Innovatie bij bedrijven; 1996-1998

Innovatie bij bedrijven; 1996-1998

SBI '93 Aantal bedrijven en innovatoren Totale onderzoekspopulatie (aantal) Aantal bedrijven en innovatoren Aantal innovatoren (aantal) Aantal bedrijven en innovatoren Als percentage van onderzoekspopulatie (%) Samenwerkende innovatoren Aantal bedrijven met partnerships (aantal) Samenwerkende innovatoren In procenten van totaal innovatoren (%) Subsidies In procenten van totaal innovatoren (%) Innovatie-uitgaven Ontplooide innovatie-activiteiten Innovatoren met uitgaven (%) Knelpunten Bij innovatoren Aantal bedrijven (aantal) Knelpunten Bij innovatoren Percentage bedrijven met knelpunten (%) Knelpunten Bij innovatoren Waardoor projecten niet zijn gestart (%) Knelpunten Bij innovatoren Waardoor projecten zijn stopgezet (%) Knelpunten Bij innovatoren Waardoor projecten erg zijn vertraagd (%) Knelpunten Bij niet-innovatoren Aantal bedrijven (aantal) Knelpunten Bij niet-innovatoren Percentage bedrijven met knelpunten (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Aantal bedrijven (aantal) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Percentage bedrijven (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Totaal strategie (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Strategie los van nieuwe technologie (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Totaal marketing (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Marketing los van nieuwe technologie (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Totaal reorganisatie (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Reorganisatie los van nieuwe technologie (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Totaal management (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij innovatoren Management los van nieuwe technologie (%) Niet-technologische vernieuwingen Bij niet-innovatoren Aantal bedrijven (aantal) Niet-technologische vernieuwingen Bij niet-innovatoren Percentage bedrijven (%)
Totaal bedrijven 48.596 19.381 40 4.865 25 23 86 19.381 36 37 38 71 29.215 18 19.381 77 71 59 67 49 55 56 34 57 29.215 46
1500d Industrie (geen sociale .. 10.356 6.249 60 1.510 24 41 86 6.249 41 44 40 67 4.107 30 6.249 75 71 62 70 50 53 59 35 59 4.107 45
DA VV voedings- en genotmiddelen 1.499 800 53 149 18 32 79 800 32 44 38 62 699 31 800 78 70 62 79 50 47 63 32 71 699 54
1700a Textiel, kleding en .. 499 277 56 47 17 39 83 277 36 58 34 37 222 27 277 74 67 74 72 65 67 60 57 64 222 41
21 VV papier, karton en papier- en .. 246 150 61 41 27 41 84 150 45 43 44 76 96 31 150 76 70 67 75 53 40 64 30 56 96 40
22 Uitgeverijen, drukkerijen en repro .. 1.184 757 64 118 15 12 86 757 25 30 44 83 427 35 757 80 70 54 61 61 60 51 36 52 427 54
23 Aardolie- en steenkoolverwerkende .. 20 18 90 8 44 42 76 18 26 100 71 50 2 . 18 69 83 91 59 75 83 91 49 85 2 50
2410a Basischemie en vervaardiging .. 139 111 80 50 45 66 91 111 57 54 49 78 28 39 111 85 76 64 61 66 60 86 27 70 28 45
244 VV farmaceutische producten 49 36 73 11 30 77 82 36 67 46 53 71 13 59 36 70 67 65 65 42 54 37 16 - 13 89
2420b Overige chemische eindproducten .. 185 168 91 80 47 69 97 168 61 45 50 71 17 . 168 84 79 55 83 50 56 65 35 54 17 91
25 VV producten van rubber en kunststof 496 365 73 87 23 63 91 365 47 43 56 87 131 45 365 82 71 61 72 56 41 49 33 65 131 36
27 Basismetaalindustrie 109 71 65 25 35 46 86 71 34 22 52 83 38 33 71 89 70 55 65 38 54 62 31 68 38 45
28 VV producten van metaal (geen .. 1.855 964 52 217 22 41 89 964 42 40 31 56 891 24 964 67 74 72 60 54 62 51 43 61 891 33
