Universiteiten; baten derde geldstroom, 1990 - 2004

Universiteiten; baten derde geldstroom, 1990 - 2004

Perioden Totaal baten derde geldstroom (mln euro) Baten; contractonderzoek Totaal contractonderzoek (mln euro) Baten; contractonderzoek Opdrachtgevers onderzoek (Semi-)overheidsinstellingen (mln euro) Baten; contractonderzoek Opdrachtgevers onderzoek Internationale organisaties (mln euro) Baten; contractonderzoek Opdrachtgevers onderzoek Bedrijven (mln euro) Baten; contractonderzoek Opdrachtgevers onderzoek Overig (mln euro) Baten; overige activiteiten Totaal overige activiteiten (mln euro) Baten; overige activiteiten Cursussen (mln euro) Baten; overige activiteiten Overige baten (mln euro)
1990 420 231 85 25 50 70 190 96 94
1991 468 268 98 34 56 80 201 110 91
1992 548 299 110 43 59 87 249 123 125
1993 563 328 118 55 65 90 235 129 106
1994 567 325 107 54 64 101 241 135 107
1995 668 398 154 60 70 113 270 147 123
1996 692 404 159 60 69 116 288 159 128
1997 742 433 170 62 81 120 310 154 155
1998 836 486 171 67 93 157 350 168 182
1999 920 507 162 69 113 164 413 213 200
2000 1.008 547 156 79 148 163 461 221 240
2001 1.108 570 166 74 145 185 538 282 256
2002 1.200 588 150 91 154 193 612 248 364
2003 1.239 611 160 91 177 183 628 244 384
2004 1.198 616 159 104 198 154 582 224 357
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de uitgaven aan en financiering van
research en development (R&D) in Nederland. Bij het verrichten van R&D
worden drie sectoren onderscheiden: bedrijven, publieke
researchinstellingen en universiteiten. Deze tabel geeft cijfers over de
inkomsten behaald met contractonderzoek uit de zogenaamde derde geldstroom
bij universiteiten. Voor de volledigheid zijn ook de inkomsten behaald met
overige activiteiten uit de derde geldstroom weergegeven. De derde
geldstroom betreft financiering vanuit de private sector of vanuit de
(semi-)overheid, maar dan voor gespecificeerde opdrachten. Dit laatste in
tegenstelling tot de algemene rijksbijdrage aan de activiteiten van
universiteiten (eerste geldstroom) en de financiering uit algemene
middelen via intermediaire organisaties als de Nederlandse organisatie
voor Wetenschappelijk Onderzoek (tweede geldstroom).

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 november 2009:
De tabel is stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Totaal baten derde geldstroom
Het totaal van de inkomsten uit de derde geldstroom bij universiteiten
bestaande uit inkomsten uit contractonderzoek en inkomsten uit overige
activiteiten.
Baten; contractonderzoek
Inkomsten uit contractonderzoek uitgevoerd in opdracht van derden.
Totaal contractonderzoek
Opdrachtgevers onderzoek
(Semi-)overheidsinstellingen
Opdrachten van het Rijk, lagere overheden, publieke researchinstellingen
en overige publieke instellingen en organisaties.
Internationale organisaties
Voornamelijk opdrachten van de Europese Commissie.
Bedrijven
Overig
De particuliere non-profitinstellingen waaronder de charitatieve fondsen
zoals de Stichting Koningin Wilhelmina Fonds, het Nederlandse
Kankerinstituut en de Nederlandse Hartstichting. Maar ook legaten (een
legaat is een deel van een erfenis), giften uit vermogensfondsen en
dergelijke.
Baten; overige activiteiten
Overige inkomsten derde geldstroom bij universiteiten, bestaande uit
cursussen en overige baten zoals uit verkoop van syllabi (gebundeld
college- en cursusmateriaal), maar ook rentebaten, huren en pachten.
Totaal overige activiteiten
Cursussen en overige baten zoals uit verkoop syllabi, maar ook rentebaten,
huren en pachten.
Cursussen
Overige baten
Verkoop syllabi, rentebaten, huren en pachten.