Regionale inkomensverdeling 1999, kerncijfers.

Regionale inkomensverdeling 1999, kerncijfers.

Regio's Inkomens van huishoudens Particuliere huishoudens Huish. onder of rond het sociaal minimum Aantal huishoudens (x 1 000) Inkomens van huishoudens Particuliere huishoudens Huish. onder of rond het sociaal minimum Percentage (%) Inkomens van huishoudens Particuliere huishoudens Huish. onder of rond het sociaal minimum Rangnummer (rangnummer)
Apeldoorn 6,9 8,2 21
Apeldoorn 5,2 8,4 21
Het Gooi en Vechtstreek 7,3 7,5 38
Apeldoorn 5,2 8,4 193
Het Bildt 0,5 13,3 18
Borger-Odoorn 1,0 9,7 95
Doorn 0,2 5,7 468
Hellendoorn 0,9 6,5 385
Heteren 0,2 6,7 367
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Besteedbaar inkomen en inkomensverdelingen van personen en huishoudens
Per gemeente (1 - 1- 2000), COROP-gebied, provincie, landsdeel, stads-
1999
Gewijzigd op 02 juli 2004.
Verschijningsfrequentie: Eenmalig.

Toelichting onderwerpen

Inkomens van huishoudens
Het besteedbaar inkomen is het bruto-inkomen verminderd met de premies
sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor
ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting.
Het huishoudensinkomen bestaat uit de som van inkomens van de
afzonderlijke huishoudensleden. Bij ongeveer een procent van de
huishoudens is geen belastbaar inkomen waargenomen. Voor een deel is dit
het gevolg van het onvoldoende kunnen toerekenen van studietoelagen aan
studenten en van andere onvolkomenheden in de gekozen werkwijze.
In het algemeen geldt voor de inkomensstatistiek dat huishoudens waar
uitsluitend kinderbijslag, individuele huursubsidie en of tegemoetkoming
studiekosten wordt waargenomen gerekend wordt tot de huishoudens zonder
(waargenomen) belastbaar inkomen.
Particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens worden onderscheiden naar samenstelling van
het huishouden. Er wordt een onderscheid gemaakt in een- en
meerpersoonshuishoudens. Een eenpersoonshuishouden bestaat uit een
persoon die alleen in een (deel van een) woonruimte is gehuisvest en zelf
in de dagelijkse levensbehoeften voorziet of die een woonruimte deelt met
anderen zonder met hen gemeenschappelijk in de dagelijkse levensbehoeften
te voorzien. Een meerpersoonshuishouden bestaat uit twee of meer personen
die samen in een (deel van een) woonruimte zijn gehuisvest en
gemeenschappelijk in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien. De
meerpersoonshuishoudens worden verder onderscheiden op basis van het
aantal meerderjarigen en het aantal minderjarige kinderen. Minderjarige
kinderen zijn personen die jonger zijn dan 18 jaar en die aan de zorg
van ouderen zijn toevertrouwd. Personen boven de 18 jaar worden als
meerderjarige aangemerkt.
Huish. onder of rond het sociaal minimum
Het begrip inkomen onder of rond het sociaal minimum is afgeleid van het
besteedbaar inkomen. Het inkomen is gelijk aan het besteedbaar inkomen
verminderd met eventueel ontvangen huursubsidie.
Het beleidsmatig minimum (of het sociaal minimum) is het wettelijk
bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitsvorming voor 1999 is
vastgesteld.
Om te kunnen beoordelen of het inkomen van een huishouden onder het
minimum valt, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke
norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor
een eenoudergezin met twee kinderen, bijvoorbeeld, bedraagt 90% van de
bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de
(leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan
AOW-pensioen als norm gekozen.
De inkomensgrens is geformuleerd als 105% van het sociaal minimum.
Aantal huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met een inkomen onder of rond het sociaal
minimum.
Percentage
Percentage huishoudens met een inkomen rond of onder het sociaal minimum.
Rangnummer
Met het rangnummer is aangegeven welke plaats een gemeente of provincie
inneemt in een rangschikking waarbij gemeenten of provincies van hoog naar
laag gerangschikt zijn op het percentage huishoudens met een inkomen onder
of rond het sociaal minimum.