Prognose huishoudens; personen naar huishoudenspositie, 2005 - 2050

Prognose huishoudens; personen naar huishoudenspositie, 2005 - 2050

Leeftijd Burgerlijke staat Geslacht Perioden Personen (absoluut) Alleenstaande personen (absoluut) Samenwonende personen (absoluut) Thuiswonende kinderen (absoluut) Eénouders (absoluut) Overige personen (absoluut) In institutie wonende personen (absoluut)
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2005 8.060.106 1.137.334 4.144.432 2.490.300 72.772 137.397 77.885
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2010 8.131.961 1.254.220 4.120.451 2.466.004 87.331 138.825 65.155
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2020 8.278.729 1.448.022 4.131.108 2.398.104 107.890 141.162 52.445
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2030 8.348.420 1.575.390 4.082.970 2.372.740 117.786 137.774 61.760
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2040 8.316.160 1.620.126 3.963.988 2.406.317 126.801 129.299 69.628
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2050 8.261.722 1.625.993 3.896.496 2.408.102 137.405 120.724 72.999
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2005 8.234.488 1.334.389 4.129.420 2.136.401 372.739 129.003 132.538
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2010 8.330.506 1.450.484 4.105.432 2.115.508 402.655 138.049 118.393
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2020 8.521.098 1.662.119 4.116.112 2.044.033 445.820 151.212 101.807
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2030 8.673.461 1.813.848 4.067.971 2.025.864 489.242 156.385 120.151
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2040 8.703.947 1.859.929 3.948.988 2.064.124 532.753 157.623 140.532
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2050 8.644.192 1.831.628 3.881.496 2.058.781 563.039 160.413 148.835
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2005 2.040.716 26.369 5.369 1.981.094 7 18.642 9.235
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2010 2.014.517 27.918 5.668 1.955.053 7 18.801 7.073
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2020 1.929.374 28.292 5.766 1.872.659 7 18.360 4.289
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2030 1.914.219 25.197 5.136 1.862.141 7 17.591 4.146
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2040 1.959.079 26.187 5.345 1.905.148 7 18.095 4.296
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2050 1.942.513 26.904 5.524 1.887.651 7 18.140 4.282
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2005 1.948.332 30.165 12.081 1.878.908 1.825 18.722 6.633
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2010 1.924.120 31.972 12.837 1.852.982 1.967 18.782 5.577
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2020 1.842.717 32.637 13.011 1.772.496 2.002 18.462 4.111
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2030 1.828.649 29.055 11.446 1.764.757 1.776 17.639 3.974
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2040 1.872.555 30.313 11.751 1.806.410 1.846 18.113 4.125
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2050 1.858.344 31.358 11.945 1.790.799 1.899 18.230 4.114
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2005 5.057.952 934.105 3.416.890 509.207 65.258 96.371 36.134
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2010 5.036.571 1.015.670 3.312.415 510.955 75.428 95.106 27.030
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2020 4.892.757 1.094.819 3.085.633 525.444 80.962 89.687 16.213
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2030 4.697.517 1.089.741 2.923.919 510.596 76.493 81.446 15.321
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2040 4.538.597 1.049.286 2.818.490 501.174 83.150 72.044 14.447
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2050 4.667.460 1.084.417 2.876.057 520.447 100.947 70.555 15.022
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2005 4.964.213 723.573 3.551.528 257.492 336.095 72.858 22.653
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2010 5.005.825 812.498 3.471.418 262.526 361.405 79.055 18.937
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2020 4.946.466 913.445 3.277.679 271.540 386.298 83.374 14.134
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2030 4.791.770 918.365 3.116.024 261.109 403.157 79.454 13.645
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2040 4.632.715 877.510 2.989.796 257.710 421.488 73.325 12.878
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2050 4.741.194 924.138 3.014.331 267.988 443.524 77.909 13.314
65 jaar of ouder Personen Mannen 2005 961.438 176.858 722.163 7.511 22.394 32.524
65 jaar of ouder Personen Mannen 2010 1.080.873 210.637 802.365 11.904 24.921 31.047
65 jaar of ouder Personen Mannen 2020 1.456.598 324.903 1.039.715 26.923 33.123 31.949
65 jaar of ouder Personen Mannen 2030 1.736.684 460.452 1.153.912 41.292 38.723 42.298
65 jaar of ouder Personen Mannen 2040 1.818.484 544.653 1.140.147 43.651 39.156 50.890
65 jaar of ouder Personen Mannen 2050 1.651.749 514.669 1.014.913 36.446 32.022 53.688
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2005 1.321.943 580.644 565.806 34.817 37.422 103.254
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2010 1.400.561 606.016 621.180 39.279 40.202 93.878
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2020 1.731.915 716.034 825.419 57.519 49.372 83.558
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2030 2.053.042 866.423 940.489 84.305 59.283 102.521
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2040 2.198.677 952.113 947.446 109.419 66.174 123.526
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2050 2.044.654 876.138 855.218 117.616 64.271 131.408
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Gegevens beschikbaar: vanaf 2005
Frequentie: 18 april 2007 stopgezet

Infoservice: href="http://www.cbs.nl/infoservice">http://www.cbs.nl/infoservice
Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek
Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.

Toelichting onderwerpen

Personen
Alleenstaande personen
Persoon die alleen in een woonruimte is gehuisvest en hierdoor een
eenpersoonshuishoudens vormt. Tot alleenstaanden worden ook personen
gerekend die met anderen eenzelfde adres bewonen maar een eigen
huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten
aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in
afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonende personen
Personen die - al dan niet gehuwd - een gemeenschappelijke
huishouding voeren met een vaste partner.
Thuiswonende kinderen
Thuiswonende kinderen betreffen alle in het huishouden van hun
ouder(s) aanwezige eigen, pleeg-, stief- of adoptiekinderen die zelf
geen kinderen hebben.
Eénouders
Personen met thuiswonende kinderen die niet samenwonen met een vaste
partner.
Overige personen
Personen die met andere personen op eenzelfde adres wonen maar geen
partnerrelatie met die andere personen onderhouden en geen kind zijn van
die andere personen. Te denken valt bijvoorbeeld aan kostgangers
die bij een gezin inwonen of studenten die een huishouden vormen.
In institutie wonende personen
Personen die langer dan een jaar in een instelling verblijven, zoals
verpleeg-, verzorgings- bejaarden- en kindertehuizen,
opvoedingsinternaten, revalidatiecentra en gevangenissen.