Inkomens van particuliere huishoudens naar herkomstgroepering: 2000

Inkomens van particuliere huishoudens naar herkomstgroepering: 2000

Herkomst Kenmerken Particuliere huishoudens met inkomen Particuliere huishoudens met inkomen (x1000) Particuliere huishoudens met inkomen Besteedbaar inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met inkomen Gestandaardiseerd inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Aantal huishoudens met 52 weken inkomen (x1000) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Besteedbaar inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Gestandaardiseerd inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Met laag inkomen (x 1 000) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Met langdurig laag inkomen (x 1 000) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Onder of rond sociaal minimum (x 1 000)
Nederland Totaal Kenmerken 6.623,8 25,9 18,0 6.477,2 26,2 18,2 825,5 370,7 610,7
Nederland Sociaal economische categorie: actief 4.275,3 29,7 19,6 4.219,3 30,0 19,8 256,6 52,6 165,9
Nederland Sociaal economische categorie: pensioen 1.550,0 19,9 16,3 1.547,3 20,0 16,3 223,6 142,2 183,6
Nederland Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 798,5 17,0 12,4 710,6 17,2 12,6 345,2 175,8 261,3
Nederland Eenpersoonshuishoudens 2.141,3 15,6 15,6 2.053,7 15,9 15,9 448,2 233,9 330,6
Nederland Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 2.629,5 31,0 21,0 2.604,5 31,1 21,1 129,4 45,0 120,9
Nederland Meerpersoonshuishoudens met kinderen 1.853,0 30,5 16,4 1.819,0 30,8 16,5 247,8 91,8 159,2
Nederland Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 3.007,7 25,8 17,4 2.903,2 26,4 17,7 373,9 115,5 253,1
Nederland Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 2.226,5 29,7 19,8 2.186,1 30,0 19,9 242,4 117,3 180,7
Nederland Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 1.389,6 20,0 16,4 1.388,0 20,0 16,4 209,2 137,8 176,9
Herkomstland onbekend Totaal Kenmerken 5,1 19,4 15,0 3,9 23,5 18,0 0,8 0,1 0,7
Herkomstland onbekend Sociaal economische categorie: actief 3,4 22,7 17,4 3,0 25,4 19,4 0,4 . 0,3
Herkomstland onbekend Sociaal economische categorie: pensioen 0,3 17,7 14,3 0,3 18,6 15,0 0,2 . 0,2
Herkomstland onbekend Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 1,3 11,5 9,1 0,6 16,2 12,0 0,3 . 0,2
Herkomstland onbekend Eenpersoonshuishoudens 3,1 12,4 12,4 2,1 15,6 15,6 0,6 . 0,5
Herkomstland onbekend Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 1,2 30,6 21,0 1,1 32,6 22,4 0,1 . 0,1
Herkomstland onbekend Meerpersoonshuishoudens met kinderen 0,8 29,7 16,0 0,6 33,5 18,0 0,1 . 0,1
Herkomstland onbekend Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 3,7 17,9 14,0 2,7 22,1 17,0 0,6 . 0,4
Herkomstland onbekend Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 1,1 24,3 18,2 0,9 27,8 20,6 0,2 . 0,2
Herkomstland onbekend Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 0,3 21,1 16,8 0,3 23,5 18,6 0,1 . 0,1
Duitsland Totaal Kenmerken 200,0 24,6 17,8 191,1 24,8 17,9 27,4 13,6 21,1
Duitsland Sociaal economische categorie: actief 100,6 29,3 20,0 98,8 29,8 20,3 6,2 1,2 4,3
Duitsland Sociaal economische categorie: pensioen 62,3 19,6 16,1 62,2 19,6 16,1 9,2 5,8 7,6
Duitsland Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 37,1 20,2 14,7 30,0 19,2 14,1 12,0 6,6 9,2
Duitsland Eenpersoonshuishoudens 72,7 15,0 15,0 68,7 15,3 15,3 17,5 9,9 13,2
