Prognose huishoudens; personen naar huishoudenspositie, 2003 - 2050

Prognose huishoudens; personen naar huishoudenspositie, 2003 - 2050

Leeftijd Burgerlijke staat Geslacht Perioden Personen (absoluut) Alleenstaande personen (absoluut) Samenwonende personen (absoluut) Thuiswonende kinderen (absoluut) Eenouders (absoluut) Overige personen (absoluut) In institutie wonende personen (absoluut)
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2003 8.022.413 1.102.761 4.144.850 2.498.122 66.876 133.813 75.993
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2010 8.267.479 1.275.815 4.190.379 2.518.769 79.836 139.964 62.715
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2020 8.546.680 1.486.568 4.281.824 2.484.317 90.744 147.654 55.574
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2030 8.725.845 1.618.905 4.320.236 2.476.464 94.381 149.673 66.186
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2040 8.759.732 1.654.316 4.272.474 2.514.486 96.993 145.381 76.081
Totaal over de leeftijden Personen Mannen 2050 8.705.953 1.635.323 4.248.015 2.506.072 96.001 139.900 80.642
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2003 8.179.427 1.300.167 4.129.848 2.140.524 352.773 124.046 132.069
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2010 8.399.658 1.429.319 4.175.380 2.161.353 386.395 134.387 112.828
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2020 8.665.244 1.613.334 4.266.821 2.118.662 418.295 148.515 99.617
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2030 8.880.724 1.738.121 4.305.238 2.112.705 451.539 155.892 117.230
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2040 8.954.861 1.767.439 4.257.474 2.153.746 479.720 158.453 138.030
Totaal over de leeftijden Personen Vrouwen 2050 8.909.282 1.739.592 4.233.018 2.137.592 490.548 160.289 148.245
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2003 2.032.095 24.926 5.448 1.975.420 1 17.722 8.579
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2010 2.051.116 27.689 6.001 1.992.649 1 18.386 6.390
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2020 1.993.419 28.574 6.189 1.935.987 1 18.220 4.449
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2030 1.991.231 25.771 5.573 1.937.902 1 17.650 4.332
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2040 2.040.848 26.908 5.808 1.985.440 1 18.188 4.500
0 tot 20 jaar Personen Mannen 2050 2.015.294 27.539 5.958 1.959.171 1 18.153 4.467
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2003 1.937.771 25.316 13.048 1.874.934 1.515 17.292 5.660
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2010 1.957.812 28.623 14.219 1.890.222 1.724 18.006 5.011
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2020 1.902.169 29.754 14.749 1.833.625 1.793 17.987 4.262
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2030 1.898.606 26.698 13.273 1.835.565 1.610 17.311 4.146
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2040 1.945.202 27.872 13.799 1.879.725 1.679 17.819 4.305
0 tot 20 jaar Personen Vrouwen 2050 1.920.420 28.602 14.138 1.853.847 1.722 17.835 4.274
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2003 5.064.623 906.421 3.446.476 522.706 60.199 93.542 35.267
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2010 5.123.765 1.025.274 3.385.381 526.119 68.053 94.230 24.703
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2020 5.078.318 1.116.796 3.236.171 548.330 67.867 92.387 16.755
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2030 4.950.427 1.117.253 3.131.279 538.569 59.856 87.359 16.114
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2040 4.801.856 1.070.721 3.049.069 529.048 57.309 80.373 15.317
20 tot 65 jaar Personen Mannen 2050 4.901.611 1.079.945 3.119.165 546.902 58.919 80.848 15.819
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2003 4.943.075 708.217 3.567.605 265.589 311.336 67.529 22.788
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2010 5.047.185 814.691 3.529.074 271.129 339.965 74.220 18.130
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2020 5.048.188 906.022 3.406.877 285.035 355.911 79.934 14.403
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2030 4.943.422 903.419 3.305.478 277.140 365.170 78.153 14.066
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2040 4.799.406 856.276 3.216.521 274.025 366.670 72.551 13.357
20 tot 65 jaar Personen Vrouwen 2050 4.889.433 876.197 3.271.740 283.743 369.451 74.541 13.750
65 jaar of ouder Personen Mannen 2003 925.695 171.412 692.914 6.676 22.547 32.140
65 jaar of ouder Personen Mannen 2010 1.092.598 222.856 798.988 11.783 27.341 31.624
65 jaar of ouder Personen Mannen 2020 1.474.943 341.201 1.039.458 22.871 37.036 34.368
65 jaar of ouder Personen Mannen 2030 1.784.187 475.882 1.183.386 34.525 44.663 45.739
65 jaar of ouder Personen Mannen 2040 1.917.028 556.685 1.217.592 39.680 46.808 56.257
65 jaar of ouder Personen Mannen 2050 1.789.048 527.836 1.122.887 37.082 40.904 60.347
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2003 1.298.581 566.635 549.184 39.922 39.219 103.615
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2010 1.394.661 586.010 632.095 44.709 42.152 89.698
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2020 1.714.887 677.564 845.185 60.595 50.589 80.953
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2030 2.038.696 808.000 986.488 84.766 60.425 99.028
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2040 2.210.253 883.274 1.027.146 111.368 68.072 120.368
65 jaar of ouder Personen Vrouwen 2050 2.099.429 834.787 947.140 119.372 67.901 130.218
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

De prognose beschrijft de verwachte toekomstige ontwikkeling van de
bevolking naar huishoudenspositie en huishoudens naar type
2003 - 2050
Gewijzigd op 21 februari 2005.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Personen
Alleenstaande personen
Persoon die alleen in een woonruimte is gehuisvest en hierdoor een
eenpersoonshuishoudens vormt. Tot alleenstaanden worden ook personen
gerekend die met anderen eenzelfde adres bewonen maar een eigen
huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten
aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in
afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonende personen
Personen die - al dan niet gehuwd - een gemeenschappelijke
huishouding voeren met een vaste partner.
Thuiswonende kinderen
Thuiswonende kinderen betreffen alle in het huishouden van hun
ouder(s) aanwezige eigen, pleeg-, stief- of adoptiekinderen die zelf
geen kinderen hebben.
Eenouders
Personen met thuiswonende kinderen die niet samenwonen met een vaste
partner.
Overige personen
Personen die met andere personen op eenzelfde adres wonen maar geen
partnerrelatie met die andere personen onderhouden en geen kind zijn van
die andere personen. Te denken valt bijvoorbeeld aan kostgangers
die bij een gezin inwonen of studenten die een huishouden vormen.
In institutie wonende personen
Personen die langer dan een jaar in een instelling verblijven, zoals
verpleeg-, verzorgings- bejaarden- en kindertehuizen,
opvoedingsinternaten, revalidatiecentra en gevangenissen.