Innovatie bij bedrijven; 1998-2000

Innovatie bij bedrijven; 1998-2000

SBI '93 Innovatie-uitgaven Innovatie-uitgaven en toegevoegde waarde Innovatie-uitgaven in % BTW (%)
Totaal bedrijven 3,1
1500d Industrie (geen sociale .. 8,2
DA VV voedings- en genotmiddelen 3,8
1700a Textiel, kleding en .. 3,2
21 VV papier, karton en papier- en .. 7,2
22 Uitgeverijen, drukkerijen en repro .. 1,4
23 Aardolie- en steenkoolverwerkende .. 0,9
2410a Basischemie en vervaardiging .. 7,3
244 VV farmaceutische producten 26,3
2420b Overige chemische eindproducten .. -
25 VV producten van rubber en kunststof 4,7
27 Basismetaalindustrie 5,2
28 VV producten van metaal (geen .. 2,9
29 VV machines en apparaten 12,7
3100a Overige elektrische, audio-, en .. 34,0
DM Vervaardiging van transportmiddelen 7,3
20+26+30+36 Overige industrie 2,4
5000i Commerciële dienstverlening (G-K) 1,8
51 Groothandel en handelsbemiddeling .. 1,4
52 Detailhandel en reparatie voor .. 0,9
5000e Autobranche en horeca 0,5
I Vervoer, opslag en communicatie 2,4
J Financiële instellingen 5,1
72 Computerservice- en .. 5,2
7411b Juridische en administratieve .. 1,1
742 Architecten-, ingenieurs- en .. 4,8
7000f Verhuur en overige zakelijke .. 0,6
90 Milieudienstverlening 1,6
8040a Dienstverlening (rest) 0,0
0000a Landbouw en nijverheid (A-F) 1,7
0000b Landbouw, bosbouw, visserij (A+B) 1,2
C Winning van delfstoffen 5,3
E Productie en distributie van en .. 0,9
45 Bouwnijverheid 0,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS houdt om de twee jaar een Innovatie-enquête. Hiermee wordt een
beeld verkregen van de stand van zaken wat betreft innovatie bij
Nederlandse bedrijven. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan
aspecten van het begrip innovatie.
Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste
jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de
volgende. Omdat in iedere nieuwe Innovatie-enquête weer nieuwe onderwerpen
worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke
tabel weergegeven. Dèze tabel bevat alle resultaten van de
Innovatie-enquête voor de verslagperiode 1998-2000.

De eerste Innovatie-enquête vond plaats over de verslagperiode 1994-1996.
Vanaf deze eerste verslagperiode tot en met verslagperiode 2000-2002 is de
enquête gehouden bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer
werknemers.
In de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn ook bedrijven met 1 tot
10 werknemers geënquêteerd.
Vanaf de verslagperiode 2002-2004 betreft de populatie alle bedrijven in
Nederland met 10 of meer werkzame personen.
Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat
werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf
voorkomen, terwijl tot de werkzame personen ook de de eigenaren en
meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen worden gerekend.
Zie voor de exacte definities de link naar Methoden/Begrippen: href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/76ABB32E-7C99-4D65-84E0-1B740B64A0F7"
>Methoden/Begrippen
.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996.

Status van de cijfers: definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: geen.

Toelichting onderwerpen

Innovatie-uitgaven
Uitgaven met één of meer van onderstaande activiteiten om technologisch
nieuwe of verbeterde producten, diensten of processen te realiseren.
Betreft per activiteit alle lopende uitgaven in 2000 exclusief
afschrijvingen, maar inclusief de directe personeelskosten en eventuele
investeringsuitgaven voor product-/procesvernieuwingen in 2000.
Innovatie-uitgaven en toegevoegde waarde
De innovatie-uitgaven 2000 afgezet tegen
Bruto Toegevoegde Waarde (tegen marktprijzen) 2000.
Voor dit onderwerp is in de bedrijfsklasse "Farmaceutische industrie" ook
de groep "Overige chemische eindproductenindustrie" ingeteld.
Innovatie-uitgaven in % BTW
De innovatie-uitgaven 2000 afgezet tegen
Bruto Toegevoegde Waarde (tegen marktprijzen) 2000.
Voor dit onderwerp is in de bedrijfsklasse "Farmaceutische industrie" ook
de groep "Overige chemische eindproductenindustrie" ingeteld.
In het algemeen zullen deze innovatie-intensiteiten licht worden
onderschat. De reden hiervoor is dat de toegevoegde waarde betrekking
heeft op alle ondernemingen in de bedrijfsklasse en de innovatie-uitgaven
slechts zijn gemeten voor de bedrijven met 10 of meer werknemers.