Consumentenvertrouwen naar kenmerken persoon, 2002-2017

Consumentenvertrouwen naar kenmerken persoon, 2002-2017

Persoon in huishouden Persoonskenmerken Perioden Consumentenvertrouwen Consumentenvertrouwen:indicator (Gem saldo pos.en neg. antw.) Economisch klimaat Economisch klimaat: indicator (Gem saldo pos.en neg. antw.) Koopbereidheid Koopbereidheid: indicator (Gem saldo pos.en neg. antw.)
Hoofdkostwinner Totaal persoonskenmerken 2017 1e kwartaal 16 30 6
Hoofdkostwinner Mannen 2017 1e kwartaal 19 35 8
Hoofdkostwinner Vrouwen 2017 1e kwartaal 10 22 3
Hoofdkostwinner 18 tot 45 jaar 2017 1e kwartaal 32 45 23
Hoofdkostwinner 45 tot 65 jaar 2017 1e kwartaal 22 37 12
Hoofdkostwinner 65 jaar en ouder 2017 1e kwartaal 3 18 -6
Hoofdkostwinner 18 tot 35 jaar 2017 1e kwartaal . . .
Hoofdkostwinner 35 tot 45 jaar 2017 1e kwartaal 32 45 23
Hoofdkostwinner 45 tot 55 jaar 2017 1e kwartaal 25 38 16
Hoofdkostwinner 55 tot 65 jaar 2017 1e kwartaal 19 36 8
Hoofdkostwinner 65 tot 75 jaar 2017 1e kwartaal 6 24 -5
Hoofdkostwinner 75 jaar en ouder 2017 1e kwartaal 0 10 -7
Hoofdkostwinner Lager onderwijsniveau 2017 1e kwartaal 4 13 -2
Hoofdkostwinner Middelbaar onderwijsniveau 2017 1e kwartaal 15 30 5
Hoofdkostwinner Hoger onderwijsniveau 2017 1e kwartaal 26 45 13
Hoofdkostwinner Bo 2017 1e kwartaal -3 1 -6
Hoofdkostwinner Vbo, mavo 2017 1e kwartaal 7 18 0
Hoofdkostwinner Havo, vwo, mbo 2017 1e kwartaal 15 30 5
Hoofdkostwinner Hbo 2017 1e kwartaal 24 42 12
Hoofdkostwinner Wo 2017 1e kwartaal 31 53 17
Hoofdkostwinner Werkzaam totaal 2017 1e kwartaal 28 43 18
Hoofdkostwinner Niet-werkzaam totaal 2017 1e kwartaal 3 17 -7
Hoofdkostwinner Niet-werkzaam 65- 2017 1e kwartaal 1 16 -9
Hoofdkostwinner Niet-werkzaam 65+ 2017 1e kwartaal 3 18 -6
Ondervraagde persoon Totaal persoonskenmerken 2017 1e kwartaal 16 30 6
Ondervraagde persoon Mannen 2017 1e kwartaal 21 39 9
Ondervraagde persoon Vrouwen 2017 1e kwartaal 11 23 3
Ondervraagde persoon 18 tot 45 jaar 2017 1e kwartaal 32 46 23
Ondervraagde persoon 45 tot 65 jaar 2017 1e kwartaal 20 35 11
Ondervraagde persoon 65 jaar en ouder 2017 1e kwartaal 4 18 -6
Ondervraagde persoon 18 tot 35 jaar 2017 1e kwartaal . . .
Ondervraagde persoon 35 tot 45 jaar 2017 1e kwartaal 32 46 23
Ondervraagde persoon 45 tot 55 jaar 2017 1e kwartaal 24 38 15
Ondervraagde persoon 55 tot 65 jaar 2017 1e kwartaal 17 33 6
Ondervraagde persoon 65 tot 75 jaar 2017 1e kwartaal 7 25 -5
Ondervraagde persoon 75 jaar en ouder 2017 1e kwartaal -1 9 -8
Ondervraagde persoon Lager onderwijsniveau 2017 1e kwartaal 3 11 -2
Ondervraagde persoon Middelbaar onderwijsniveau 2017 1e kwartaal 16 31 6
Ondervraagde persoon Hoger onderwijsniveau 2017 1e kwartaal 26 46 13
Ondervraagde persoon Bo 2017 1e kwartaal -4 -1 -5
Ondervraagde persoon Vbo, mavo 2017 1e kwartaal 5 15 -1
Ondervraagde persoon Havo, vwo, mbo 2017 1e kwartaal 16 31 6
Ondervraagde persoon Hbo 2017 1e kwartaal 24 43 12
Ondervraagde persoon Wo 2017 1e kwartaal 33 56 17
Ondervraagde persoon Werkzaam totaal 2017 1e kwartaal 29 44 19
Ondervraagde persoon Niet-werkzaam totaal 2017 1e kwartaal 3 18 -6
Ondervraagde persoon Niet-werkzaam 65- 2017 1e kwartaal 2 16 -6
Ondervraagde persoon Niet-werkzaam 65+ 2017 1e kwartaal 4 18 -6
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de opvattingen en verwachtingen van Nederlandse consumenten ten aanzien van de algemene economische ontwikkelingen en de eigen financiële situatie. Op basis van deze gegevens wordt de indicator Consumentenvertrouwen en de deelindicatoren Economisch klimaat en Koopbereidheid berekend. Overige gegevens betreffen onder andere de opvattingen en verwachtingen van consumenten ten aanzien van werkloosheid en prijzen. De gegevens zijn uitgesplitst naar verschillende persoonskenmerken. De statistiek “Consumenten Conjunctuuronderzoek” komt tot stand met medefinanciering door de Europese Commissie.

