Prognose huishoudens; kerncijfers, 2000 - 2050

Prognose huishoudens; kerncijfers, 2000 - 2050

Perioden Huishoudenspositie Totaal personen (absoluut) Huishoudenspositie Alleenstaande personen (absoluut) Huishoudenspositie Samenwonende personen (absoluut) Huishoudenspositie Thuiswonende kinderen (absoluut) Huishoudenspositie Eenouders (absoluut) Huishoudenspositie Overige personen (absoluut) Huishoudenspositie In institutie wonende personen (absoluut) Huishoudens naar type Totaal huishoudens (absoluut) Huishoudens naar type Eenpersoonshuishouden (absoluut) Huishoudens naar type Paren (absoluut) Huishoudens naar type Eenouders (absoluut) Huishoudens naar type Overige huishoudens (absoluut) Huishoudens naar grootte Gemiddelde huishoudensgrootte (absoluut) Huishoudens naar grootte Totaal aantal huishoudens (absoluut) Huishoudens naar grootte Eenpersoonshuishouden (absoluut) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens Totaal meerpersoonshuishoudens (absoluut) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 2 personen (absoluut) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 3 personen (absoluut) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 4 personen (absoluut) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 5 of meer personen (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren Totaal paren (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren Geen kinderen (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren 1 kind (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren 2 kinderen (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren 3 of meer kinderen (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens Totaal éénouderhuishoudens (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens 1 kind (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens 2 kinderen (absoluut) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens 3 of meer kinderen (absoluut) Huishoudens naar leeftijd kind Referentiepersonen met kinderen (absoluut) Huishoudens naar leeftijd kind Leeftijd jongste thuiswonend kind Jongste kind 0-2 jaar (absoluut) Huishoudens naar leeftijd kind Leeftijd jongste thuiswonend kind Jongste kind 3-5 jaar (absoluut) Huishoudens naar leeftijd kind Leeftijd jongste thuiswonend kind Jongste kind 6-11 jaar (absoluut) Huishoudens naar leeftijd kind Leeftijd jongste thuiswonend kind Jongste kind 12-17 jaar (absoluut) Huishoudens naar leeftijd kind Leeftijd jongste thuiswonend kind Jongste kind 18 jaar en ouder (absoluut)
2050 18.004.927 3.391.016 8.860.744 4.815.563 412.603 294.782 230.222 8.284.704 3.391.010 4.430.375 412.606 50.713 2,15 8.284.696 3.391.010 4.893.686 2.469.954 905.743 1.108.407 409.582 4.430.372 2.203.982 782.264 1.080.195 363.931 412.605 261.226 112.745 38.634 2.638.992 523.125 326.678 569.665 554.805 664.721
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Kerncijfers huishoudensprognose; belangrijkste kern - indicatoren van de
huishoudensprognose.
2000 - 2050
Gewijzigd op 01 oktober 2003.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Huishoudenspositie
Totaal personen
Alleenstaande personen
Persoon die alleen in een woonruimte is gehuisvest en hierdoor een
eenpersoonshuishoudens vormt. Tot alleenstaanden worden ook personen
gerekend die met anderen eenzelfde adres bewonen maar een eigen
huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten
aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in
afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonende personen
Personen die - al dan niet gehuwd - een gemeenschappelijke
huishouding voeren met een vaste partner.
Thuiswonende kinderen
Thuiswonende kinderen betreffen alle in het huishouden van hun
ouder(s) aanwezige eigen, stief- of adoptiekinderen die zelf
geen kinderen hebben.
Eenouders
Personen met thuiswonende kinderen die niet samenwonen met een vaste
partner.
Overige personen
Personen die met andere personen op eenzelfde adres wonen maar geen
partnerrelatie met die andere personen onderhouden en geen kind zijn van
die andere personen. Te denken valt bijvoorbeeld aan kostgangers
die bij een gezin inwonen of studenten die een huishouden vormen.
In institutie wonende personen
Personen die langer dan een jaar in een instelling verblijven, zoals
verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen,
opvoedingsinternaten, revalidatiecentra en gevangenissen.
Huishoudens naar type
Totaal huishoudens
Particuliere huishoudens.
Eenpersoonshuishouden
Personen die alleen in een woonruimte zijn gehuisvest. Tot de
eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen
eenzelfde adres bewonen maar een eigen huishouding voeren.
Paren
Huishoudens die bestaan uit personen die - al dan niet gehuwd - een
gemeenschappelijke huishouding voeren met een vaste partner.
Eenouders
Huishoudens bestaande uit personen met thuiswonende kinderen die niet
samenwonen met een vaste partner.
Overige huishoudens
Huishoudens bestaande uit personen die met andere personen op eenzelfde
adres wonen maar geen partnerrelatie met die andere personen onderhouden
en geen kind zijn van die andere personen. Te denken valt bijvoorbeeld aan
studenten die een huishouden vormen of aan twee zussen die samen in een
huis wonen.
Huishoudens naar grootte
Gemiddelde huishoudensgrootte
Totaal aantal huishoudens
Eenpersoonshuishouden
Personen die alleen in een woonruimte zijn gehuisvest. Tot de
eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen
eenzelfde adres bewonen maar een eigen huishouding voeren.
Meerpersoonshuishoudens
Totaal meerpersoonshuishoudens
Meerpersoonshuishoudens bestaan uit (niet-gehuwde en gehuwde) paren
(met of zonder kinderen) en overige huishoudens.
2 personen
3 personen
4 personen
5 of meer personen
Huishoudens naar kindertal
Kindertal van paren
Paren bestaan uit personen die - al dan niet gehuwd - een
gemeenschappelijke huishouding voeren met een vaste partner.
Totaal paren
Geen kinderen
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Kindertal van éénouderhuishoudens
Eenouderhuishoudens vormen een huishoudens met één ouder tezamen
met een of meer kinderen.
Totaal éénouderhuishoudens
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Huishoudens naar leeftijd kind
Referentiepersonen met kinderen
Leeftijd jongste thuiswonend kind
Jongste kind 0-2 jaar
Jongste kind 3-5 jaar
Jongste kind 6-11 jaar
Jongste kind 12-17 jaar
Jongste kind 18 jaar en ouder