Prognose huishoudens; kerncijfers, 2007 - 2050

Prognose huishoudens; kerncijfers, 2007 - 2050

Perioden Huishoudenspositie Totaal personen (aantal) Huishoudenspositie Alleenstaande personen (aantal) Huishoudenspositie Samenwonende personen (aantal) Huishoudenspositie Thuiswonende kinderen (aantal) Huishoudenspositie Eenouders (aantal) Huishoudenspositie Overige personen (aantal) Huishoudenspositie In institutie wonende personen (aantal) Huishoudens naar type Totaal huishoudens (aantal) Huishoudens naar type Eenpersoonshuishouden (aantal) Huishoudens naar type Paren (aantal) Huishoudens naar type Eénouderhuishouden (aantal) Huishoudens naar type Overige huishoudens (aantal) Huishoudens naar grootte Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) Huishoudens naar grootte Totaal huishoudens (aantal) Huishoudens naar grootte Eenpersoonshuishouden (aantal) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens Totaal meerpersoonshuishoudens (aantal) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 2 personen (aantal) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 3 personen (aantal) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 4 personen (aantal) Huishoudens naar grootte Meerpersoonshuishoudens 5 of meer personen (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren Totaal paren (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren Geen kinderen (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren 1 kind (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren 2 kinderen (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van paren 3 of meer kinderen (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens Totaal éénouderhuishoudens (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens 1 kind (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens 2 kinderen (aantal) Huishoudens naar kindertal Kindertal van éénouderhuishoudens 3 of meer kinderen (aantal) Huishoudens met kinderen Totaal huishoudens met kinderen (aantal) Huishoudens met kinderen Leeftijd jongste thuiswonend kind 0 tot 3 jaar (aantal) Huishoudens met kinderen Leeftijd jongste thuiswonend kind 3 tot 6 jaar (aantal) Huishoudens met kinderen Leeftijd jongste thuiswonend kind 6 tot 12 jaar (aantal) Huishoudens met kinderen Leeftijd jongste thuiswonend kind 12 tot 18 jaar (aantal) Huishoudens met kinderen Leeftijd jongste thuiswonend kind 18 jaar of ouder (aantal)
2050 16.797.106 3.518.346 7.968.719 4.263.201 486.583 308.180 252.076 8.034.880 3.518.340 3.977.271 486.583 52.686 2,06 8.034.881 3.518.340 4.516.541 2.350.034 841.085 960.659 364.763 3.977.273 2.063.962 684.196 918.524 310.591 486.578 294.549 144.992 47.037 2.399.893 478.213 295.894 504.191 496.744 624.851
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van het aantal personen
onderscheiden naar huishoudenspositie en het aantal huishoudens
onderscheiden naar samenstelling, grootte, kindertal en leeftijd
van het jongste thuiswonende kind.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2007
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie
18 april 2007.
De prognose is bijgesteld op basis van de meest recente inzichten,
de prognoseperiode loopt nu van 2007 tot en met 2050.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Wegens langere doorloop van werkzaamheden uit 2008 en tijdelijk
verminderde capaciteit zullen de cijfers in deze tabel, niet zoals
eerder hier gemeld in het 1e kwartaal van 2009 maar, in het 3e kwartaal
van 2009 worden aangevuld.

