Rijk; uitgaven, inkomsten en financiering, sector, 1996 - 2009

Rijk; uitgaven, inkomsten en financiering, sector, 1996 - 2009

Sectoren Perioden Saldo uitgaven en inkomsten (mln euro) Uitgaven Totaal uitgaven (mln euro) Inkomsten Totaal inkomsten (mln euro) Financiering Saldo vorderingen en schulden (mln euro) Financiering Kredietverleningen, deelnemingen (mln euro) Financiering Kredietaflossingen (mln euro) Financiering Aflossing schuld (mln euro) Financiering Opneming schuld (mln euro)
Overheid en marktbedrijven 2000 1.554 105.278 106.831 -1.554 -2.638 1.281 30.385 24.912
Overheid en marktbedrijven 2005 501 133.026 133.527 -501 17.349 5.286 27.086 38.649
Overheid en marktbedrijven 2006 4.077 141.455 145.532 -4.077 -760 5.473 28.092 17.791
Overheid en marktbedrijven 2007 2.720 151.174 153.894 -2.720 3.019 3.154 26.974 24.119
Overheid en marktbedrijven 2008 2.747 159.612 162.360 -2.747 21.427 2.793 21.392 37.278
Overheid en marktbedrijven 2009* -19.176 173.189 154.013 19.176 33.646 15.902 34.853 71.773
Overheid 2000 1.565 105.164 106.728 -1.565 -2.638 1.281 30.384 24.900
Overheid 2005 503 132.760 133.263 -503 17.327 5.286 27.078 38.617
Overheid 2006 4.085 141.174 145.259 -4.085 -760 5.447 28.088 17.797
Overheid 2007 2.728 150.865 153.593 -2.728 3.041 3.154 26.968 24.127
Overheid 2008 2.756 159.305 162.061 -2.756 21.427 2.793 21.379 37.257
Overheid 2009* -19.169 172.846 153.677 19.169 33.622 15.901 34.846 71.736
Marktbedrijven 2000 -11 114 103 11 0 - 1 12
Marktbedrijven 2005 -2 266 264 2 22 - 8 32
Marktbedrijven 2006 -8 281 273 8 - 26 4 -6
Marktbedrijven 2007 -8 309 301 8 -22 - 6 -8
Marktbedrijven 2008 -9 308 299 9 -1 - 13 21
Marktbedrijven 2009* -7 342 336 7 24 1 7 36
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS verzamelt, binnen het kader van de statistieken van de
overheidsfinanciën, gegevens over de omvang, de samenstelling en de
bestemming van de uitgaven en inkomsten en de balansstanden van het rijk.

Het rijk bestaat uit ministeries, begrotingsfondsen en agentschappen.
Ministeries zijn vooral actief bij het bepalen van het rijksbeleid. In
begrotingsfondsen worden bepaalde budgetten of inkomsten meerjarig
beschikbaar gehouden voor een speciaal beleidsterrein. Agentschappen zijn
belast met uitvoerende taken.

Deze tabel bevat een deel van de uitkomsten van de jaaranalyse van de
rijksfinanciën:
de uitgaven, inkomsten en financiering van het rijk. In de tabel zijn de
gegevens uit te splitsen naar:
- transactie volgens het Europees Systeem van Rekeningen 1995;
- sector.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1996
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers:
Cijfers t/m 2008 betreffen definitieve gegevens.
Cijfers over 2009 zijn voorlopige gegevens.

