Institutionele beleggers; lang- en kortlopende beleggingen 1950 - 2012
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat een tijdreeks van de beleggingen van institutionele beleggers vanaf 1950. Het maakt analyses mogelijk over de verschuivingen binnen de beleggingsportefeuille van institutionele beleggers. Dat kan niet alleen voor het totaal van institutionele beleggers, maar ook voor de drie groepen: pensioenfondsen, verzekeraars en beleggingsinstellingen.
Gegevens beschikbaar van 1950 tot en met 2012.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn tot en met 2010 definitief, de uitkomsten voor 2011 zijn nader voorlopig en voor 2012 voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 18 december 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Institutionele beleggers; lang- en kortlopende beleggingen. Zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Totaal beleggingen
- Langlopende beleggingen
- Totaal langlopende beleggingen
- Zakelijke waarden
- Totaal zakelijke waarden
- Direct vastgoed
- Totaal direct vastgoed
- Direct vastgoed in Nederland wordt onderverdeeld in:
- woningen;
- kantoor- en winkelgebouwen;
- landelijke eigendommen: grond, terreinen, boerderijen, recreatieterreinen en -centra, landgoederen, natuurgebieden en bouwterreinen;
- overig: fabrieksgebouwen, garages, parkeerterreinen en bungalowparken.
- Aandelen en deelnemingen
- Totaal aandelen en deelnemingen
- Vastrentende waarden
- Totaal vastrentende waarden
- Hypotheken
- Leningen waarvoor onroerend goed als zekerheid is gesteld, eventueel naast andere zekerheden. De hypotheken worden op basis van het onderpand op dezelfde wijze onderverdeeld als de vaste eigendommen, waarbij woningen, winkels en kantoorgebouwen als één post worden weergegeven.
- Obligaties en pandbrieven
- Verhandelbare waardepapieren met een oorspronkelijke looptijd van 1 jaar of meer. Meestal is sprake van een vaste rentevergoeding, maar ook floating rate notes (obligaties met een variabele rente) en zero-coupon obligaties (obligaties die ver onder de nominale waarde zijn uitgegeven en waarover geen rente wordt vergoed) komen voor.
- Leningen op lange termijn
- Leningen met een oorspronkelijke looptijd van 1 jaar of meer, exclusief de hypotheken.
- Kortlopende beleggingen
- Totaal kortlopende beleggingen