Duitsland Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 91,8 30,0 20,5 89,2 29,9 20,4 5,2 2,0 4,8
Duitsland Meerpersoonshuishoudens met kinderen 35,4 30,4 16,6 33,3 30,7 16,7 4,8 1,7 3,2
Duitsland Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 55,4 24,5 17,1 50,7 25,1 17,5 7,7 2,3 5,4
Duitsland Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 91,0 27,6 19,2 87,1 27,8 19,3 11,5 5,8 8,7
Duitsland Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 53,5 19,5 16,1 53,2 19,6 16,2 8,3 5,4 7,0
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Totaal Kenmerken 36,5 23,5 16,4 34,2 24,7 17,2 5,5 1,9 4,3
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Sociaal economische categorie: actief 26,7 25,8 17,8 25,2 27,0 18,6 2,2 0,3 1,5
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Sociaal economische categorie: pensioen 3,6 19,8 14,9 3,6 19,8 14,9 0,8 0,5 0,8
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 6,3 15,7 11,5 5,4 16,8 12,3 2,5 1,2 2,0
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Eenpersoonshuishoudens 13,1 13,9 13,9 11,4 15,3 15,3 2,9 1,0 2,2
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 13,3 29,3 19,6 13,1 29,8 19,9 1,0 0,3 1,0
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Meerpersoonshuishoudens met kinderen 10,1 28,1 15,5 9,7 28,8 15,9 1,6 0,6 1,1
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 22,5 22,8 16,1 20,4 24,5 17,2 3,2 0,7 2,4
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 11,5 26,0 17,7 11,1 26,5 18,0 1,5 0,7 1,2
Portugal, Spanje, Italië en Griekenland Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 2,6 18,0 13,9 2,6 17,9 13,9 0,8 0,5 0,7
Overige EU-landen Totaal Kenmerken 15,0 26,1 19,1 13,9 27,5 20,1 2,0 0,9 1,6
Overige EU-landen Sociaal economische categorie: actief 10,7 28,9 20,6 10,1 30,2 21,5 0,9 0,2 0,7
Overige EU-landen Sociaal economische categorie: pensioen 2,3 21,6 18,2 2,3 21,6 18,2 0,4 0,2 0,3
Overige EU-landen Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 2,1 16,5 12,5 1,5 18,3 13,8 0,7 0,5 0,6
Overige EU-landen Eenpersoonshuishoudens 6,4 16,2 16,2 5,6 17,7 17,7 1,2 0,6 0,9
Overige EU-landen Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 5,3 33,3 23,0 5,1 34,0 23,5 0,4 0,1 0,3
Overige EU-landen Meerpersoonshuishoudens met kinderen 3,4 33,7 18,5 3,2 34,5 18,9 0,4 0,2 0,3
Overige EU-landen Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 7,9 24,4 18,0 7,0 26,7 19,6 1,0 0,3 0,8
Overige EU-landen Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 5,2 30,5 21,2 5,0 31,2 21,6 0,6 0,3 0,5
Overige EU-landen Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 1,9 21,3 18,1 1,9 21,2 17,9 0,4 0,2 0,3
Rijke OESO-landen Totaal Kenmerken 20,4 29,8 21,4 18,6 31,7 22,8 2,5 0,7 1,9
Rijke OESO-landen Sociaal economische categorie: actief 16,6 32,1 22,8 15,6 34,0 24,0 1,4 0,2 1,0
Rijke OESO-landen Sociaal economische categorie: pensioen 1,5 24,1 20,0 1,5 24,1 20,0 0,3 0,2 0,3
Rijke OESO-landen Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 2,3 16,9 12,7 1,5 16,3 12,5 0,8 0,4 0,7
Rijke OESO-landen Eenpersoonshuishoudens 8,3 18,7 18,7 7,1 20,8 20,8 1,4 0,5 1,1
Rijke OESO-landen Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 6,2 37,5 26,1 5,9 38,5 26,8 0,4 0,1 0,4
Rijke OESO-landen Meerpersoonshuishoudens met kinderen 5,9 37,3 20,4 5,5 38,6 21,0 0,7 0,2 0,4
Rijke OESO-landen Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 13,3 27,8 20,1 11,8 30,3 21,9 1,5 0,3 1,1
