Gemeenterekeningen; balans per gemeente 2005-2014

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de balanssamenstelling van individuele gemeenten. De balans vormt een onderdeel van de financiële jaarrekening van gemeenten. In de tabel worden de balansstanden aan het eind van het jaar gepresenteerd. De bedragen zijn zowel in duizenden euro's als in euro's per inwoner vermeld.

Gegevens beschikbaar van 2005 tot 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per: 21 december 2016
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Activa in 1000 euro
Alle bezittingen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen bezittingen die meer duurzaam van aard zijn en bezittingen waarvoor dit minder geldt. De duurzame bezittingen zijn de vaste activa. De minder duurzame zijn de vlottende activa.
Totaal activa
Alle bezittingen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen bezittingen die meer duurzaam van aard zijn en bezittingen waarvoor dit minder geldt. De duurzame bezittingen zijn de vaste activa. De minder duurzame zijn de vlottende activa.
Vaste activa
Eigendommen die in economische zin bestemd zijn om duurzaam (langer dan één jaar) bij te dragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en financiële vaste activa.
Totaal vaste activa
Eigendommen die in economische zin bestemd zijn om duurzaam (langer dan één jaar) bij te dragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en financiële vaste activa.
Immateriële vaste activa
Alle activa die niet stoffelijk van aard zijn en niet onder de financiële vaste activa vallen. Als immateriële vaste activa mogen worden opgenomen: kosten die gemaakt zijn voor het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio, in het geval van opgenomen geldleningen (aan de passivazijde van de balans). Ook de onderzoeks- en ontwikkelingskosten gemaakt voor een bepaald actief, kunnen hier worden opgevoerd.
Ook behoren tot de immateriële vaste activa de verstrekte bijdragen aan activa die eigendom zijn van 'derden' (andere partijen). Het gaat hierbij om investeringen die bijdragen aan de openbare taken van de gemeente.
Materiële vaste activa
Bezittingen die stoffelijk aanwezig zijn en die duurzaam bijdragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Het gaat om werkelijke, fysiek aanwezige activa. Het betreft eigendommen die in economische zin bestemd zijn om duurzaam (langer dan één jaar) bij te dragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Hoewel niet fysiek van aard, moet ook software tot de materiële vaste activa worden gerekend.
Totaal materiële vaste activa
Bezittingen die stoffelijk aanwezig zijn en die duurzaam bijdragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Het gaat om werkelijke, fysiek aanwezige activa. Het betreft eigendommen die in economische zin bestemd zijn om duurzaam (langer dan één jaar) bij te dragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Hoewel niet fysiek van aard, moet ook software tot de materiële vaste activa worden gerekend.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa betreffen de financiële relaties van duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Deze duurzame financiële relatie ontstaat door deel te nemen in het kapitaal van die andere onderneming of instelling, door het verstrekken van een langlopende lening, door de aankoop van een obligatie, en dergelijke. Naast financiële vaste activa bestaan ook financiële vlottende activa. Deze laatste zijn een onderdeel van de (totale) vlottende activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vast' en 'vlottend' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker - niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding. Niet tot de financiële vaste activa wordt gerekend de verstrekte bijdragen aan activa die eigendom zijn van 'derden' (andere partijen). Deze worden gerekend tot de immateriële vaste activa.
Totaal financiële vaste activa
De financiële vaste activa betreffen de financiële relaties van duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Deze duurzame financiële relatie ontstaat door deel te nemen in het kapitaal van die andere onderneming of instelling, door het verstrekken van een langlopende lening, door de aankoop van een obligatie, en dergelijke. Naast financiële vaste activa bestaan ook financiële vlottende activa. Deze laatste zijn een onderdeel van de (totale) vlottende activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vast' en 'vlottend' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker - niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding. Niet tot de financiële vaste activa wordt gerekend de verstrekte bijdragen aan activa die eigendom zijn van 'derden' (andere partijen). Deze worden gerekend tot de immateriële vaste activa.
Vlottende activa
Eigendommen en financiële belangen die de gemeente binnen één jaar aanwendt voor de uitoefening van haar werkzaamheid, maar ook vorderingen die binnen één jaar worden afgewikkeld.
Totaal vlottende activa
Eigendommen en financiële belangen die de gemeente binnen één jaar aanwendt voor de uitoefening van haar werkzaamheid, maar ook vorderingen die binnen één jaar worden afgewikkeld.
Voorraden
Fysiek aanwezige goederen die niet bedoeld zijn om het functioneren van de gemeente duurzaam ten dienste te staan. Onder de voorraden vallen dus ook de gronden die niet bedoeld zijn voor het duurzame functioneren van de gemeente, maar die - na ontginning - bestemd zijn voor de verkoop, bijvoorbeeld in het kader van een woningbouwproject. Het gaat dan om ruwe bouwgrond die nog niet in bewerking ('niet in exploitatie') is genomen of bouwgrond die dat al wel is ('in exploitatie'). Hoewel niet fysiek aanwezig, vallen onder de voorraden ook de vooruitbetalingen: dit betreft voorraden waarvoor al wel betaald is, maar die nog niet fysiek zijn ontvangen.
Totaal voorraden
Fysiek aanwezige goederen die niet bedoeld zijn om het functioneren van de gemeente duurzaam ten dienste te staan. Onder de voorraden vallen dus ook de gronden die niet bedoeld zijn voor het duurzame functioneren van de gemeente, maar die - na ontginning - bestemd zijn voor de verkoop, bijvoorbeeld in het kader van een woningbouwproject. Het gaat dan om ruwe bouwgrond die nog niet in bewerking ('niet in exploitatie') is genomen of bouwgrond die dat al wel is ('in exploitatie'). Hoewel niet fysiek aanwezig, vallen onder de voorraden ook de vooruitbetalingen: dit betreft voorraden waarvoor al wel betaald is, maar die nog niet fysiek zijn ontvangen.
Financiële vlottende activa
De financiële relaties van niet-duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Naast financiële vlottende activa bestaan ook financiële vaste activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vlottend' en 'vast' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -niet- beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Totaal financiële vlottende activa
De financiële relaties van niet-duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Naast financiële vlottende activa bestaan ook financiële vaste activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vlottend' en 'vast' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -niet- beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Passiva in 1000 euro
Het totaal aan vermogensbestanddelen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen passiva die duurzaam van aard zijn en passiva waarvoor dit minder geldt. De duurzame vermogensbestanddelen zijn de vaste passiva. De minder duurzame zijn de vlottende passiva. Een ander hoofdonderscheid betreft het verschil tussen eigen en vreemd vermogen. Het eigen vermogen behoort aan de gemeente zelf. Bij vreemd vermogen is sprake van een schuld of verplichting aan anderen. Het vreemd vermogen geeft daarmee ook aan welk mogelijk beslag (claim van anderen) er ligt op de bezittingen. Tot het vreemd vermogen behoren de voorzieningen, de vaste schuld en de vlottende passiva.
Totaal passiva
Het totaal aan vermogensbestanddelen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen passiva die duurzaam van aard zijn en passiva waarvoor dit minder geldt. De duurzame vermogensbestanddelen zijn de vaste passiva. De minder duurzame zijn de vlottende passiva. Een ander hoofdonderscheid betreft het verschil tussen eigen en vreemd vermogen. Het eigen vermogen behoort aan de gemeente zelf. Bij vreemd vermogen is sprake van een schuld of verplichting aan anderen. Het vreemd vermogen geeft daarmee ook aan welk mogelijk beslag (claim van anderen) er ligt op de bezittingen. Tot het vreemd vermogen behoren de voorzieningen, de vaste schuld en de vlottende passiva.
Vaste passiva
De duurzame bestanddelen van het vermogen. Hiertoe behoren (de onderdelen van) het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schuld. Duurzame passiva zijn die passiva die (naar verwachting) gedurende meer dan één periode de uitoefening van de publieke taken van de gemeente ten dienste zullen komen. Voor opgenomen geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. Dit is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Totaal vaste passiva
De duurzame bestanddelen van het vermogen. Hiertoe behoren (de onderdelen van) het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schuld. Duurzame passiva zijn die passiva die (naar verwachting) gedurende meer dan één periode de uitoefening van de publieke taken van de gemeente ten dienste zullen komen. Voor opgenomen geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. Dit is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Eigen vermogen
Het totaal van de bezittingen (de activa) minus het totaal aan vreemd vermogen. Het eigen vermogen is samengesteld uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het resultaat van de exploitatie ná bestemming. Het resultaat na bestemming wordt het saldo van de rekening genoemd. 'Bestemming' betreft het geheel van toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Totaal eigen vermogen
Het totaal van de bezittingen (de activa) minus het totaal aan vreemd vermogen. Het eigen vermogen is samengesteld uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het resultaat van de exploitatie ná bestemming. Het resultaat na bestemming wordt het saldo van de rekening genoemd. 'Bestemming' betreft het geheel van toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Voorzieningen
Reservering voor toekomstige uitgaven waarbij de hoogte en het tijdstip van de besteding goed ingeschat kan worden. Een voorziening heeft in tegenstelling tot een bestemmingsreserve altijd een vaste bestemming die niet meer aangepast kan worden. De toekomstige uitgaven worden bij een voorziening gespreid over de resterende jaren tot de toekomstige uitgaven en al als lasten meegenomen. Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, maar redelijk te schatten. Ook worden voorzieningen gevormd vanwege risico's die op de balansdatum bestaan en die kunnen leiden tot verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker is, maar redelijk te schatten. Een derde reden voor het vormen van een voorziening betreft de gelijkmatige verdeling - over een aantal jaren - van toekomstige kosten. Voorwaarde hierbij is dat het om een - op balansdatum - al bestaande kostenpost gaat. De vierde en laatste vorm van voorzieningen betreft middelen die van derden (dus van buiten de gemeente) zijn ontvangen om specifiek te besteden, dat wilt zeggen voor een vastgelegd doel. Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen.

