Rijk; financiële positie conform ESR 95, standen, 1999 - 2009

Tabeltoelichting


Het CBS verzamelt, binnen het kader van de statistieken van de
overheidsfinanciën, gegevens over de omvang, de samenstelling en de
bestemming van de uitgaven en inkomsten en de balansstanden van het rijk.

Het rijk bestaat uit ministeries, begrotingsfondsen en agentschappen.
Ministeries zijn vooral actief bij het bepalen van het rijksbeleid. In
begrotingsfondsen worden bepaalde budgetten of inkomsten meerjarig
beschikbaar gehouden voor een speciaal beleidsterrein. Agentschappen zijn
belast met uitvoerende taken.

Deze tabel bevat een deel van de uitkomsten van de kwartaalanalyse van de
rijksfinanciën: de stand van de vorderingen en schulden van het rijk aan
het eind van het kwartaal, gewaardeerd tegen marktwaarde, volgens de
balansindeling van het Europees Systeem van Rekeningen 1995.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1e kwartaal 1999
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers:
Cijfers t/m 2006 betreffen definitieve gegevens.
Cijfers vanaf 2007 t/m 2009 zijn voorlopige gegevens.

Wijzigingen per 7 april 2010:
De voorlopige cijfers voor 4e kwartaal 2009 en jaar 2009 zijn opgenomen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Vorderingen
Totaal vorderingen
Chartaal geld en deposito's
Contante gelden in kas, rekening-courantverhoudingen met banken,
termijndeposito's bij banken en kas- en daggeldleningen aan banken.
Termijndeposito´s zijn niet direct opvraagbare tegoeden.
Leningen
Onderhandse overeenkomsten tussen een geldgever en geldnemer met een
oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer
dan één jaar (langlopend).
Totaal leningen
Onderhandse overeenkomsten tussen een geldgever en geldnemer met een
oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer
dan één jaar (langlopend).
Aandelen en deelnemingen
Vorderingen die eigendomsrechten op vennootschappen vertegenwoordigen.
Dergelijke vorderingen geven de houder ervan over het algemeen recht op
een aandeel in de winst van deze vennootschappen evenals in hun netto
vermogen in geval van liquidatie. Deze balanspost komt bij het rijk
uitsluitend als vordering voor en bestaat uit beursgenoteerde aandelen en
overige aandelen en deelnemingen. Beursgenoteerde aandelen kunnen worden
verhandeld op de beurs, de overige aandelen en deelnemingen kunnen niet
worden verhandeld op de beurs.
Totaal aandelen en deelnemingen
Vorderingen die eigendomsrechten op vennootschappen vertegenwoordigen.
Dergelijke vorderingen geven de houder ervan over het algemeen recht op
een aandeel in de winst van deze vennootschappen evenals in hun netto
vermogen in geval van liquidatie. Deze balanspost komt bij het rijk
uitsluitend als vordering voor en bestaat uit beursgenoteerde aandelen en
overige aandelen en deelnemingen. Beursgenoteerde aandelen kunnen worden
verhandeld op de beurs, de overige aandelen en deelnemingen kunnen niet
worden verhandeld op de beurs.
Handelskredieten, transitorische posten
Financiële aanspraken die ontstaan indien er sprake is van een
tijdsverschil tussen de transactie en de betaling. Belangrijke elementen
in deze categorie zijn de kas/transactieverschillen bij de
belastingontvangsten.
Schulden
Totaal schulden
Chartaal geld
De door het rijk in omloop gebrachte munten die gelden als wettelijk
betaalmiddel.
Effecten met uitzondering van aandelen
Vorderingen aan toonder zonder eigendomsrechten met een oorspronkelijke
looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer dan één jaar
(langlopend), met uitzondering van aandelen.
Totaal effecten behalve aandelen
Vorderingen aan toonder zonder eigendomsrechten met een oorspronkelijke
looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer dan één jaar
(langlopend), met uitzondering van aandelen.
Leningen
Onderhandse overeenkomsten tussen een geldgever en geldnemer met een
oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer
dan één jaar (langlopend).
Totaal leningen
Onderhandse overeenkomsten tussen een geldgever en geldnemer met een
oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar (kortlopend) en van meer
dan één jaar (langlopend).
Handelskredieten, transitorische posten
Financiële aanspraken die ontstaan indien er sprake is van een
tijdsverschil tussen de transactie en de betaling. Belangrijke elementen
in deze categorie zijn de opgelopen rente en de kas/transactieverschillen.