Toelichting onderwerpen

Huishoudenspositie
Personen naar huishoudenspositie
Positie die een persoon in een particulier huishouden inneemt ten opzichte
van de referentiepersoon van het huishouden.
Particulier huishouden
Een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en
zichzelf daar particulier, d.w.z. niet-bedrijfsmatig voorziet in
dagelijkse levensbehoeften.
Referentiepersoon
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het
huishouden worden toegekend.
Totaal personen
Alleenstaande personen
Persoon die alleen in een woonruimte is gehuisvest en hierdoor een
eenpersoonshuishoudens vormt. Tot alleenstaanden worden ook personen
gerekend die met anderen eenzelfde adres bewonen maar een eigen
huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten
aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in
afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonende personen
Personen die - al dan niet gehuwd - een gemeenschappelijke
huishouding voeren met een vaste partner.
Thuiswonende kinderen
Persoon die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het
huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden
ook begrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen.
Er worden geen beperkingen opgelegd wat betreft leeftijd of burgerlijke
staat om als kind te worden geclassificeerd.
Eenouders
Personen met thuiswonende kinderen die niet samenwonen met een vaste
partner.
Overige personen
Personen die met andere personen op eenzelfde adres wonen maar geen
partnerrelatie met die andere personen onderhouden en geen kind zijn van
die andere personen. Te denken valt bijvoorbeeld aan kostgangers die bij
een gezin inwonen of studenten die een huishouden vormen.
In institutie wonende personen
Personen die langer dan een jaar in een instelling verblijven, zoals
verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen,
opvoedingsinternaten, revalidatiecentra en gevangenissen.
Huishoudens naar type
Samenstelling van het huishouden
Typering van een particulier huishouden op basis van de onderlinge
relaties binnen het huishouden.
Particulier huishouden
Een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en
zichzelf daar particulier, d.w.z. niet-bedrijfsmatig voorziet in
dagelijkse levensbehoeften.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishouden
Personen die alleen in een woonruimte zijn gehuisvest. Tot de
eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen
eenzelfde adres bewonen maar een eigen huishouding voeren.
Paren
Huishoudens die bestaan uit personen die - al dan niet gehuwd - een
gemeenschappelijke huishouding voeren met een vaste partner.
Eénouderhuishouden
Eenouderhuishoudens zijn huishoudens met één ouder en één of meer
kinderen.
Overige huishoudens
Huishoudens bestaande uit personen die met andere personen op eenzelfde
adres wonen maar geen partnerrelatie met die andere personen onderhouden
en geen kind zijn van die andere personen. Te denken valt bijvoorbeeld aan
studenten die een huishouden vormen of aan twee zussen die samen in een
huis wonen.
Huishoudens naar grootte
Huishoudensgrootte
Aantal personen dat deel uitmaakt van het particulier huishouden.
Particulier huishouden
Een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en
zichzelf daar particulier, d.w.z. niet-bedrijfsmatig voorziet in
dagelijkse levensbehoeften.
Gemiddelde huishoudensgrootte
Gemiddeld aantal personen dat deel uitmaakt van een particulier
huishouden.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishouden
Personen die alleen in een woonruimte zijn gehuisvest. Tot de
eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen
eenzelfde adres bewonen maar een eigen huishouding voeren.
Meerpersoonshuishoudens
Meerpersoonshuishoudens bestaan uit (niet-gehuwde en gehuwde) paren
(met of zonder kinderen) en overige huishoudens.
Totaal meerpersoonshuishoudens
2 personen
Meerpersoonshuishoudens bestaande uit 2 personen.
3 personen
Meerpersoonshuishoudens bestaande uit 3 personen.
4 personen
Meerpersoonshuishoudens bestaande uit 4 personen.
5 of meer personen
Meerpersoonshuishoudens bestaande uit 5 of meer personen.
Huishoudens naar kindertal
Particuliere huishoudens naar aantal kinderen.
Particulier huishouden
Een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en
zichzelf daar particulier, d.w.z. niet-bedrijfsmatig voorziet in
dagelijkse levensbehoeften.
Kindertal van paren
Paren bestaan uit personen die - al dan niet gehuwd - een
gemeenschappelijke huishouding voeren met een vaste partner.
Totaal paren
Geen kinderen
Paren zonder kinderen.
1 kind
Paren met 1 kind.
2 kinderen
Paren met 2 kinderen.
3 of meer kinderen
Paren met 3 of meer kinderen.
Kindertal van éénouderhuishoudens
Eenouderhuishoudens vormen een huishoudens met één ouder tezamen
met een of meer kinderen.
Totaal éénouderhuishoudens
1 kind
Eenouderhuishoudens met één kind.
2 kinderen
Eenouderhuishoudens met twee kinderen.
3 of meer kinderen
Eenouderhuishoudens met drie of meer kinderen.
Huishoudens met kinderen
Totaal huishoudens met kinderen
Leeftijd jongste thuiswonend kind
0 tot 3 jaar
Huishoudens waarvan het jongste kind 0 tot 3 jaar oud is.
3 tot 6 jaar
Huishoudens waarvan het jongste kind 3 tot 6 jaar oud is.
6 tot 12 jaar
Huishoudens waarvan het jongste kind 6 tot 12 jaar oud is.
12 tot 18 jaar
Huishoudens waarvan het jongste kind 12 tot 18 jaar oud is.
18 jaar of ouder
Huishoudens waarvan het jongste kind 18 jaar of ouder is.