(Speciaal) basisonderwijs; culturele minderheden 1991-2014

(Speciaal) basisonderwijs; culturele minderheden 1991-2014

Geslacht Onderwijssoorten Perioden Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen (aantal) Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen in % (%) Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen naar categorie 0.25-leerlingen (aantal) Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen naar categorie 0.30-leerlingen (aantal) Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen naar categorie 0.40-leerlingen (aantal) Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen naar categorie 0.70-leerlingen (aantal) Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen naar categorie 0.90-leerlingen (aantal) Achterstandsleerlingen Achterstandsleerlingen naar categorie 1.20-leerlingen (aantal)
Totaal mannen en vrouwen Totaal primair onderwijs 2014/'15* 147.090 10 78.468 68.622
Totaal mannen en vrouwen Basisonderwijs 2014/'15* 147.090 10 78.468 68.622
Totaal mannen en vrouwen Speciaal basisonderwijs 2014/'15*
Mannen Totaal primair onderwijs 2014/'15* 72.723 10 38.746 33.977
Mannen Basisonderwijs 2014/'15* 72.723 10 38.746 33.977
Mannen Speciaal basisonderwijs 2014/'15*
Vrouwen Totaal primair onderwijs 2014/'15* 74.367 10 39.722 34.645
Vrouwen Basisonderwijs 2014/'15* 74.367 10 39.722 34.645
Vrouwen Speciaal basisonderwijs 2014/'15*
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens van leerlingen per onderwijssoort en leeftijd, culturele minderheden en achterstandsleerlingen in het (speciaal) basisonderwijs.

Gegevens beschikbaar van schooljaar 1991/'92 tot en met schooljaar 2014/'15.

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 3 maart 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Achterstandsleerlingen
Achterstandsleerlingen
Aantal achterstandsleerlingen in het basisonderwijs.
Achterstandsleerlingen in %
Het aantal achterstandsleerlingen in het basisonderwijs uitgedrukt als percentage van het totaal aantal leerlingen in de betreffende onderwijssoort.
Let wel: het aantal mannen en vrouwen in de betreffende onderwijssoort is uitgedrukt als percentage van het totaal aantal mannen en vrouwen in de betreffende onderwijssoort.
Voorbeeld: in het schooljaar 2006/'07 zaten er 763 590 meisjes in het basisonderwijs. Hiervan behoorden er 160 300 tot een achterstandscategorie. Het percentage achterstandsleerlingen in het basisonderwijs is in het schooljaar 2006/'07 voor de meisjes dus 21.
Achterstandsleerlingen naar categorie
Aantal achterstandsleerlingen in het basisonderwijs gesplitst naar achterstandscategorie.
0.25-leerlingen
Leerlingen in het basisonderwijs krijgen een gewicht van 0.25 als het Nederlandse leerlingen zijn van ouders met een laag opleidingsniveau. Het toekennen van dit gewicht is mede afhankelijk van het schooljaar en de leeftijd van de leerling.
0.30-leerlingen
Leerlingen in het basisonderwijs krijgen een gewicht van 0.30 als het kinderen zijn waarvan beide ouders maximaal lager of voorbereidend beroepsonderwijs (lbo/vbo), praktijkonderwijs of voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. Het toekennen van dit gewicht is mede afhankelijk van het schooljaar en de leeftijd van de leerling.
0.40-leerlingen
Leerlingen in het basisonderwijs krijgen een gewicht van 0.40 als het schipperskinderen zijn. Het toekennen van dit gewicht is mede afhankelijk van het schooljaar en de leeftijd van de leerling.
0.70-leerlingen
Leerlingen in het basisonderwijs krijgen een gewicht van 0.70 als het woonwagen- en zigeunerkinderen zijn. Het toekennen van dit gewicht is mede afhankelijk van het schooljaar en de leeftijd van de leerling.
0.90-leerlingen
Leerlingen in het basisonderwijs krijgen een gewicht van 0.90 als het leerlingen zijn die behoren tot een culturele minderheid (cumi-leerlingen) en waarvan de ouders een laag opleidings- en beroepsniveau hebben.
Het toekennen van dit gewicht is mede afhankelijk van het schooljaar en de leeftijd van de leerling.
1.20-leerlingen
Leerlingen in het basisonderwijs krijgen een gewicht van 1.20 als het kinderen zijn van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (voortgezet)speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen ((v)so-zmlk)heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf het lager of voorbereidend beroepsonderwijs (lbo/vbo), praktijkonderwijs of voorbereiden middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool.
Het toekennen van dit gewicht is mede afhankelijk van het schooljaar en de leeftijd van de leerling.