Lozing van afvalwater door huishoudens en bedrijven, 1995-2008

Lozing van afvalwater door huishoudens en bedrijven, 1995-2008

Regio's Perioden Lozing van afvalwater, totaal (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door huishoudens Huishoudens volgens inwoneraantallen (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen Bedrijven en instellingen totaal (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen A Landbouw, jacht en bosbouw (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen B Visserij (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen C Delfstoffenwinning C Delfstoffenwinning totaal (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen C Delfstoffenwinning CA Energiehoudende delfstoffenwinning (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen C Delfstoffenwinning CB Zand-, grind-, klei- en zoutwinning (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie D Industrie totaal (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DA Voedings- en genotmiddelenindustrie (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DBTextiel- en textielproductenindustrie (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DC Leer-, lederwaren- en schoenind. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DD Hout-, kurk-, rietwarenindustrie (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DE Papier-, karton- en grafische ind. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DF Aardolie-, steenkoolverwerkende ind. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DG Chemische industrie (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DH Rubber- en kunststofverwerk. ind. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DI Glas-, aardewerk-, cement-, kalkind. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DJ Basismetaal- en metaalprod.ind. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DK Machine- en apparatenindustrie (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DL Elektrische en optische app.ind. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DM Transportmiddelenindustrie (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen D Industrie DN Meubel- en overige industrie n.e.g. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen E Openbare voorzieningsbedrijven (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen F Bouwnijverheid (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen G Reparatie consumentenart.; handel (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen H Horeca (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen I Vervoer, opslag en communicatie (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen J Financiële instellingen (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen K Verhuur en zakelijke dienstverlening (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen L Openbaar bestuur; soc. verzekeringen (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen M Onderwijs (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen N Gezondheids- en welzijnszorg (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen O Cultuur, recreatie en ov. dienstverl. (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen P Huishoudens met personeel (1 000 inwonerequivalenten) Lozing door bedrijven en instellingen Q Extra-territoriale organisaties (1 000 inwonerequivalenten)
Nederland 1995 22.871,2 15.459,0 7.412,2 132,4 7,0 6,4 4,2 2,1 3.272,2 1.665,2 197,9 14,7 20,0 302,0 112,3 601,0 14,3 25,6 172,0 24,4 68,6 29,7 24,7 26,9 62,7 560,6 857,3 154,2 58,5 416,3 217,0 211,3 737,8 690,1 0,0 1,4
Nederland 2000 23.198,2 15.925,5 7.272,7 116,2 6,1 6,2 4,3 2,0 3.197,3 1.729,0 165,5 12,1 6,6 270,3 101,1 571,0 12,9 31,3 165,8 26,9 48,7 35,0 21,0 27,7 45,2 539,6 975,6 162,7 77,3 362,4 177,6 226,7 751,3 596,9 0,0 4,0