Per 1 januari 2008 worden de van Europese en Nederlandse overheden vooruit ontvangen uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel (bv. de aanleg van nieuwe infrastructuur) ter dekking van uitgaven in volgende jaren, anders opgenomen in de balans. Deze worden vanaf deze datum opgenomen onder de Overlopende Passiva. De bedragen stonden voorheen geboekt onder de Voorzieningen.
Dit heeft geleid tot een breuk in de cijfers van de betreffende balansposten van 2007 op 2008.
Vaste schuld
De vaste schuld is dat deel van het vreemd vermogen dat de uitoefening van de publieke taken van de gemeente 'duurzaam' - dit is: gedurende meer dan één periode - ten dienste zal komen. Tot de vaste schuld behoren: obligatieleningen, onderhandse leningen, door derden belegde gelden en waarborgsommen.
Totaal vaste schuld
De vaste schuld is dat deel van het vreemd vermogen dat de uitoefening van de publieke taken van de gemeente 'duurzaam' - dit is: gedurende meer dan één periode - ten dienste zal komen. Tot de vaste schuld behoren: obligatieleningen, onderhandse leningen, door derden belegde gelden en waarborgsommen.
Vlottende passiva
Kortlopende schuld en de overlopende passiva.
Totaal vlottende passiva
Kortlopende schuld en de overlopende passiva.