Milieukosten van de landbouw, 1990-2007

Tabeltoelichting


Deze tabel beschrijft de kosten van maatregelen die de milieuverontreiniging door de landbouw bestrijden. Onder de milieukosten vallen de eigen kosten van de agrariër en de betaalde overdrachten/heffingen aan derden. De milieukosten bestaan voor een groot deel uit kapitaallasten (rente en afschrijvingen) van milieu-investeringen.
De milieu-investeringen zijn ook weergegeven. De milieukosten zijn onderverdeeld naar milieucompartiment (onderdeel): water, lucht, bodem, afval, geluid en algemeen. Naast de milieukosten worden de ontvangen subsidies in kaart gebracht. Door bij de milieukosten de betaalde heffingen op te tellen en de ontvangen subsidies af te trekken, ontstaan de netto milieulasten.

Gegevens beschikbaar van 1990 tot en met 2007.

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 7 oktober 2013
Geen, de tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing

Toelichting onderwerpen

Milieu-investeringen
Milieu-investeringen zijn extra investeringen (in duurzame kapitaalgoederen) die het gevolg zijn van maatregelen waarmee bescherming, herstel of verbetering van het milieu wordt nagestreefd. Tot en met 1998 werden alleen de niet-rendabele milieuvoorzieningen waargenomen. Vanaf 1999 worden ook rendabele milieuvoorzieningen meegenomen voor zover die zichzelf niet binnen drie jaar terugverdienen. Dit zijn vooral voorzieningen op het gebied van energiebesparing. De milieu-investeringen zijn verdeeld naar milieucompartiment: water, lucht, bodem, afval, geluid en algemeen. Als een bepaalde investering een aanzienlijk deel van een compartiment uitmaakt is deze apart weergeven. Voor het compartiment landschap zijn alleen kosten opgenomen (zie verdere uitleg bij milieukosten compartiment landschap).
Compartiment lucht
Milieu-investeringen om luchtverontreiniging te voorkomen of te beperken.
Energiebesparing
Investeringen in energiebesparende voorzieningen.
Met ingang van 1999 worden uitgaven met betrekking tot energiebesparing meegenomen in overeenstemming met de herziene methodiek milieukosten. Tot en met 1998 werden alleen de niet-rendabele milieuvoorzieningen waargenomen. Vanaf 1999 worden ook de rendabele milieuvoorzieningen meegenomen, voor zover die zichzelf niet binnen drie jaar terugverdienen. Hieronder vallen energiebesparingvoorzieningen. Het gaat hier om investeringen in onder andere biomassaverbrandingsinstallaties, anaërobe-vergistingsinstallaties, warmtewisselaars en zonne-energiesystemen. Bij anaërobe-vergistingsinstallaties worden organische reststromen of mest vergist, waarbij een deel van de opgewekte energie nuttig wordt aangewend.
Milieukosten
De milieukosten van de eigen milieuactiviteiten (activiteiten in eigen beheer). Deze kosten worden gevormd door de (berekende) kapitaallasten (rente en afschrijvingen), de lopende kosten en overige kosten. De milieukosten zijn onderverdeeld naar compartimenten.
Verder vallen hieronder alle overdrachten aan sectoren buiten de landbouw. Dit zijn bijvoorbeeld milieuheffingen en betalingen voor de afvoer van afval. De betalingen voor de belasting op milieugrondslag worden niet meegeteld omdat de inkomsten tot de algemene middelen van het Rijk behoren. Alleen heffingen waarvan de opbrengst gebruikt wordt om milieuproblemen aan te pakken (zogenaamde bestemmingsheffingen) worden als milieu-uitgaven beschouwd.
Compartiment lucht
Milieukosten om luchtverontreiniging te voorkomen of te beperken.
Energiebesparing
Hieronder vallen kosten die voortvloeien uit investeringen in energiebesparende voorzieningen.