29 VV machines en apparaten 1.358 946 70 235 24 57 87 946 45 51 44 69 412 34 946 74 62 60 75 39 45 70 27 63 412 61
3100a Overige elektrische, audio-, en .. 666 521 78 202 38 53 88 521 54 51 36 68 145 24 521 76 71 69 74 49 56 78 31 65 145 35
DM Vervaardiging van transportmiddelen 508 315 62 77 24 47 91 315 44 42 64 47 193 27 315 74 74 50 67 37 51 57 33 46 193 45
20+26+30+36 Overige industrie 1.543 752 49 162 21 28 78 752 45 39 28 69 791 29 752 70 77 58 71 44 53 50 35 44 791 44
5000i Commerciële dienstverlening (G-K) 29.178 10.191 35 2.659 26 14 90 10.191 35 29 32 76 18.987 14 10.191 83 72 58 65 50 57 53 33 56 18.987 50
51 Groothandel en handelsbemiddeling .. 7.138 2.878 40 609 21 20 90 2.878 36 36 34 77 4.260 11 2.878 84 70 64 72 51 58 49 34 57 4.260 61
52 Detailhandel en reparatie voor .. 4.450 1.110 25 318 28 10 93 1.110 22 21 18 83 3.340 14 1.110 80 62 47 50 48 55 32 40 47 3.340 47
5000e Autobranche en horeca 4.622 1.316 28 214 16 4 88 1.316 25 27 24 76 3.306 12 1.316 79 63 61 55 64 55 70 37 55 3.306 43
I Vervoer, opslag en communicatie 3.850 1.024 27 367 35 11 86 1.024 32 20 37 81 2.826 16 1.024 73 75 51 59 43 66 47 32 36 2.826 40
J Financiële instellingen 1.052 504 48 160 31 2 85 504 41 17 35 80 548 27 504 93 85 67 79 55 60 54 26 78 548 59
72 Computerservice- en .. 805 591 73 215 36 26 99 591 59 26 27 79 214 28 591 91 80 48 75 39 49 58 28 76 214 72
7411b Juridische en administratieve .. 1.695 569 34 159 27 1 90 569 35 34 27 77 1.126 15 569 79 76 63 58 47 56 62 33 51 1.126 52
742 Architecten-, ingenieurs- en .. 1.047 611 58 206 33 40 96 611 52 33 50 69 436 29 611 79 75 61 61 45 58 71 23 66 436 48
7000f Verhuur en overige zakelijke .. 3.828 1.333 35 322 24 7 92 1.333 35 23 36 67 2.495 13 1.333 87 79 54 70 48 53 54 32 59 2.495 52
90 Milieudienstverlening 187 74 40 32 43 47 96 74 50 59 14 72 113 27 74 86 77 53 52 54 65 56 30 84 113 64
8040a Dienstverlening (rest) 504 182 36 57 31 8 92 182 41 50 5 54 322 16 182 88 83 56 50 28 60 58 39 58 322 45
0000a Landbouw en nijverheid (A-F) 9.062 2.941 32 697 23 19 72 2.941 30 48 55 62 6.121 23 2.941 61 68 56 65 47 55 59 39 58 6.121 35
0000b Landbouw, bosbouw, visserij (A+B) 1.520 693 46 146 21 37 79 693 31 49 28 73 827 24 693 75 70 54 78 38 55 45 41 49 827 50
C Winning van delfstoffen 89 52 59 22 42 53 72 52 17 16 11 100 37 33 52 64 71 22 73 17 25 63 12 26 37 40
E Productie en distributie van en .. 66 49 74 30 61 56 93 49 52 46 61 56 17 39 49 97 87 75 72 67 87 66 48 72 17 53
45 Bouwnijverheid 7.387 2.148 29 499 23 12 69 2.148 30 48 64 58 5.239 23 2.148 54 67 57 58 52 54 66 38 63 5.239 32
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS houdt om de twee jaar een Innovatie-enquête. Hiermee wordt een
beeld verkregen van de stand van zaken wat betreft innovatie bij
Nederlandse bedrijven. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan
aspecten van het begrip innovatie.
Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste
jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de
volgende. Omdat in iedere nieuwe Innovatie-enquête weer nieuwe onderwerpen
worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke
tabel weergegeven. Dèze tabel bevat alle resultaten van de
Innovatie-enquête voor de verslagperiode 1996-1998.

De eerste Innovatie-enquête vond plaats over de verslagperiode 1994-1996.
Vanaf deze eerste verslagperiode tot en met verslagperiode 2000-2002 is de
enquête gehouden bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer
werknemers.