Nederland 2008 23.549,6 16.445,6 7.104,0 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Noord-Nederland (LD) 1995 2.477,9 1.624,9 853,0 22,6 0,5 1,7 1,2 0,5 398,2 279,6 11,1 0,2 4,2 26,6 1,2 42,1 1,5 3,3 7,6 5,6 7,4 3,7 4,1 3,7 8,4 58,3 92,9 15,0 4,3 46,8 15,1 20,7 91,4 73,1 - -
Noord-Nederland (LD) 2000 2.437,2 1.664,2 772,9 29,4 0,6 1,4 0,9 0,4 367,2 260,5 2,9 0,1 1,8 29,4 1,0 39,2 1,4 5,7 9,0 2,6 6,2 4,7 2,5 2,3 5,5 47,9 94,9 14,6 4,2 31,7 11,8 22,5 89,3 49,8 0,0 -
Noord-Nederland (LD) 2008 2.422,2 1.706,8 715,4 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Oost-Nederland (LD) 1995 4.771,1 3.190,3 1.580,8 24,3 4,8 0,5 0,1 0,4 717,8 405,4 71,4 3,6 6,4 126,2 5,1 41,0 5,0 6,6 17,8 4,4 13,4 4,9 6,5 5,0 13,8 123,6 177,9 24,1 13,1 77,2 41,3 43,3 149,0 165,0 - -
Oost-Nederland (LD) 2000 4.853,5 3.331,8 1.521,8 17,9 4,9 2,4 2,2 0,2 719,2 413,3 62,8 6,6 1,5 97,4 1,5 71,3 4,8 7,1 24,1 7,8 9,8 5,8 5,4 4,1 9,1 111,2 194,4 25,5 13,4 57,8 32,3 50,4 159,3 120,0 - -
Oost-Nederland (LD) 2008 4.923,6 3.491,2 1.432,3 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
West-Nederland (LD) 1995 10.031,2 7.228,6 2.802,6 52,8 1,0 3,3 2,8 0,5 939,3 356,8 17,5 0,1 4,2 45,6 101,4 273,6 4,1 5,8 94,6 9,2 11,4 9,3 5,7 11,7 22,5 222,6 380,8 84,0 29,4 206,9 110,4 96,4 340,7 299,5 0,0 1,4
West-Nederland (LD) 2000 10.325,0 7.422,0 2.903,0 40,8 0,6 2,1 1,1 1,0 948,7 465,6 7,3 0,1 1,8 44,3 97,2 215,1 2,6 6,2 77,5 6,7 8,4 9,1 6,9 14,0 18,9 234,8 456,6 92,4 45,8 197,8 103,1 106,4 338,3 301,4 0,0 1,1
West-Nederland (LD) 2008 10.853,1 7.694,7 3.158,4 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Zuid-Nederland (LD) 1995 5.591,0 3.415,2 2.175,8 32,8 0,8 0,8 0,1 0,7 1.217,0 623,3 97,9 10,7 5,1 103,6 4,7 244,4 3,6 9,9 51,9 5,3 36,5 11,9 8,3 6,5 17,9 156,1 205,6 31,1 11,7 85,4 50,2 50,9 156,6 152,5 - -
Zuid-Nederland (LD) 2000 5.582,5 3.507,5 2.075,0 28,0 0,0 0,4 0,0 0,4 1.162,2 589,5 92,5 5,3 1,5 99,2 1,4 245,4 4,1 12,3 55,2 9,8 24,3 15,4 6,2 7,3 11,7 145,7 229,7 30,3 13,9 75,1 30,4 47,3 164,3 125,6 - 2,9
Zuid-Nederland (LD) 2008 5.350,7 3.552,8 1.797,8 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel staan de uitkomsten van het onderzoek Lozing van afvalwater. Het gaat hierbij om de geloosde zuurstofbindende stoffen in afvalwater door huishoudens, bedrijven en instellingen.
De gegevens van de lozingen zijn gebaseerd op de door de waterkwaliteitsbeheerders opgelegde aanslagen voor de verontreinigingsheffing, in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Alle lozingen worden uitgedrukt in inwonerequivalenten. De lozingen in de tabel zijn uitgesplitst naar economische activiteit volgens de SBI'93 en per provincie.

Gegevens beschikbaar vanaf:
De gegevens zijn in StatLine beschikbaar van 1995 tot en met 2008.

Status van de cijfers: de gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 30 mei 2013:
Geen, deze tabel is stopgezet. Vanwege de verminderde relevantie van de uitkomsten voor het afvalwaterbeleid, wordt dit onderzoek niet meer uitgevoerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Lozing van afvalwater, totaal
Totale lozing van zuurstofbindende stoffen in afvalwater door huishoudens (op basis van inwoneraantal) en door bedrijven en instellingen.
Alle vervuilers betalen voor deze lozingen een verontreinigingsheffing
aan de waterkwaliteitsbeheerders in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo).
Zuurstofbindende stoffen: alle organische en anorganische stoffen die bij
afbraak zuurstof aan het water onttrekken. Deze worden uitgedrukt in
inwonerequivalenten.
Inwonerequivalent: het zuurstofverbruik van de verontreinigende stoffen in afvalwater dat gemiddeld per inwoner per etmaal wordt geloosd. Het inwonerequivalent is de eenheid die de hoogte van de verontreinigingsheffing bepaalt.
