Personen met startkwalificatie; kenmerken 2001 - 2006

Personen met startkwalificatie; kenmerken 2001 - 2006

Leeftijd Kenmerken Perioden Personen met startkwalificatie (aantal) (x 1000) Personen met startkwalificatie (%) (% personen met startkwalificatie)
Totaal leeftijd Mannen en vrouwen 2001 6.665 62
Totaal leeftijd Mannen en vrouwen 2002 6.802 63
Totaal leeftijd Mannen en vrouwen 2003 6.967 64
Totaal leeftijd Mannen en vrouwen 2004 7.130 65
Totaal leeftijd Mannen en vrouwen 2005 7.229 66
Totaal leeftijd Mannen en vrouwen 2006 7.270 66
Totaal leeftijd Mannen 2001 3.504 64
Totaal leeftijd Mannen 2002 3.577 65
Totaal leeftijd Mannen 2003 3.649 66
Totaal leeftijd Mannen 2004 3.707 67
Totaal leeftijd Mannen 2005 3.750 68
Totaal leeftijd Mannen 2006 3.729 68
Totaal leeftijd Vrouwen 2001 3.161 59
Totaal leeftijd Vrouwen 2002 3.225 60
Totaal leeftijd Vrouwen 2003 3.318 62
Totaal leeftijd Vrouwen 2004 3.423 63
Totaal leeftijd Vrouwen 2005 3.479 64
Totaal leeftijd Vrouwen 2006 3.541 65
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de Enquête
beroepsbevolking (EBB). De EBB is een onderzoek dat door het CBS
wordt uitgevoerd om informatie te verzamelen over de relatie tussen
mens en arbeidsmarkt. Hierbij worden kenmerken van personen in verband
gebracht met hun huidige dan wel toekomstige positie op de arbeidsmarkt.

Deze tabel bevat gegevens over het hebben van een startkwalificatie
voor de arbeidsmarkt. Een gedegen opleiding is essentieel om succesvol
de stap naar de arbeidsmarkt te kunnen maken. De minimale opleiding
die hiervoor nodig is wordt aangeduid met de term startkwalificatie.
Wanneer jongeren eerder van school gaan, wordt verwacht dat ze
problemen krijgen op de arbeidsmarkt. Dit geldt zowel voor het vinden
van een baan als bij het doorstromen naar betere posities op de
arbeidsmarkt. In deze publicatie worden gegevens over personen met en
zonder startkwalificatie weergegeven.

Een startkwalificatie wordt in Nederland gelijk gesteld aan een
opleiding op niveau 2 van de kwalificatiestructuur van de Wet
educatie en beroepsonderwijs (WEB). Dit betekent in het kort,
dat na het verlaten van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
(vmbo; voorheen vbo en mavo) nog een beroepsopleiding moet worden
gevolgd met een minimale opleidingsduur van twee jaar. Ook een
afgeronde havo- of vwo-opleiding wordt als een startkwalificatie
beschouwd. In de EBB wordt de startkwalificatie afgeleid met
behulp van het behaalde onderwijsniveau van respondenten. Van
respondenten met minimaal een opleiding op niveau 4.1
van de Standaard Onderwijsindeling (SOI) hebben een startkwalificatie
behaald.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2001

Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers
Cijfers op basis van de EBB zijn altijd definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie
Gecorrigeerd per: 4 april 2007
Reden correctie:
Voor de periode 2001 tot en met 2006 zijn de gegevens in deze
publicatie aangepast in verband met een nieuwe onderwijsvariabele.
In plaats van de SOI indeling 2003 is voor deze publicatie gebruik
gemaakt van de SOI indeling 2006. Deze SOI-indeling is in de EBB
bestanden teruggelegd tot en met 2000. Deze wijziging heeft behalve
op de cijfers over het onderwijsniveau, betrekking op de meeste
andere cijfers in deze publicatie.
Dit komt doordat het al dan niet hebben van een startkwalificatie
wordt afgeleid op basis van de SOI.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Personen met startkwalificatie (aantal)
Startkwalificatie:
Een afgeronde havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding (mbo-2;
dat wil zeggen niveau 2 van de kwalificatiestructuur, zoals vastgelegd in
de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)).
Personen met startkwalificatie (%)
Startkwalificatie:
Een afgeronde havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding (mbo-2;
dat wil zeggen niveau 2 van de kwalificatiestructuur, zoals vastgelegd in
de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)).
Percentage personen buiten het reguliere onderwijs, binnen de
gepresenteerde groep, met een startkwalificatie.
Bijvoorbeeld: Leeftijd: 15-24 jaar; Mannen; 2004: percentage = 43 procent.
Dit betekent dat 43 procent van de jonge mannen die geen regulier
onderwijs volgen, een startkwalificatie heeft.