Verbinden van theorie en praktijk op het gebied van milieurekeningen

Groene rekeningen en milieurekeningen hebben een gedeelde ambitie om betere indicatoren te ontwikkelen om (materiële) welvaart en duurzaamheid te meten. Voor groene rekeningen wordt in de theoretische literatuur de relatie onderzocht tussen begrippen als welzijn, inkomen en vermogen, door gebruik te maken van theoretische modellen. Voor milieurekeningen kiest de statistische gemeenschap vaak een meer pragmatische aanpak, gericht op de vraag hoe het gebruik van natuurlijk kapitaal het beste te integreren is in de nationale rekeningen. De milieurekeningen worden verweten onvoldoende duidelijk te maken wat ze precies beogen te meten, bij gebrek aan een theoretische onderbouwing. De theoretische literatuur gebruikt daarentegen dikwijls onrealistische veronderstellingen zoals een optimale werking van de economie.

De voornaamste motivatie voor het schrijven van dit proefschrift is derhalve de wens deze kloof zo mogelijk te verkleinen. De onderzoeksvraag waar dit proefschrift zich mee bezig houdt luidt als volgt: Welke mogelijkheden bestaan er om de kloof tussen theorie en praktijk op het terrein van de groene/milieurekeningen te overbruggen?.

Vanwege het bestaan van verschillende gebruikscontexten en doelstellingen, alsmede moeilijkheden om milieurekeningen te stoelen op een theoretisch fundament, lijken er weinig directe mogelijkheden om de kloof tussen theorie en praktijk te dichten. Mogelijke overbrugging zal met name gezocht moeten worden in verbeterde en nauwere samenwerking tussen de statistische- en de onderzoeksgemeenschap.

Edens, B. (2013). Reconciling theory and practice in environmental accounting. Dissertation, VU Amsterdam, handle:1871/48641.