Lozing door huishoudens
Huishoudens volgens inwoneraantallen
De totale lozing van huishoudens, berekend op basis van het gemiddeld aantal inwoners van het jaar. Daarbij geldt: 1 inwoner = 1 inwoner-
equivalent.
Lozing door bedrijven en instellingen
Bedrijven en instellingen worden voor de vaststelling van de lozing, als basis voor de verontreinigingsheffing, in drie groepen onderscheiden:
- Kleine bedrijven: de vervuilingswaarde van het afvalwater bedraagt minder dan 5 i.e. Deze bedrijven wordt een forfaitaire aanslag van 1 of 3 i.e. opgelegd.
- Tabelbedrijven: de vervuilingswaarde bedraagt tussen de 5 en 1000 i.e.
Vaststelling van de vervuilingswaarde vindt plaats op basis van gegevens over grondstoffenverbruik, productie, personeelssterkte of waterverbruik. Hierbij wordt gebruik gemaakt van emissiefactoren per bedrijfscategorie volgens de coëfficiëntentabel behorende bij het uitvoeringsbesluit Wvo (Wet verontreiniging oppervlaktewateren).
- Meetbedrijven: de vervuilingswaarde bedraagt 1000 i.e. of meer. Bij deze bedrijven wordt de heffing opgelegd op basis van meting en bemonstering van het afvalwater.
In deze tabel zijn de bedrijven en instellingen ingedeeld volgens de SBI'93 (Standaard Bedrijfsindeling 1993) en niet volgens de in de Wvo (Wet verontreiniging oppervlaktewateren) gehanteerde indeling in bedrijfscategorieën volgens de coëfficiëntentabel.
Bedrijven en instellingen totaal
Totale lozing van zuurstofbindende stoffen door bedrijven en instellingen (totaal van SBI A-Q).
A Landbouw, jacht en bosbouw
A Landbouw, jacht en bosbouw:
SBI 01: Landbouw, jacht en dienstverlening voor landbouw en jacht.
SBI 02: Bosbouw en dienstverlening ten behoeve van de bosbouw.
B Visserij
B Visserij:
SBI 05: Visserij, kweken van vis en schaaldieren.
C Delfstoffenwinning
C Delfstoffenwinning omvat de SBI CA-CB (of SBI 10-14).
C Delfstoffenwinning totaal
C Delfstoffenwinning omvat de SBI CA-CB (of SBI 10-14).
CA Energiehoudende delfstoffenwinning
CA Energiehoudende delfstoffenwinning:
SBI 10: Turfwinning.
SBI 11: Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening voor de aardolie- en aardgaswinning.
CB Zand-, grind-, klei- en zoutwinning
CB Zand-, grind-, klei- en zoutwinning:
SBI 14: Winning van zand, grind, klei en zout e.d..
D Industrie
D Industrie omvat de SBI DA-DN (of SBI 15-37).
D Industrie totaal
D Industrie omvat de SBI DA-DN (of SBI 15-37).
DA Voedings- en genotmiddelenindustrie
DA Voedings- en genotmiddelenindustrie:
SBI 15: Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken.
SBI 16: Verwerking van tabak.
DBTextiel- en textielproductenindustrie
DB Textiel- en textielproductenindustrie:
SBI 17: Vervaardiging van textiel.
SBI 18: Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont.
DC Leer-, lederwaren- en schoenind.
DC Leer-, lederwaren- en schoenindustrie:
SBI 19: Vervaardiging van leer en lederwaren (geen kleding).
DD Hout-, kurk-, rietwarenindustrie
DD Hout-, kurk-, rietwarenindustrie:
SBI 20: Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk (geen meubels).
DE Papier-, karton- en grafische ind.
DE Papier-, karton- en grafische industrie:
SBI 21: Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren.
SBI 22: Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media.
DF Aardolie-, steenkoolverwerkende ind.
DF Aardolie-, steenkoolverwerkende industrie:
SBI 23: Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie; bewerking van splijt- en kweekstoffen.
DG Chemische industrie
DG Chemische industrie:
SBI 24: Vervaardiging van chemische producten.
