Rijk; aan - /verkopen en overdrachten, Benelux - hoofdfuncties, 1997 - 2005
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Het CBS verzamelt, binnen het kader van de statistieken van de
overheidsfinanciën, gegevens over de omvang, de samenstelling en de
bestemming van de uitgaven en inkomsten en de balansstanden van het rijk.
Het rijk bestaat uit ministeries, begrotingsfondsen en agentschappen.
Ministeries zijn vooral actief bij het bepalen van het rijksbeleid. In de
begrotingsfondsen worden bepaalde budgetten of inkomsten meerjarig
beschikbaar gehouden voor een speciaal beleidsterrein. Agentschappen zijn
belast met uitvoerende taken.
Deze tabel bevat een deel van de uitkomsten van de jaaranalyse van de
rijksfinanciën: de bestemming van de aan- en verkopen, rente, pacht,
resultaten van vermogen, subsidies en overdrachten van de sector overheid
van het rijk.
In de tabel zijn de gegevens uit te splitsen naar:
- transactie volgens het Europees Systeem van Rekeningen 1995;
- hoofdfunctie volgens de Benelux functionele classificatie 1989.
Voor de typering van de rijksuitgaven en -inkomsten naar bestemming is t/m
statistiekjaar 2005 de Benelux functionele classificatie 1989 gehanteerd.
In 2002 heeft de Europese Commissie voor de rubricering naar bestemming de
Classification of Functions of Government 1998 voorgeschreven. Vanaf 2003
is een volgtijdelijk vergelijkbare reeks van de aan- en verkopen, rente,
pacht, resultaten van vermogen, subsidies en overdrachten van de sector
overheid van het rijk beschikbaar op basis van deze nieuwe classificatie.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1997
Frequentie: stopgezet
Status van de cijfers:
Cijfers t/m 2005 betreffen definitieve gegevens.
Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie:
Er zijn gegevens over een nieuwe periode toegevoegd en/of bijstellingen
doorgevoerd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voorlopige jaarcijfers worden negen maanden na afloop van de
verslagperiode geplaatst. De cijfers kunnen worden bijgesteld op grond van
het beschikbaar komen van nieuw of geactualiseerd bronmateriaal en op
grond van aansluiting op de cijfers in de Nationale rekeningen. Hierdoor
hebben de cijfers geruime tijd een voorlopig karakter. Er wordt
achtereenvolgens aangesloten op de nader voorlopige en definitieve
jaarraming van de Nationale rekeningen. Deze jaarramingen komen
respectievelijk in jaar t+2 en t+3 beschikbaar. Over het algemeen zijn de
bijstellingen gering van omvang. De bijstellingen worden doorgevoerd op
het moment dat een nieuw jaarcijfer aan de reeks wordt toegevoegd.
Toelichting onderwerpen
- Uitgaven
- Overdrachten
- Betreft subsidies, inkomens- en kapitaaloverdrachten.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
Kapitaaloverdrachten zijn alle betalingen waarvoor geen tegenprestatie
verwacht wordt en die drukken op het vermogen van de betaler of dienen om
investeringen in vaste activa of andere lange termijn uitgaven van de
ontvanger te financieren.- Subsidies en inkomensoverdrachten
- Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.- Totaal subsidies en inkomensoverdrachten
- Totaal van de subsidies en inkomensoverdrachten.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
- Inkomensoverdrachten aan bedrijven
- Betreft subsidies en inkomensoverdrachten aan financiële en
niet-financiële ondernemingen.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie
financiële bemiddeling (intermediatie) en/of het verlenen van financiële
hulpdiensten (banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen).
Niet-financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie de
productie van goederen en niet-financiële diensten.- Totaal inkomensoverdrachten bedrijven
- Totaal subsidies en inkomensoverdrachten aan financiële en niet-financiële
ondernemingen.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie
financiële bemiddeling (intermediatie) en/of het verlenen van financiële
hulpdiensten (banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen).
Niet-financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie de
productie van goederen en niet-financiële diensten.
- Subsidies
- Betalingen om niet die door de overheid of de instellingen van de Europese
Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het productieniveau,
de productprijs of de kosten van productiefactoren te beïnvloeden.
Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies en bijdragen
in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen (NV's, BV's) en
marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen Nederlands Vaccin
Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met
rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn
deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
- Overige inkomensoverdrachten
- Alle betalingen aan bedrijven waar geen directe tegenprestatie tegenover
staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om
lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren.
- Inkomensoverdrachten aan gezinnen
- Betreft uitkeringen sociale voorziening in geld, sociale overdrachten in
natura en overige inkomensoverdrachten.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten zijn alle betalingen aan gezinnen waar geen
directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen
van de betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger
te financieren. Niet inbegrepen zijn de uitkeringen sociale voorziening in
geld en sociale overdrachten in natura.
