Personen in huishoudens naar leeftijd en geslacht, 1 januari

Personen in huishoudens naar leeftijd en geslacht, 1 januari

Geslacht Leeftijd Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal personen in particuliere huish... (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Partner in niet-gehuwd paar zonder ki... (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Partner in gehuwd paar zonder kinderen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Partner in niet-gehuwd paar met kinderen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Partner in gehuwd paar met kinderen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Totaal mannen en vrouwen Totaal 1995 15.424.122 15.176.387 4.546.361 2.109.149 7.910.309 837.115 2.849.232 199.212 4.024.750 360.754 249.814 247.735
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2000 15.863.943 15.639.815 4.541.102 2.272.219 8.196.032 989.259 3.042.126 325.531 3.839.116 384.318 246.144 224.128
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2005 16.305.526 16.092.324 4.634.684 2.449.378 8.298.507 996.744 3.127.616 497.083 3.677.064 444.124 265.631 213.202
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2015 16.900.726 16.655.932 4.569.209 2.867.797 8.420.057 1.062.311 3.302.758 807.030 3.247.958 545.289 253.580 244.794
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2016 16.979.120 16.724.232 4.575.382 2.906.334 8.430.396 1.081.262 3.306.646 826.886 3.215.602 557.426 254.694 254.888
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2017 17.081.507 16.836.205 4.590.985 2.961.228 8.458.470 1.096.652 3.314.754 854.552 3.192.512 562.124 263.398 245.302
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2018 17.181.084 16.932.312 4.607.972 2.997.617 8.494.992 1.124.866 3.325.188 870.430 3.174.508 572.419 259.312 248.772
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2019 17.282.163 17.035.502 4.626.741 3.037.622 8.528.704 1.150.080 3.333.292 881.918 3.163.414 582.106 260.329 246.661
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2020 17.407.585 17.148.722 4.643.605 3.079.778 8.574.862 1.179.832 3.344.778 894.568 3.155.684 589.975 260.502 258.863
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2021 17.475.415 17.216.655 4.637.308 3.097.117 8.622.770 1.240.158 3.340.610 915.288 3.126.714 593.871 265.589 258.760
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2022 17.590.672 17.328.133 4.638.955 3.172.564 8.655.582 1.266.754 3.349.236 932.163 3.107.429 596.408 264.624 262.539
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2023 17.811.291 17.535.267 4.683.450 3.266.042 8.702.082 1.277.524 3.355.286 940.378 3.128.894 610.633 273.060 276.024
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze publicatie bevat informatie over personen in huishoudens in Nederland per 1 januari naar positie in het huishouden, geslacht en leeftijd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 19 juni 2023:
De cijfers per 1 januari 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het 2e kwartaal van 2024 worden de definitieve cijfers per 1 januari 2024 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in huishoudens.

Huishouden:
Particulier of institutioneel huishouden.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Persoon die samen met iemand anders (ongeacht geslacht) als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt
Totaal samenwonende personen
Partner in niet-gehuwd paar zonder ki...
Partner in niet-gehuwd paar zonder kinderen
Person die een niet-gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden zonder thuiswonende kinderen.
In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen.

Niet-gehuwd paar:
Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Partner in gehuwd paar zonder kinderen
Partner in gehuwd paar zonder kinderen:
Persoon die een gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden zonder thuiswonende kinderen.
In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen.

Gehuwd paar:
Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Partner in niet-gehuwd paar met kinderen
Partner in niet-gehuwd paar met kind(eren):
Persoon die een niet-gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden met één of meer thuiswonende kinderen. In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen.

Niet-gehuwd paar:
Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet..
Partner in gehuwd paar met kinderen
Partner in gehuwd paar met kind(eren):
Persoon die een gehuwd paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden met één of meer thuiswonende kinderen.
In een huishouden wordt slechts één paar aangewezen.

Gehuwd paar:
Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.


Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Ouder in eenouderhuishouden
Ouder in eenouderhuishouden:
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Totaal aantal personen in institutionele huishoudens.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.