Afvalwaterzuivering bij bedrijven; installaties, type zuivering, 1993-2009
Kenmerken | Perioden | Capaciteit zuiveringsinstallaties Capaciteit (1 000 i.e.) | Capaciteit zuiveringsinstallaties Corresponderend aantal installaties (aantal) |
---|---|---|---|
Totaal | 2009 | 13.804 | 209 |
Lozing op riolering/rwzi | 2009 | 4.577 | 118 |
Lozing op regionaal oppervlaktewater | 2009 | 3.936 | 29 |
Lozing op rijkswater | 2009 | 5.041 | 61 |
Bodemverzinking | 2009 | - | - |
Hergebruik van het effluent | 2009 | 250 | 1 |
Onbekende effluentbestemming | 2009 | - | - |
A Landbouw, bosbouw en visserij | 2009 | - | - |
B Delfstoffenwinning | 2009 | - | - |
C Industrie | 2009 | 10.923 | 171 |
D-E Energievoorziening en afvalbeheer | 2009 | 2.531 | 25 |
F Bouwnijverheid | 2009 | - | - |
G-U Dienstverlening | 2009 | 350 | 13 |
10-12 Voedings-, genotmiddelenind. | 2009 | 6.944 | 104 |
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie | 2009 | 116 | 4 |
16-18 Hout- en papierindustrie | 2009 | 895 | 13 |
19-21 Raffinaderijen en chemie | 2009 | 2.802 | 44 |
22-23 Kunststof-, bouwmateriaalindustrie | 2009 | 22 | 2 |
24 Basismetaalindustrie | 2009 | 143 | 2 |
25-30 Metaalelektro-industrie | 2009 | 2 | 1 |
31-33 Overige industrie en reparatie | 2009 | 0 | 1 |
Natte afvoer | 2009 | 805 | 26 |
Droogbedden | 2009 | 385 | 7 |
Lagunes | 2009 | 929 | 9 |
Overige natuurlijke ontwatering | 2009 | 575 | 23 |
Zeefbandpers | 2009 | 3.296 | 34 |
Filterpers | 2009 | 2.934 | 28 |
Centrifuge | 2009 | 3.708 | 46 |
Overige kunstmatige ontwatering | 2009 | 1.305 | 11 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Het CBS verzamelt, binnen het kader van de milieustatistieken, gegevens over de zuivering van stedelijk afvalwater en over de particuliere zuivering van afvalwater van voornamelijk industriële oorsprong.
Stedelijke ofwel openbare afvalwaterzuivering betreft het zuiveren van afvalwater dat door huishoudens en bedrijven op het riool wordt geloosd. Bij particuliere afvalwaterzuivering gaat het om bedrijven en instellingen die over een eigen zuiveringsinstallatie beschikken. In de zuiveringsinstallaties worden uit het aangevoerde afvalwater (influent) de verontreinigingen verwijderd door middel van mechanische, biologische en/of fysisch-chemische zuiveringstechnieken. Het gezuiverde afvalwater (effluent) wordt op het oppervlaktewater geloosd. Bij de afvalwaterzuivering ontstaat een restproduct, het zuiveringsslib. In zuiveringsslib afkomstig van biologische installaties kunnen de organische stoffen nog verder worden afgebroken (slibgisting). Bij dit proces komt biogas vrij, dat kan worden gebruikt voor energieopwekking. Het zuiveringsslib wordt daarna eventueel ontdaan van het overtollige water (ontwatering). Daarna kan het slib, afhankelijk van de kwaliteit, worden hergebruikt (voor bijvoorbeeld compostbereiding) of wordt het uiteindelijk gestort of verbrand.
Deze tabel bevat een deel van de uitkomsten van de jaarlijkse enquête Afvalwaterzuiveringsslib van bedrijven en instellingen: de aantallen en ontwerpcapaciteit van de particuliere afvalwaterzuiveringsinstallaties, onderverdeeld naar zuiveringstype. In de tabel zijn de gegevens uit te splitsen naar de volgende kenmerken:
- bestemming van het gezuiverde afvalwater (effluent);
- bedrijfsklasse volgens de SBI 2008;
- ontwateringsmethode van het zuiveringsslib.
Gegevens beschikbaar: 1993-2009
Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 9 augustus 2012:
De tabel is stopgezet omdat de gegevens nu zijn gesplitst over 2 nieuwe tabellen. Gegevens voor 2010 en later, over typen installaties en afvoer van zuiveringsslib volgens de SBI2008-indeling zijn opgenomen in de StatLinetabel
Afvalwaterzuivering bij bedrijven; naar bedrijfstak (SBI 2008). Gegevens over typen installaties naar installatiekenmerken zijn opgenomen in de StatLinetabel Afvalwaterzuivering bij bedrijven; installaties naar type zuivering.
Toelichting onderwerpen
- Capaciteit zuiveringsinstallaties
- Voor alle installaties die ontworpen zijn voor de verwijdering van
organische vervuiling (zuurstofbindende stoffen) wordt hier de capaciteit
gegeven. Het betreft voornamelijk biologische installaties, maar ook
een aantal mechanische en fysisch-chemische installaties.- Capaciteit
- De capaciteit van installaties wordt uitgedrukt in
inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de
hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks
produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent
gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle
organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.
- Corresponderend aantal installaties
- Het aantal installaties waarop de capaciteit betrekking heeft. Deze
installaties zijn dus bestemd voor de verwijdering van afbreekbare
voornamelijk organische verontreinigingen.