Rijke OESO-landen Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 5,7 35,5 24,5 5,4 36,4 25,1 0,6 0,2 0,6
Rijke OESO-landen Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 1,4 25,8 21,4 1,4 25,9 21,5 0,3 0,2 0,3
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Totaal Kenmerken 199,8 27,0 19,2 195,3 27,4 19,4 21,5 9,1 16,1
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Sociaal economische categorie: actief 138,6 29,8 20,3 136,7 30,1 20,5 7,9 1,7 5,2
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Sociaal economische categorie: pensioen 39,6 23,1 18,9 39,5 23,1 18,9 3,9 2,2 3,5
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 21,6 16,3 12,5 19,0 16,6 12,7 9,8 5,2 7,4
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Eenpersoonshuishoudens 74,0 17,1 17,1 71,1 17,5 17,5 12,5 6,0 9,4
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 67,2 33,7 22,9 66,6 33,8 23,0 2,4 0,7 2,3
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Meerpersoonshuishoudens met kinderen 58,6 31,9 17,4 57,6 32,2 17,6 6,7 2,4 4,4
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 96,7 26,2 18,3 93,5 26,8 18,7 10,8 3,2 7,4
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 68,7 30,0 20,4 67,3 30,3 20,5 7,2 3,7 5,4
Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 34,4 23,2 19,2 34,4 23,2 19,2 3,5 2,1 3,2
Overig voormalige Oostbloklanden Totaal Kenmerken 22,7 23,8 17,3 21,1 24,9 18,1 3,9 1,6 3,1
Overig voormalige Oostbloklanden Sociaal economische categorie: actief 14,8 26,8 18,8 13,9 28,2 19,7 1,4 0,2 1,1
Overig voormalige Oostbloklanden Sociaal economische categorie: pensioen 4,2 20,7 17,0 4,1 20,8 17,1 0,7 0,5 0,6
Overig voormalige Oostbloklanden Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 3,7 15,5 11,8 3,1 15,6 12,0 1,8 0,9 1,4
Overig voormalige Oostbloklanden Eenpersoonshuishoudens 9,2 14,8 14,8 8,2 16,0 16,0 2,3 1,1 1,7
Overig voormalige Oostbloklanden Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 7,9 31,0 21,1 7,7 31,3 21,4 0,6 0,2 0,6
Overig voormalige Oostbloklanden Meerpersoonshuishoudens met kinderen 5,5 28,7 16,1 5,2 29,4 16,4 1,0 0,3 0,7
Overig voormalige Oostbloklanden Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 10,7 21,7 15,6 9,5 23,6 16,9 1,9 0,5 1,4
Overig voormalige Oostbloklanden Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 8,4 27,6 19,3 8,1 27,9 19,5 1,4 0,7 1,0
Overig voormalige Oostbloklanden Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 3,6 21,4 17,8 3,5 21,4 17,8 0,7 0,5 0,6
Overige westerse landen Totaal Kenmerken 0,5 23,7 16,6 0,5 26,1 18,2 0,1 . 0,1
Overige westerse landen Sociaal economische categorie: actief 0,4 25,4 17,5 0,4 28,2 19,4 0,1 . .
Overige westerse landen Sociaal economische categorie: pensioen . . . . . . - - -
Overige westerse landen Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 0,1 13,2 10,8 0,1 12,1 9,9 0,0 . .
Overige westerse landen Eenpersoonshuishoudens 0,2 13,3 13,3 0,2 15,8 15,8 . . .
Overige westerse landen Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 0,1 31,1 21,1 0,1 32,2 21,9 . . .
Overige westerse landen Meerpersoonshuishoudens met kinderen 0,2 33,1 17,8 0,2 33,6 18,1 . . .
Overige westerse landen Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 0,4 22,1 15,5 0,3 24,5 17,0 0,1 . 0,0
Overige westerse landen Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 0,1 29,6 20,5 0,1 32,4 22,6 . . .
Overige westerse landen Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder . . . . . . . - .
Nederlandse Antillen en Aruba Totaal Kenmerken 45,8 18,4 13,4 40,6 20,2 14,6 13,1 4,0 9,7
Nederlandse Antillen en Aruba Sociaal economische categorie: actief 30,4 21,7 15,5 27,6 23,4 16,7 3,7 0,5 2,3
Nederlandse Antillen en Aruba Sociaal economische categorie: pensioen 1,5 17,7 14,4 1,5 17,8 14,6 0,7 0,4 0,6
Nederlandse Antillen en Aruba Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 14,0 11,6 8,8 11,5 12,7 9,6 8,8 3,1 6,8
Nederlandse Antillen en Aruba Eenpersoonshuishoudens 20,5 11,9 11,9 17,1 13,6 13,6 6,3 2,0 4,9
Nederlandse Antillen en Aruba Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 8,9 27,1 18,6 8,4 28,3 19,4 1,0 0,2 0,9
Nederlandse Antillen en Aruba Meerpersoonshuishoudens met kinderen 16,4 21,9 12,4 15,1 23,2 13,1 5,8 1,8 3,8
Nederlandse Antillen en Aruba Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 32,8 17,5 12,7 28,2 19,6 14,1 9,2 2,3 6,5
Nederlandse Antillen en Aruba Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 11,3 21,7 15,6 10,8 22,4 16,0 3,0 1,2 2,3
Nederlandse Antillen en Aruba Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 1,6 15,4 12,9 1,6 15,7 13,2 0,9 0,5 0,9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Inkomens; particuliere huishoudens naar herkomstgroepering
(land van herkomst)en persoonskenmerken
2000
Gewijzigd op 19 december 2003.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens met inkomen
Particuliere huishoudens met inkomen
Besteedbaar inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Particuliere huishoudens met 52 wk. ink.
Aantal huishoudens met 52 weken inkomen
Besteedbaar inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Met laag inkomen
Laag inkomen.
Een inkomen is laag wanneer het omgerekend naar een
inkomen van een alleenstaande, een lagere koopkracht
vertegenwoordigt dan een bedrag van 7260 euro in
prijzen van 1990.
Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft,
wordt het inkomen van een huishouden gecorrigeerd
voor verschillen in huishoudsamenstelling. Deze
correctie vindt plaats met behulp van equivalentie-
factoren. In de equivalentiefactor komen de
schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn
van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding.
Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle
inkomens herleid tot het inkomen van een
eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaarts-
niveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.
Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met
het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie) herleid
naar het prijspeil in 1990.
Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde
inkomen is laag wanneer het minder is dan 7260 euro.
Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht
van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in
1979, die was toen, in prijzen van 1990, 7215 euro.
Met langdurig laag inkomen
Percentage huishoudens met langdurig laag inkomen.
Langdurig laag inkomen
Van huishoudens met een laag inkomen is vastgesteld, of
zij ook in de voorafgaande drie jaar een laag inkomen
hadden. Tot de langdurige lage inkomens behoren derhalve
huishoudens die minstens vier jaar achtereen van
een laag inkomen moesten rondkomen.
Onder of rond sociaal minimum
Percentage huishoudens met een inkomen onder of rond het sociaal minimum.
Inkomen onder of rond het sociaal minimum
Het begrip inkomen onder of rond het sociaal minimum is
afgeleid van het besteedbaar huishoudensinkomen. Het
inkomen is gelijk aan het besteedbaar inkomen verminderd
met eventueel ontvangen huursubsidie. Het beleidsmatig
minimum (of het sociaal minimum) is het wettelijk
bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming
voor 2000 is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen
of het inkomen van een huishouden onder het minimum valt,
moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld
welke norm voor het desbetreffende huishouden van
toepassing is. De norm voor een eenoudergezin met twee
kinderen, bijvoorbeeld, bedraagt 90% van de
bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de
(leeftijd-afhankelijke) kinderbijslag.
Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm
gekozen.
De inkomensgrens is geformuleerd als 105% van het sociaal
minimum.