Misdrijven; afdoening door het Openbaar Ministerie 1994-2010

Tabeltoelichting

Toelichting onderwerpen

Afdoeningen strafzaken door OM

Aantal afdoeningen van rechtbankstrafzaken door het Openbaar Ministerie
(OM) naar wijze van afdoening.
Een afdoening van een strafzaak door het Openbaar Ministerie is het nemen
van een beslissing over een bij het parket ingeschreven proces-verbaal
door sepot, voeging ad informandum, voeging ter berechting, transactie of
overdracht aan de afdeling rechtbankzaken van een ander parket.
Het OM kan een verdachte ook dagvaarden. In dat geval wordt de zaak
voorgelegd aan de rechter. Dagvaardingen worden niet als een afdoening
door het OM geteld.

Sepots

Het aantal afdoeningen door een sepot.
Een sepot is een beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij het
afziet van vervolging van een geconstateerd strafbaar feit om
beleidsmatige of technische redenen.

Technische sepots

Het aantal afdoeningen door een technisch sepot.
Een technisch sepot is een beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij
het afziet van vervolging van een strafbaar feit omdat het van mening is
dat vervolging niet tot een veroordeling zal leiden. Bijvoorbeeld omdat er
onvoldoende bewijs is of omdat de verdachte of het feit niet strafbaar
zijn.

Niet ontvankelijke verdachte

Het aantal afdoeningen door een technisch sepot met als reden dat de
verdachte niet ontvankelijk is.
Een verdachte is niet ontvankelijk wanneer deze niet terecht kan of mag
staan, bijvoorbeeld wegens overlijden, jeugdige leeftijd (jonger dan 12
jaar), verjaring van het misdrijf of het ontbreken van een aanklacht.

Beleidssepots

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot.
Een beleidssepot is een beslissing van het OM waarbij het afziet van
vervolging van een geconstateerd strafbaar feit op grond van het algemeen
belang.

Anderen dan officier van justitie

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot met als reden dat er
maatregelen genomen zijn, of nog te nemen zijn door anderen dan de
officier van justitie.

Totaal anderen dan officier van justitie

Het totaal van de afdoeningen door een beleidssepot met als reden dat er
maatregelen genomen zijn, of nog te nemen zijn door anderen dan de
officier van justitie.

Ingrijpen buiten strafrecht

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot met als reden dat
niet-strafrechtelijk ingrijpen de voorkeur heeft.
Ander ingrijpen dan strafvervolging heeft de voorkeur op grond van
redelijkheid, rechtvaardigheid of doelmatigheid. In plaats van
strafvervolging kan dan sprake zijn van een al gerealiseerd of nog te
verwachten bestuurlijk of semi-strafrechtelijk ingrijpen. Dit laatste wil
zeggen een maatregel op grond van het administratief (bijvoorbeeld
fiscaal) recht of het tuchtrecht.

Civielrechtelijke jeugdmaatregel

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot met als reden dat een al
genomen of nog te nemen maatregel van de civiele kinderrechter doelmatiger
wordt gevonden.

Strafrechtelijke jeugdmaatregel

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot met als reden een al genomen
of nog te nemen strafrechtelijke jeugdmaatregel.
Een nieuwe strafvervolging bij jeugdigen wordt onnodig gevonden omdat al
sprake is van een lopende terbeschikkingstelling (jeugd-TBS) of plaatsing
in een inrichting voor buitengewone behandeling.

Terbeschikkingstelling (TBS)

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot met als reden een al lopende
terbeschikkingstelling van de regering. Een nieuwe strafvervolging wordt
in dat geval onnodig gevonden.

Sociale zekerheidsfraude

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot met als reden dat sprake is
van sociale zekerheidsfraude die strafrechtelijk niet wordt vervolgd.

Gepleegde feit

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot om redenen die samenhangen
met het gepleegde feit.

Geringe betekenis van gepleegde feit

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot omdat sprake is van een
gering feit.
Het gepleegde feit is een zo geringe inbreuk op de rechtsorde of heeft zo
weinig schade veroorzaakt, dat een strafvervolging onevenredig zwaar zou
zijn in verhouding tot wat heeft plaatsgevonden.

Persoonlijke kenmerken verdachte

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot wegens persoonlijke kenmerken
van de verdachte.

Vervolging van corporatie verdachte

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot wegens vervolging van de
corporatie (het bedrijf of de organisatie) waarvan de verdachte deel
uitmaakt.

Vervolging van leidinggevende

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot wegens vervolging van de
leidinggevende van de verdachte.
De verdachte is zelf niet strafbaar, want zijn leidinggevende is
verantwoordelijk. De leidinggevende wordt dus vervolgd.

Verdachte en benadeelde

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot om redenen die samenhangen
met de verhouding tussen de verdachte en de benadeelde.

Medeschuld van de benadeelde

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot omdat de benadeelde de
verdachte heeft getergd of het strafbare feit heeft uitgelokt of het de
verdachte zeer gemakkelijk heeft gemaakt om het strafbare feit te plegen.

Strijdig met belang van benadeelde

Het aantal afdoeningen door een beleidssepot omdat strafvervolging
strijdig is met belangen van de benadeelde. De benadeelde vreest
bijvoorbeeld moeilijkheden, of wil liever niet in de openbaarheid komen.
Bovendien is er geen meer algemeen belang dat om vervolging vraagt.

Beleidsepots; wijze van uitvoering

Aantal beleidssepots naar wijze van uitvoering van het sepot.
Een beleidssepot is een beslissing van het Openbaar Ministerie (OM)
waarbij het afziet van vervolging van een strafbaar feit op grond van het
algemeen belang. Het OM kan een sepot op verschillende wijzen uitvoeren.
De verdachte kan al of niet op de hoogte worden gebracht van het
sepotbesluit. Na een sepot kan een zaak worden overgedragen naar een
andere instantie, zoals een buitenlandse rechtbank. In dat geval wordt de
zaak na sepot bij die andere instantie voortgezet.

Voorwaardelijk

Het aantal beleidssepots met een voorwaardelijke wijze van uitvoering.
Het Openbaar Ministerie beëindigt de vervolging als de verdachte aan één
of meer voorwaarden voldoet, zoals het uitvoeren van een HALT-straf of
het vergoeden van de schade.