DH Rubber- en kunststofverwerk. ind.
DH Rubber- en kunststofverwerkende industrie:
SBI 25: Vervaardiging van producten van rubber en kunststof.
DI Glas-, aardewerk-, cement-, kalkind.
DI Glas-, aardewerk-, cement-, kalkindustrie:
SBI 26: Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten.
DJ Basismetaal- en metaalprod.ind.
DJ Basismetaal- en metaalproductenindustrie:
SBI 27: Vervaardiging van metalen in primaire vorm.
SBI 28: Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen).
DK Machine- en apparatenindustrie
DK Machine- en apparatenindustrie:
SBI 29: Vervaardiging van machines en apparaten.
DL Elektrische en optische app.ind.
DL Elektrische en optische apparatenindustrie:
SBI 30: Vervaardiging van kantoormachines en computers.
SBI 31: Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden.
SBI 32: Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparaten en -benodigdheden.
SBI 33: Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen. e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken.
DM Transportmiddelenindustrie
DM Transportmiddelenindustrie:
SBI 34: Vervaardiging van auto's, aanhangers en opleggers.
SBI 35: Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's,
aanhangers en opleggers).
DN Meubel- en overige industrie n.e.g.
DN Meubel- en overige industrie niet eerder genoemd:
SBI 36: Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen niet eerder genoemd.
SBI 37: Voorbereiden tot recycling.
E Openbare voorzieningsbedrijven
E Openbare voorzieningsbedrijven:
SBI 40: Productie en distrubutie van en handel in elektriciteit, aardgas en warm water.
SBI 41: Winning en distributie van water.
F Bouwnijverheid
F Bouwnijverheid:
SBI 45: Bouwnijverheid.
G Reparatie consumentenart.; handel
G Reparatie consumentenartikelen; handel:
SBI 50: Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations.
SBI 51: Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen).
SBI 52: Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen).
H Horeca
H Horeca:
SBI 55: Logies- maaltijden- en drankenverstrekking.
I Vervoer, opslag en communicatie
I Vervoer, opslag en communicatie:
SBI 60: Vervoer over land.
SBI 61: Vervoer over water.
SBI 62: Vervoer door de lucht.
SBI 63: Dienstverlening voor het vervoer.
SBI 64: Post en telecommunicatie.
J Financiële instellingen
J Financiële instellingen:
SBI 65: Financiële instellingen (uitgezonderd verzekeringswezen en pensioenfondsen).
SBI 66: Verzekeringswezen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen).
SBI 67: Financiële beurzen, effectenmakelaars, assurantietussenpersonen, administratiekantoren voor aandelen, waarborgfondsen en dergelijke.
K Verhuur en zakelijke dienstverlening
K Verhuur en zakelijke dienstverlening:
SBI 70: Verhuur van en handel in onroerend goed.
SBI 71: Verhuur van transportmiddelen, machines en werktuigen zonder bedienend personeel en van overige roerende goederen.
SBI 72: Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke.
SBI 73: Speur- en ontwikkelingswerk.
SBI 74: Overige zakelijke dienstverlening.
L Openbaar bestuur; soc. verzekeringen
L Openbaar bestuur; sociale verzekeringen:
SBI 75: Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen.
M Onderwijs
M Onderwijs:
SBI 80: Onderwijs.
N Gezondheids- en welzijnszorg
N Gezondheids- en welzijnszorg:
SBI 85: Gezondheids- en welzijnszorg.
O Cultuur, recreatie en ov. dienstverl.
O Cultuur, recreatie en overige dienstverlening:
SBI 90: Milieudienstverlening.
SBI 91: Werkgevers-, werknemers- en beroepsorganisaties; levensbeschouwelijke en politieke organisaties; overige ideële organisaties e.d..
SBI 92: Cultuur, sport en recreatie.
SBI 93: Overige dienstverlening.
P Huishoudens met personeel
P Huishoudens met personeel:
SBI 95: Particuliere huishoudens met personeel in loondienst.
Q Extra-territoriale organisaties
Q Extra-territoriale organisaties:
SBI 99: Extra-territoriale lichamen en organisaties.