgeboren eenlingen
De gezondheid van pasgeboren eenlingen wordt uitgedrukt in een zestal
kenmerken in het percentage van totaal pasgeborenen.
- Pasgeborenen met extra zorgbehoefte;
- Pasgeborenen die te licht zijn voor de zwangerschapsduur;
- Zwangerschapsduur van minder dan 37 weken (te vroeg geboren kinderen);
- Pasgeborenen met een gewicht onder de 2500 gram;
- Pasgeborenen met een Apgarscore onder de 7;
- Pasgeborenen met een Intensive Care (IC)-opname.
De gegevens zijn afkomstig van de Stichting Perinatale Registratie
Nederland (PRN), die gegevens verzamelt van verloskundigen, gynaecologen,
kinderartsen en verloskundig actieve huisartsen.
De gegevens die in de Outcomemonitor Wijkenaanpak zijn opgenomen hebben
alleen betrekking op pasgeboren eenlingen.
Alle meerlingen zijn buiten beschouwing gelaten omdat daarbij onevenredig
vaak sprake is van een laag geboortegewicht en een korte
zwangerschapsduur.
Meer toelichting over de herkomst van de cijfers, de dekking en
de gemaakte keuzes is te vinden in de jaarboeken van de Stichting
Perinatale Registratie Nederland.
De uitsplitsing naar kenmerken van pasgeborenen (te licht voor
zwangerschapsduur, zwangerschapsduur < 37 weken, gewicht < 2500 gram,
apgarscore < 7, opname IC) worden, zoals afgesproken met het ministerie
van BZK-WWI, vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.
Aandeel te licht voor zwangerschapsduur
Dit zijn de lichtste 10 procent van de pasgeborenen, bepaald op
basis van de referentiecurven van de Stichting PRN.
Hierbij is rekening gehouden met de zwangerschapsduur in dagen, het
geslacht van het kind en het aantal eerdere bevallingen van de moeder.
Voor de Hindoestanen is een aparte referentiecurve ontwikkeld,
omdat deze pasgeborenen gemiddeld lichter zijn dan pasgeborenen van
andere etnische groepen.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Deze indicator wordt, zoals afgesproken met het ministerie van BZK-WWI,
vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.