Wijzigingen per 27 oktober 2010:
De voorlopige cijfers voor 2009 zijn opgenomen.
De cijfers voor 2008 zijn nu definitief.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Saldo uitgaven en inkomsten
Het verschil tussen het totaal van de inkomsten en het totaal van de
uitgaven op de lopende en de kapitaalrekening. Een positief teken betekent
een overschot, een negatief teken wijst op een tekort. Voor de dekking van
een tekort moeten financiële middelen (leningen) worden aangetrokken. Een
overschot kan gebruikt worden voor de vermindering van deze schulden. Het
saldo van inkomsten en uitgaven op de lopende en de kapitaalrekening is
daarom gelijk aan het saldo van vorderingen en schulden. De lopende en de
kapitaalrekening bevatten de transacties die betrekking hebben op het
productieproces, de inkomensvorming, inkomensverdeling, inkomensbesteding,
herverdeling door kapitaaloverdrachten en de kapitaalvorming (aan- en
verkopen van niet-financiële activa).
Uitgaven
Uitgaven op de lopende en de kapitaalrekening. In het rekeningstelsel van
het Europees Systeem van Rekeningen 1995 wordt de economie beschreven als
een reeks van samenhangende deelprocessen. De onderscheiden deelprocessen
zijn: productie, inkomensvorming, inkomensverdeling, inkomensbesteding,
herverdeling door kapitaaloverdrachten, kapitaalvorming en financiering.
Elk deelproces wordt beschreven op een afzonderlijke rekening. De lopende
rekening is een samenvoeging van de transacties die betrekking hebben op
het productieproces, de inkomensvorming, inkomensverdeling en
inkomensbesteding. De kapitaalrekening registreert de aan- en verkopen van
niet-financiële activa (kapitaalvorming) en de kapitaaloverdrachten.
Totaal uitgaven
Totaal uitgaven op de lopende en de kapitaalrekening. In het
rekeningstelsel van het Europees Systeem van Rekeningen 1995 wordt de
economie beschreven als een reeks van samenhangende deelprocessen. De
onderscheiden deelprocessen zijn: productie, inkomensvorming,
inkomensverdeling, inkomensbesteding, herverdeling door
kapitaaloverdrachten, kapitaalvorming en financiering. Elk deelproces
wordt beschreven op een afzonderlijke rekening. De lopende rekening is een
samenvoeging van de transacties die betrekking hebben op het
productieproces, de inkomensvorming, inkomensverdeling en
inkomensbesteding. De kapitaalrekening registreert de aan- en verkopen van
niet-financiële activa (kapitaalvorming) en de kapitaaloverdrachten.
Inkomsten
Inkomsten op de lopende en de kapitaalrekening. In het rekeningstelsel van
het Europees Systeem van Rekeningen 1995 wordt de economie beschreven als
een reeks van samenhangende deelprocessen. De onderscheiden deelprocessen
zijn: productie, inkomensvorming, inkomensverdeling, inkomensbesteding,
herverdeling door kapitaaloverdrachten, kapitaalvorming en financiering.
Elk deelproces wordt beschreven op een afzonderlijke rekening. De lopende
rekening is een samenvoeging van de transacties die betrekking hebben op
het productieproces, de inkomensvorming, inkomensverdeling en
inkomensbesteding. De kapitaalrekening registreert de aan- en verkopen van
niet-financiële activa (kapitaalvorming) en de kapitaaloverdrachten.
Totaal inkomsten
Totaal inkomsten op de lopende en de kapitaalrekening. In het
rekeningstelsel van het Europees Systeem van Rekeningen 1995 wordt de
economie beschreven als een reeks van samenhangende deelprocessen. De
onderscheiden deelprocessen zijn: productie, inkomensvorming,
inkomensverdeling, inkomensbesteding, herverdeling door
kapitaaloverdrachten, kapitaalvorming en financiering. Elk deelproces
wordt beschreven op een afzonderlijke rekening. De lopende rekening is een
samenvoeging van de transacties die betrekking hebben op het
productieproces, de inkomensvorming, inkomensverdeling en
inkomensbesteding. De kapitaalrekening registreert de aan- en verkopen van
niet-financiële activa (kapitaalvorming) en de kapitaaloverdrachten.
Financiering
In het rekeningstelsel van het Europees Systeem van Rekeningen 1995 wordt
de economie beschreven als een reeks van samenhangende deelprocessen. De
onderscheiden deelprocessen zijn: productie, inkomensvorming,
inkomensverdeling, inkomensbesteding, herverdeling door
kapitaaloverdrachten, kapitaalvorming en financiering. Elk deelproces
wordt beschreven op een afzonderlijke rekening. De financiële rekening
(financiering) geeft de veranderingen aan in de vorderingen en schulden.
Saldo vorderingen en schulden