In de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn ook bedrijven met 1 tot
10 werknemers geënquêteerd.
Vanaf de verslagperiode 2002-2004 betreft de populatie alle bedrijven in
Nederland met 10 of meer werkzame personen.
Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat
werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf
voorkomen, terwijl tot de werkzame personen ook de de eigenaren en
meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen worden gerekend.
Zie voor de exacte definities de link naar Methoden/Begrippen: href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/76ABB32E-7C99-4D65-84E0-1B740B64A0F7"
>Methoden/Begrippen
.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996.

Status van de cijfers: definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: geen.

Toelichting onderwerpen

Aantal bedrijven en innovatoren
Een bedrijf wordt als innovator beschouwd als in de periode 1996-1998
vernieuwde producten of diensten en/of vernieuwde productieprocessen
zijn gerealiseerd, alsmede als er innovatieprojecten zijn uitgevoerd die
(nog) niet tot gerealiseerde vernieuwingen hebben geleid. Een voorwaarde
voor vernieuwing is dat er sprake moet zijn van de inzet van nieuwe
technieken of kennis.
De onderzoekspopulatie bestaat uit alle bedrijven (uit de beschouwde
bedrijfsklassen) met 10 of meer werknemers. Het gaat om 48 596 bedrijven.
Totale onderzoekspopulatie
Totale onderzoekspopulatie (bedrijven met 10 of meer werknemers).
Aantal innovatoren
Aantal bedrijven met (technologisch) vernieuwende activiteiten in de
periode 1996-1998. Inclusief de innovatoren die zich in 1996-1998
bezighielden met (technologische ) innovatieve activiteiten en waarbij
eind 1998 nog geen innovaties waren gerealiseerd.
Als percentage van onderzoekspopulatie
De percentages in deze kolom geven aan hoeveel innovatoren er eind
1998 zijn ten opzichte van alle bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Samenwerkende innovatoren
Aan innovatoren is gevraagd of ze innovatieprojecten in partnership
hebben uitgevoerd in de periode 1996-1998. Onder partnership wordt
verstaan: het actief en gezamenlijk met anderen werken aan de ontwikkeling
van technologisch nieuwe of verbeterde producten, diensten of
processen al dan niet in een formeel samenwerkingsverband.
Meestal worden de kosten en eventuele opbrengsten van dit soort
partnerships gedeeld. Uitbesteed werk is dus niet meegerekend.
Aantal bedrijven met partnerships
Het aantal innovatoren dat aangeeft daadwerkelijk te participeren in
partnerships.
In procenten van totaal innovatoren
Innovatoren in partnership.
In procenten van de het totaal aantal innovatoren.
Subsidies
Enigerlei vorm van subsidie of fiscale regeling voor (technologisch)
innovatieve activiteiten in 1998.
In procenten van totaal innovatoren
In procenten van totaal innovatoren.
Innovatie-uitgaven
Uitgaven met één of meer van onderstaande activiteiten om technologisch
nieuwe of verbeterde producten of processen te realiseren.
Betreft per activiteit alle lopende uitgaven in 1998 exclusief
afschrijvingen, maar inclusief de directe personeelskosten en eventuele
investeringsuitgaven voor product- en/of procesvernieuwingen in 1998.
Ontplooide innovatie-activiteiten
Bij dit onderwerp worden de innovatie-uitgaven uitgedrukt als
percentage van alle innovatoren in 1996-1998.
Dus bijvoorbeeld bij de post "Inkoop apparatuur" voor het Totaal
staat 57%, dit wil zeggen dat 57% van de innovatoren innovatie-
uitgaven voor apparatuur/hardware hebben gedaan in 1998.
Innovatoren met uitgaven
Als percentage van alle innovatoren in 1996-1998.
Van innovatie-activiteiten is sprake als daarvoor
in 1998 uitgaven zijn gedaan.
Knelpunten
Ondervonden knelpunten in de periode 1996-1998 waardoor
innovatieprojecten ernstig zijn vertraagd, tussentijds zijn stopgezet of
helemaal niet zijn begonnen.
Bij innovatoren
Knelpunten bij innovatoren.
Aantal bedrijven
Aantal bedrijven met (technologisch) vernieuwende activiteiten in de
periode 1996-1998. Inclusief de innovatoren die zich in 1996-1998
bezighielden met (technologische) innovatieve activiteiten en waarbij
eind 1998 nog geen innovaties waren gerealiseerd.