Tot de gezinnen worden gerekend alle particuliere huishoudens en de
personen in bejaardenoorden en andere instellingen in Nederland. Dit is
inclusief de bedrijven van zelfstandige ondernemers voor zover die geen
naamloze of besloten vennootschap (NV, BV) of andere rechtspersoon zijn.
Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid,
waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen
overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.- Totaal inkomensoverdrachten aan gezinnen
- Totaal van de uitkeringen sociale voorziening in geld, sociale
overdrachten in natura en overige inkomensoverdrachten aan gezinnen.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten zijn alle betalingen aan gezinnen waar geen
directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen
van de betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger
te financieren. Niet inbegrepen zijn de uitkeringen sociale voorziening in
geld en sociale overdrachten in natura.
Tot de gezinnen worden gerekend alle particuliere huishoudens en de
personen in bejaardenoorden en andere instellingen in Nederland. Dit is
inclusief de bedrijven van zelfstandige ondernemers voor zover die geen
naamloze of besloten vennootschap (NV, BV) of andere rechtspersoon zijn.
Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid,
waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen
overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
- Uitkeringen sociale voorziening in geld
- Uitkeringen in geld om de financiële lasten te verlichten die voor
gezinnen voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften, zoals ziekte,
invaliditeit, ouderdom, werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag,
bijstand, oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel
overzeese gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
- Sociale overdrachten in natura
- Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
- Overige inkomensoverdrachten
- Alle betalingen aan gezinnen waar geen directe tegenprestatie tegenover
staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om
lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren. Niet inbegrepen
zijn de uitkeringen sociale voorziening in geld en sociale overdrachten in
natura. Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en
diensten die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of
tegen zeer lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het
gaat hierbij ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand
en de openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
- Instellingen zonder winstoogmerkgezinnen
- Inkomensoverdrachten aan instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van
gezinnen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van gezinnen betreffen
verenigingen en stichtingen die diensten verrichten voor gezinnen en
merendeels worden gefinancierd door contributies en giften van
huishoudens.
- Inkomensoverdrachten centrale overheid
- Inkomensoverdrachten aan de centrale overheid.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Tot de centrale overheid worden gerekend het rijk, wetenschappelijk
onderwijs, publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties, instellingen zonder
winstoogmerk van de centrale overheid. Wetenschappelijk onderwijs wordt
verzorgd door universiteiten en aanverwante instellingen (koninklijk
instituut voor de marine, Koninklijke militaire academie) en beoogt
studenten toe te leiden naar een bachelor-, master (of in het verleden
doctoraal) of doctordiploma en universitair tweede fase beroepsonderwijs.
Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties zijn openbare lichamen die delen
van het bedrijfsleven organiseren (product- en bedrijfschappen).
Instellingen zonder winstoogmerk van de centrale overheid betreffen
verenigingen en stichtingen die onder toezicht staan van en voornamelijk
gefinancierd worden door de centrale overheid.- Totaal overdrachten centrale overheid
- Betreft het totaal van de inkomensoverdrachten aan de centrale overheid.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Tot de centrale overheid worden gerekend het rijk, wetenschappelijk
onderwijs, publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties, instellingen zonder
winstoogmerk van de centrale overheid. Wetenschappelijk onderwijs wordt
verzorgd door universiteiten en aanverwante instellingen (koninklijk
instituut voor de marine, Koninklijke militaire academie) en beoogt
studenten toe te leiden naar een bachelor-, master (of in het verleden
doctoraal) of doctordiploma en universitair tweede fase beroepsonderwijs.
Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties zijn openbare lichamen die delen
van het bedrijfsleven organiseren (product- en bedrijfschappen).
Instellingen zonder winstoogmerk van de centrale overheid betreffen
verenigingen en stichtingen die onder toezicht staan van en voornamelijk
gefinancierd worden door de centrale overheid.
- Wetenschappelijk onderwijs
- Betreft inkomensoverdrachten aan het wetenschappelijk onderwijs.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Wetenschappelijk onderwijs is onderwijs dat wordt verzorgd door
universiteiten en aanverwante instellingen (koninklijk instituut voor de
marine, Koninklijke militaire academie) en dat beoogt studenten toe te
leiden naar een bachelor-, master (of in het verleden doctoraal) of
doctordiploma en universitair tweede fase beroepsonderwijs.
- Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties
- Betreft inkomensoverdrachten aan publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties zijn openbare lichamen die delen
van het bedrijfsleven organiseren. Dit zijn de product- en
bedrijfschappen. Bedrijfschappen behartigen de belangen van ondernemingen
die in dezelfde of aanverwante bedrijfstakken actief zijn (bijvoorbeeld
het bedrijfschap horeca en catering). Productschappen spelen een rol bij
de organisatie van een hele productiekolom, van grondstof tot de afzet van
het eindproduct (bijvoorbeeld productschap zuivel).