Het verschil tussen het totaal van de vorderingen en het totaal van de
schulden. Dit saldo is (met een tegengesteld teken) gelijk aan het saldo
van inkomsten en uitgaven op de lopende en de kapitaalrekening. De lopende
en de kapitaalrekening bevatten de transacties die betrekking hebben op
het productieproces, de inkomensvorming, inkomensverdeling,
inkomensbesteding, herverdeling door kapitaaloverdrachten en de
kapitaalvorming (aan- en verkopen van niet-financiële activa).
Kredietverleningen, deelnemingen
Betreft de vermeerdering van financiële activa met een oorspronkelijke
looptijd van meer dan één jaar (langlopend) en met een oorspronkelijke
looptijd van maximaal één jaar (kortlopend). De vermeerdering van
langlopende financiële activa omvat de aankoop van langlopende effecten en
aandelen, de verstrekking van langlopende leningen en de vergroting van
overige deelnemingen. Bij de kortlopende financiële activa gaat het om de
mutatie in het chartaal geld, girale deposito's, termijndeposito´s,
kortlopende effecten en leningen en transitorische posten.
Effecten zijn vorderingen aan toonder zonder eigendomsrechten met een
oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer
dan één jaar (langlopend). Aandelen en overige deelnemingen zijn
vorderingen die eigendomsrechten op vennootschappen vertegenwoordigen.
Dergelijke vorderingen geven de houder ervan over het algemeen recht op
een aandeel in de winst van deze vennootschappen en in hun netto vermogen
in geval van liquidatie. Leningen zijn onderhandse overeenkomsten tussen
een geldgever en geldnemer met een oorspronkelijke looptijd van maximaal
één jaar (kortlopend) en van meer dan één jaar (langlopend). Chartaal geld
betreft de contante gelden in kas. Girale deposito´s zijn
rekening-courantverhoudingen. Termijndeposito´s zijn niet direct opeisbare
tegoeden. Transitorische posten zijn financiële aanspraken die ontstaan
doordat er sprake is van een tijdsverschil tussen de transactie en de
betaling (opgelopen rente, kas/transactieverschillen).
Kredietaflossingen
Betreft de vermindering van financiële activa met een oorspronkelijke
looptijd van meer dan één jaar (langlopend). Hiertoe behoren de verkoop
van langlopende effecten en aandelen, de aflossing van (verstrekte)
langlopende leningen en de vermindering van overige deelnemingen.
Langlopende effecten zijn vorderingen aan toonder zonder eigendomsrechten
met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar. Aandelen en
overige deelnemingen zijn vorderingen die eigendomsrechten op
vennootschappen vertegenwoordigen. Dergelijke vorderingen geven de houder
ervan over het algemeen recht op een aandeel in de winst van deze
vennootschappen en in hun netto vermogen in geval van liquidatie.
Langlopende leningen zijn onderhandse overeenkomsten tussen een geldgever
en geldnemer met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar.
Aflossing schuld
Betreft de vermindering van financiële passiva met een oorspronkelijke
looptijd van meer dan één jaar (langlopend). Hiertoe behoren de aflossing
van uitgegeven langlopende effecten en de aflossing van opgenomen
langlopende leningen. Langlopende effecten zijn vorderingen aan toonder
zonder eigendomsrechten met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één
jaar. Langlopende leningen zijn onderhandse overeenkomsten tussen een
geldgever en geldnemer met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één
jaar.
Opneming schuld
Betreft de vermeerdering van financiële passiva met een oorspronkelijke
looptijd van meer dan één jaar (langlopend) en met een oorspronkelijke
looptijd van maximaal één jaar (kortlopend). De vermeerdering langlopende
financiële passiva omvat de opbrengst van de uitgifte van langlopende
effecten en de opbrengst van de opneming van langlopende leningen. Bij de
kortlopende financiële passiva gaat het om de mutatie in de munten in
omloop, kortlopende effecten en leningen en transitorische posten.
Effecten zijn vorderingen aan toonder zonder eigendomsrechten met een
oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer
dan één jaar (langlopend). Leningen zijn onderhandse overeenkomsten tussen
een geldgever en geldnemer met een oorspronkelijke looptijd van maximaal
één jaar (kortlopend) en van meer dan één jaar (langlopend).
Transitorische posten zijn financiële aanspraken die ontstaan doordat er
sprake is van een tijdsverschil tussen de transactie en de betaling
(opgelopen rente, kas/transactieverschillen).