Gegevens beschikbaar van 1e kwartaal 2002 tot en met 1e kwartaal 2017.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 21 maart 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Consumentenvertrouwen
Het consumentenvertrouwen als saldo van positieve en negatieve
antwoorden in % van het totaal, per maand. Het consumentenvertrouwen
geeft informatie over het vertrouwen en verwachtingen van consumenten
over de ontwikkelingen van de Nederlandse economische groei.
In het Consumentenconjunctuuronderzoek worden maandelijks aan
ongeveer
economische en de eigen financiële situatie. Van iedere vraag wordt het
saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal
aantal antwoorden bepaald. De indicator van het consumentenvertrouwen
geeft een aardig beeld van de toekomstige ontwikkeling van de
consumptieve bestedingen, vooral van de bestedingen aan duurzame
goederen.
Naast de oorspronkelijke zijn er ook gegevens van het
consumentenvertrouwen beschikbaar die gecorrigeerd zijn voor
seizoensinvloeden.
Het consumentenvertrouwen wordt ook in de VS en in de lidstaten van de
EU gemeten. Deze internationale gegevens worden gepubliceerd door de
Organisatie voor Economische Ontwikkeling (OESO) te Parijs.
Consumentenvertrouwen:indicator
De berekening van de index van het consumentenvertrouwen is als volgt:
Als eerste stap in de berekening van de index wordt de
frequentieverdeling van de scores voor elke vraag omgezet in een
procentuele verdeling.
Vervolgens vindt per vraag een (ongewogen) optelling plaats van:
1. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'duidelijk beter'
en 'iets beter' (hierna: Pp);
2. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'iets slechter'
en 'duidelijk slechter' (hierna: Pn).
De index van het consumentenvertrouwen wordt berekend als het gemiddelde
van de saldi van de positieve (Pp) en negatieve (Pn) antwoorden op de
vijf
deelvragen, uitgedrukt in procenten.
De index kan een waarde aannemen van -100 tot +100. Bij een indexwaarde
van 0 is het aandeel pessimisten gelijk aan het aandeel optimisten.
De neutrale antwoorden en de categorie 'weet niet' blijven aldus bij de
berekening van de index van het consumentenvertrouwen buiten
beschouwing.
Economisch klimaat
Het economisch klimaat als saldo van positieve en negatieve antwoorden
in % van het totaal, per maand. Het economisch klimaat is een
deelindicator van het consumentenvertrouwen.
In het Consumentenconjunctuuronderzoek worden aan ongeveer 1000
respondenten twee vragen gesteld over de algemene economische situatie.
Van iedere vraag wordt het saldo van positieve en negatieve antwoorden in
procenten van het totaal aantal antwoorden bepaald. Het economisch
klimaat is het rekenkundig gemiddelde van deze twee saldi.
Economisch klimaat: indicator
De berekening van de index van het economisch klimaat is als volgt:
Als eerste stap in de berekening van de index wordt de
frequentieverdeling van de scores voor elke vraag omgezet in een
procentuele verdeling.
Vervolgens vindt per vraag een (ongewogen) optelling plaats van:
1. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'duidelijk beter'
en 'iets beter' (hierna: Pp);
2. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'iets slechter'
en 'duidelijk slechter' (hierna: Pn).
De index van het economisch klimaat wordt berekend als het gemiddelde
van de saldi van de positieve (Pp) en negatieve (Pn) antwoorden op de
twee
deelvragen, uitgedrukt in procenten.
De index kan een waarde aannemen van -100 tot +100. Bij een indexwaarde
van 0 is het aandeel pessimisten gelijk aan het aandeel optimisten.
De neutrale antwoorden en de categorie 'weet niet' blijven aldus bij de
berekening van de index van het consumentenvertrouwen buiten
beschouwing.
Koopbereidheid
De koopbereidheid als saldo van positieve en negatieve antwoorden
in % van het totaal, per maand. De koopbereidheid is een
deelindicator van het consumentenvertrouwen.
In het Consumentenconjunctuuronderzoek worden aan ongeveer 1000
respondenten twee vragen gesteld naar de eigen financiële situatie.
Daarnaast wordt de vraag gesteld of de consument de tijd gunstig acht
voor het doen van grote aankopen. Van iedere vraag wordt het saldo van
positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal aantal
antwoorden bepaald. De koopbereidheid is het rekenkundig gemiddelde van
deze drie saldi. De koopbereidheid is een goede indicator voor de
consumptieve bestedingen aan duurzame consumptiegoederen.
Koopbereidheid: indicator
De berekening van de index van de koopbereidheid is als volgt:
Als eerste stap in de berekening van de index wordt de
frequentieverdeling van de scores voor elke vraag omgezet in een
procentuele verdeling.
Vervolgens vindt per vraag een (ongewogen) optelling plaats van:
1. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'duidelijk beter'
en 'iets beter' (hierna: Pp);
2. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'iets slechter'
en 'duidelijk slechter' (hierna: Pn).
De index van de koopbereidheid wordt berekend als het gemiddelde
van de saldi van de positieve (Pp) en negatieve (Pn) antwoorden op de
drie
deelvragen, uitgedrukt in procenten.
De index kan een waarde aannemen van -100 tot +100. Bij een indexwaarde
van 0 is het aandeel pessimisten gelijk aan het aandeel optimisten.
De neutrale antwoorden en de categorie 'weet niet' blijven aldus bij de
berekening van de index van het consumentenvertrouwen buiten
beschouwing.