- Instelling zonder winst centraleoverheid
- Betreft inkomensoverdrachten aan de instellingen zonder winstoogmerk van
de centrale overheid.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Instellingen zonder winstoogmerk van de centrale overheid zijn
verenigingen en stichtingen die onder toezicht staan van en voornamelijk
gefinancierd worden door de centrale overheid.
- Inkomensoverdracht aan lagere overheid
- Betreft inkomensoverdrachten aan de lagere overheid.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Tot de lagere overheid worden gerekend de provincies, waterschappen,
gemeenschappelijke regelingen, gemeenten, bijzonder onderwijs,
instellingen zonder winstoogmerk van de lagere overheid. Waterschappen
hebben als taken de beheersing van het waterpeil, de waterkering en de
zuivering van water. Gemeenschappelijke regelingen zijn
samenwerkingsverbanden tussen overheidslichamen opgericht op basis van de
wet gemeenschappelijke regelingen. In verreweg de meeste gevallen zijn
gemeenschappelijke regelingen aangegaan tussen gemeenten. Bijzonder
onderwijs is een onderwijsorganisatievorm die door anderen dan de overheid
wordt bestuurd. Vaak is dit een stichting of een vereniging. Instellingen
zonder winstoogmerk van de lagere overheid zijn verenigingen en
stichtingen die onder toezicht staan van en voornamelijk gefinancierd
worden door de lagere overheid.- Totaal inkomensoverdracht lagereoverheid
- Betreft het totaal van de inkomensoverdrachten aan de lagere overheid.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Tot de lagere overheid worden gerekend de provincies, waterschappen,
gemeenschappelijke regelingen, gemeenten, bijzonder onderwijs,
instellingen zonder winstoogmerk van de lagere overheid. Waterschappen
hebben als taken de beheersing van het waterpeil, de waterkering en de
zuivering van water. Gemeenschappelijke regelingen zijn
samenwerkingsverbanden tussen overheidslichamen opgericht op basis van de
wet gemeenschappelijke regelingen. In verreweg de meeste gevallen zijn
gemeenschappelijke regelingen aangegaan tussen gemeenten. Bijzonder
onderwijs is een onderwijsorganisatievorm die door anderen dan de overheid
wordt bestuurd. Vaak is dit een stichting of een vereniging. Instellingen
zonder winstoogmerk van de lagere overheid zijn verenigingen en
stichtingen die onder toezicht staan van en voornamelijk gefinancierd
worden door de lagere overheid.
- Provincies
- Waterschappen
- Betreft inkomensoverdrachten aan waterschappen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Waterschappen zijn overheidsorganen waarop de waterschapswet van
toepassing is. Waterschappen hebben als taken de beheersing van het
waterpeil, de waterkering en de zuivering van water. Naast de
waterschappen zijn inbegrepen de hoogheemraadschappen en de
zuiveringschappen.
- Gemeenschappelijke regelingen
- Betreft inkomensoverdrachten aan gemeenschappelijke regelingen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Gemeenschappelijke regelingen zijn samenwerkingsverbanden tussen
overheidslichamen opgericht op basis van de wet gemeenschappelijke
regelingen. In verreweg de meeste gevallen zijn gemeenschappelijke
regelingen aangegaan tussen gemeenten. In incidentele gevallen nemen rijk,
provincies en waterschappen deel. Gemeenten werken vooral samen op het
gebied van de sociale werkvoorziening, openbaar vervoer, afvalinzameling
en -verwerking, geneeskundige en gezondheidszorg en milieubeheer.
- Gemeenten
- Bijzonder onderwijs
- Betreft inkomensoverdrachten aan bijzonder onderwijs.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Bijzonder onderwijs is een onderwijsorganisatievorm die door anderen dan
de overheid wordt bestuurd. Vaak is dit een stichting of een vereniging.
Particulieren of kerkelijke instanties beginnen veelal zo een stichting of
vereniging om een bepaalde godsdienstige, maatschappelijke of
onderwijskundige visie te kunnen vormgeven.
- Instelling zonder winst lagere overheid
- Betreft inkomensoverdrachten aan instellingen zonder winstoogmerk van de
lagere overheid.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Instellingen zonder winstoogmerk van de lagere overheid zijn verenigingen
en stichtingen die onder toezicht staan van en voornamelijk gefinancierd
worden door de lagere overheid.
