Innovatie bij bedrijven; 1996-1998

Innovatie bij bedrijven; 1996-1998

SBI '93 Gebruik van informatiebronnen van(uit): Elektronische databanken, die: Enigszins belangrijk waren (%) Gebruik van informatiebronnen van(uit): Elektronische databanken, die: Belangrijk waren (%) Gebruik van informatiebronnen van(uit): Elektronische databanken, die: Zeer belangrijk waren (%)
Totaal bedrijven 24 12 3
1500d Industrie (geen sociale .. 20 7 1
DA VV voedings- en genotmiddelen 16 5 0
1700a Textiel, kleding en .. 27 4 -
21 VV papier, karton en papier- en .. 23 2 2
22 Uitgeverijen, drukkerijen en repro .. 12 12 0
23 Aardolie- en steenkoolverwerkende .. 30 7 6
2410a Basischemie en vervaardiging .. 26 7 3
244 VV farmaceutische producten 21 3 6
2420b Overige chemische eindproducten .. 41 13 -
25 VV producten van rubber en kunststof 25 5 0
27 Basismetaalindustrie 21 15 -
28 VV producten van metaal (geen .. 20 5 1
29 VV machines en apparaten 22 4 2
3100a Overige elektrische, audio-, en .. 15 13 1
DM Vervaardiging van transportmiddelen 32 6 1
20+26+30+36 Overige industrie 16 4 1
5000i Commerciële dienstverlening (G-K) 29 17 5
51 Groothandel en handelsbemiddeling .. 34 15 5
52 Detailhandel en reparatie voor .. 15 21 3
5000e Autobranche en horeca 26 14 4
I Vervoer, opslag en communicatie 26 15 2
J Financiële instellingen 36 17 5
72 Computerservice- en .. 30 35 13
7411b Juridische en administratieve .. 44 18 4
742 Architecten-, ingenieurs- en .. 30 18 2
7000f Verhuur en overige zakelijke .. 25 11 6
90 Milieudienstverlening 25 15 7
8040a Dienstverlening (rest) 20 7 12
0000a Landbouw en nijverheid (A-F) 19 6 4
0000b Landbouw, bosbouw, visserij (A+B) 33 10 9
C Winning van delfstoffen 24 5 2
E Productie en distributie van en .. 17 25 6
45 Bouwnijverheid 14 5 2
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS houdt om de twee jaar een Innovatie-enquête. Hiermee wordt een
beeld verkregen van de stand van zaken wat betreft innovatie bij
Nederlandse bedrijven. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan
aspecten van het begrip innovatie.
Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste
jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de
volgende. Omdat in iedere nieuwe Innovatie-enquête weer nieuwe onderwerpen
worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke
tabel weergegeven. Dèze tabel bevat alle resultaten van de
Innovatie-enquête voor de verslagperiode 1996-1998.

De eerste Innovatie-enquête vond plaats over de verslagperiode 1994-1996.
Vanaf deze eerste verslagperiode tot en met verslagperiode 2000-2002 is de
enquête gehouden bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer
werknemers.
In de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn ook bedrijven met 1 tot
10 werknemers geënquêteerd.
Vanaf de verslagperiode 2002-2004 betreft de populatie alle bedrijven in
Nederland met 10 of meer werkzame personen.
Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat
werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf
voorkomen, terwijl tot de werkzame personen ook de de eigenaren en
meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen worden gerekend.
Zie voor de exacte definities de link naar Methoden/Begrippen: href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/76ABB32E-7C99-4D65-84E0-1B740B64A0F7"
>Methoden/Begrippen
.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996.

Status van de cijfers: definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: geen.

Toelichting onderwerpen

Gebruik van informatiebronnen van(uit):
Voor innovatoren is nagegaan van welke informatiebronnen in 1996-1998
gebruik is gemaakt om innovatie-projecten te starten of af te ronden.
Voor alle informatiebronnen die hier genoemd worden geldt dat de
bedrijven als percentage worden weergegeven van alle innovatoren die
genoemde informatiebron van belang vinden.
Elektronische databanken, die:
Innovatie-ideeën via interne of externe databanken/internet.
Enigszins belangrijk waren
In procenten van alle innovatoren die
genoemde informatiebron van belang vinden.
Belangrijk waren
In procenten van alle innovatoren die
genoemde informatiebron van belang vinden.
Zeer belangrijk waren
In procenten van alle innovatoren die
genoemde informatiebron van belang vinden.