Percentage bedrijven met knelpunten
In procenten van het totaal aantal innovatoren.
Waardoor projecten niet zijn gestart
Als percentage van de innovatoren met tenminste één knelpunt.
Waardoor projecten zijn stopgezet
Als percentage van de innovatoren met tenminste één knelpunt.
Waardoor projecten erg zijn vertraagd
Als percentage van de innovatoren met tenminste één knelpunt.
Bij niet-innovatoren
Knelpunten bij niet-innovatoren.
Aantal bedrijven
Niet-innovatoren totaal 29 215, zijnde de totale populatie (48 596)
minus de innovatoren (19 381).
Percentage bedrijven met knelpunten
Als percentage van de niet-innovatoren met tenminste één knelpunt.
Niet-technologische vernieuwingen
Voor de gehele onderzoekpopulatie (bedrijven met 10 of meer
werknemers; dat zijn ongeveer 48 500 bedrijven) wordt hier
weergegeven of er niet-technologische vernieuwende activiteiten zijn
verricht in 1996-1998.
De vraag over niet-technologische vernieuwing is dus van toepassing op
zowel innovatoren als niet-innovatoren.
Bij innovatoren
Innovatoren zijn (weer) gedefinieerd als alle bedrijven met
vernieuwende activiteiten op technologisch gebied. Dat zijn ruim 19
duizend bedrijven.
Voor niet-technologische vernieuwingen bij niet-innovatoren, zie
hieronder.
Aantal bedrijven
Aantal innovatoren.
Percentage bedrijven
In procenten van het totaal aantal innovatoren.
Het totaal van 77% slaat dus op de 19 381 innovatoren.
Totaal strategie
Als percentage van de (technologische) innovatoren.
Strategie los van nieuwe technologie
Als percentage van de bedrijven die de betreffende niet-technologische
vernieuwing in de periode 1996-1998 hebben doorgevoerd.
Zo volgt bijvoorbeeld uit de regel "Totaal bedrijven" dat 71% van de
innovatoren strategie als niet-technologische innovatie noemt. Van die
groep zegt vervolgens 59% dat deze innovatie los van nieuwe
technologie heeft plaatsgevonden.
Totaal marketing
Als percentage van de (technologische) innovatoren.
Marketing los van nieuwe technologie
Als percentage van de bedrijven die de betreffende niet-technologische
vernieuwing in de periode 1996-1998 hebben doorgevoerd.
Zo volgt bijvoorbeeld uit de regel "Totaal bedrijven" dat 67% van de
innovatoren marketing als niet-technologische innovatie noemt. Van die
groep zegt vervolgens 49% dat deze innovatie los van nieuwe
technologie heeft plaatsgevonden.
Totaal reorganisatie
Als percentage van de (technologische) innovatoren.
Reorganisatie los van nieuwe technologie
Als percentage van de bedrijven die de betreffende niet-technologische
vernieuwing in de periode 1996-1998 hebben doorgevoerd.
Zo volgt bijvoorbeeld uit de regel "Totaal bedrijven" dat 55%
van de innovatoren reorganisatie als niet-technologische innovatie noemt.
Van die groep zegt vervolgens 56% dat deze innovatie los van nieuwe
technologie heeft plaatsgevonden.
Totaal management
Als percentage van de (technologische) innovatoren.
Management los van nieuwe technologie
Als percentage van de bedrijven die de betreffende niet-technologische
vernieuwing in de periode 1996-1998 hebben doorgevoerd.
Zo volgt bijvoorbeeld uit de regel "Totaal bedrijven" dat 34%
van de innovatoren management als niet-technologische innovatie noemt.
Van die groep zegt vervolgens 57% dat deze innovatie los van nieuwe
technologie heeft plaatsgevonden.
Bij niet-innovatoren
Apart worden hier de percentages vermeld van de niet-innovatoren
met niet-technologische vernieuwingen.
Als percentage van alle niet-innovatoren, te weten ruim 29 duizend
bedrijven.
Voor niet-technologische vernieuwingen bij innovatoren, zie hierboven.
Aantal bedrijven
Totaal niet-innovatoren.
Percentage bedrijven
Als percentage van alle niet-innovatoren, te weten ruim 29 000
bedrijven.