- Sociale verzekeringsinstellingen
- Betreft inkomensoverdrachten aan sociale verzekeringsinstellingen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Sociale verzekeringsinstellingen zijn instellingen die als belangrijkste
taak hebben het verstrekken van uitkeringen in het kader van wettelijke
verzekeringsregelingen als wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA),
wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), werkloosheidswet (WW),
algemene ouderdomswet (AOW), algemene nabestaandenwet (ANW), algemene wet
bijzondere ziektekosten (AWBZ) en het basisgedeelte van de
Zorgverzekeringswet. Ook de toezichthoudende organen van deze
uitvoeringsorganen behoren hiertoe. De overheid is verantwoordelijk voor
de vaststelling of goedkeuring van de premies en de uitkeringen.
Voorbeelden zijn het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV),
de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het College voor Zorgverzekeringen
(CVZ).
- Inkomensoverdrachten aan het buitenland
- Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Tot het buitenland worden gerekend de niet ingezeten eenheden als de
lidstaten en instellingen van de Europese Unie, derde landen en
internationale organisaties.
- Inkomsten
- Overdrachten
- Betreft inkomens- en kapitaaloverdrachten.
Inkomensoverdrachten zijn alle betalingen waar geen directe tegenprestatie
tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet
dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren, met
uitzondering van de belastingen. Voorbeelden zijn ontvangen uitkeringen,
boetes, schadeloosstellingen, afdrachten van de Europese Unie en diverse
overdrachten van andere overheidslagen.
Kapitaaloverdrachten zijn alle betalingen waarvoor geen tegenprestatie
verwacht wordt en die drukken op het vermogen van de betaler of dienen om
investeringen in vaste activa of andere lange termijn uitgaven van de
ontvanger te financieren, met uitzondering van de vermogensheffingen.
Vermogensheffingen zijn verplichte, niet-periodieke betalingen aan de
overheid, die gebaseerd zijn op het vermogen van de belastingplichtigen.
Zij hebben bij het rijk uitsluitend betrekking op de belasting op
nalatenschappen en schenkingen (successierechten).- Inkomensoverdrachten
- Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die
niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om lange
termijn uitgaven van de ontvanger te financieren, met uitzondering van de
belastingen. Voorbeelden zijn ontvangen uitkeringen, boetes,
schadeloosstellingen, afdrachten van de Europese Unie en diverse
overdrachten van andere overheidslagen.- Totaal inkomensoverdrachten
- Totaal van alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover
staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om
lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren, met uitzondering
van de belastingen. Voorbeelden zijn ontvangen uitkeringen, boetes,
schadeloosstellingen, afdrachten van de Europese Unie en diverse
overdrachten van andere overheidslagen.
- Inkomensoverdrachten van niet-overheden
- Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die
niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om lange
termijn uitgaven van de ontvanger te financieren, met uitzondering van de
belastingen. Het gaat hierbij uitsluitend om de ontvangen bijdragen van
andere deelnemers dan overheden in het economisch proces. Niet-overheden
zijn ondermeer de bedrijven (financiële en niet-financiële
ondernemingen), gezinnen, buitenland.
- Inkomensoverdrachten van overheden
- Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die
niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om lange
termijn uitgaven van de ontvanger te financieren, met uitzondering van de
belastingen. Het gaat hierbij uitsluitend om de ontvangen bijdragen van
andere overheden, zoals gemeenten, provincies, waterschappen,
gemeenschappelijke regelingen, publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties,
wetenschappelijk en bijzonder onderwijs, sociale verzekeringsinstellingen
en instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van de overheid. De
laatste groep omvat verenigingen en stichtingen die onder toezicht staan
van en voornamelijk gefinancierd worden door de centrale of lagere
overheid. Waterschappen hebben als taken de beheersing van het waterpeil,
de waterkering en de zuivering van water. Gemeenschappelijke regelingen
zijn samenwerkingsverbanden tussen overheidslichamen opgericht op basis
van de wet gemeenschappelijke regelingen. In verreweg de meeste gevallen
zijn gemeenschappelijke regelingen aangegaan tussen gemeenten.
Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties zijn openbare lichamen die delen
van het bedrijfsleven organiseren (product- en bedrijfschappen).
Wetenschappelijk onderwijs wordt verzorgd door universiteiten en
aanverwante instellingen (koninklijk instituut voor de marine, Koninklijke
militaire academie) en beoogt studenten toe te leiden naar een bachelor-,
master (of in het verleden doctoraal) of doctordiploma en universitair
tweede fase beroepsonderwijs. Bijzonder onderwijs is een
onderwijsorganisatievorm die door anderen dan de overheid wordt bestuurd.
Vaak is dit een stichting of een vereniging. Sociale
verzekeringsinstellingen zijn instellingen die als belangrijkste taak
hebben het verstrekken van uitkeringen in het kader van wettelijke sociale
verzekeringsregelingen zoals de werkloosheidswet (WW), algemene
ouderdomswet (AOW) en de algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ).