Industriebeeld: producentenvertrouwen verbeterd
De stemming van de ondernemers in de industrie is in januari 2014 weer wat verbeterd. Het producentenvertrouwen kwam uit op 0,7 tegen 0,1 in december vorig jaar. Na tweeënhalf jaar negatief geweest te zijn is de stemmingsindicator weer licht positief.
In november 2013 produceerde de Nederlandse industrie 0,4 procent meer dan in november 2012. Ook in september en oktober was de gemiddelde dagproductie van de industrie hoger dan een jaar eerder. De industrie behaalde in november 2013 ruim een half procent meer omzet dan een jaar eerder. De omzet op de binnenlandse markt daalde met bijna 8,5 procent, terwijl de omzet op de buitenlandse markt met 7,5 procent steeg.
De economie groeide in het derde kwartaal van 2013 met 0,2 procent ten opzichte van het tweede kwartaal. In het tweede kwartaal was het volume van het bruto binnenlands product gelijk aan dat een kwartaal eerder.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Producenten voorzichtig optimistisch
De stemming van de ondernemers in de industrie is in januari 2014 weer wat verbeterd. Het producentenvertrouwen kwam uit op 0,7 tegen 0,1 in december. Na tweeënhalf jaar negatief geweest te zijn is de stemmingsindicator weer licht positief.
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie en de verwachte productie in de komende drie maanden. De ondernemers waren in januari positiever over de verwachte bedrijvigheid dan in december. Ook waren ze minder somber over hun orderpositie. Hun oordeel over de voorraden verslechterde daarentegen.
De bezettingsgraad is voor het derde achtereenvolgende kwartaal opgelopen. In januari 2014 benutte de Nederlandse industrie 79,6 procent van de beschikbare productiecapaciteit. In april 2013 was dit 75,6 procent.
Bescheiden toename voorraden
De voorraden gereed product in de industrie waren in november 0,3 procent groter dan in november 2012. In oktober waren de voorraden 4,5 procent groter dan een jaar eerder. De cijfers over de voorraden zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Industriële productie iets hoger
De Nederlandse industrie produceerde in november 0,4 procent meer dan in november 2012. Ook in september en oktober was de gemiddelde dagproductie van de industrie hoger dan een jaar eerder. Toen lag de productie respectievelijk 0,4 en 2,4 procent hoger.
In vrijwel alle branches was de productie in november hoger dan een jaar eerder. Met 9,0 procent was de toename het grootst bij de transportmiddelenindustrie. De voedings- en genotmiddelenindustrie produceerde 2,7 procent meer. Bij de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de elektrotechnische en machine-industrie bedroeg de toename respectievelijk 2,6 en 2,4 procent. De aardolie-, chemische en rubber- en kunststofverwerkende industrie leverde daarentegen 0,3 procent minder productie. De productie van de overige industrie, waaronder de hout- en bouwmaterialenindustrie, de meubelindustrie en de papier- en grafische industrie, kromp ook.
Kleine omzettoename
De industrie behaalde in november 2013 ruim een half procent meer omzet dan een jaar eerder. De omzet op de binnenlandse markt daalde met bijna 8,5 procent, terwijl de omzet op de buitenlandse markt met 7,5 procent steeg. November 2013 telde een werkdag minder dan november 2012. De afzetprijzen van de producten van de industrie waren in november bijna 3 procent lager dan die van een jaar eerder.
De elektrotechnische en machine-industrie realiseerde 8,5 procent meer omzet dan een jaar eerder. Ook in de voedings- en genotmiddelenindustrie (+8,0 procent) en basismetaal- en metaalproductenindustrie (+2,0 procent) was de omzet hoger. In de transportmiddelenindustrie daalde de omzet met 8 procent, gevolgd door de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproducten-industrie waar de omzet met bijna 4 procent afnam.
Economie groeit met 0,2 procent
De economie groeide in het derde kwartaal van 2013 met 0,2 procent ten opzichte van het tweede kwartaal. In het tweede kwartaal was het volume van het bruto binnenlands product gelijk aan dat een kwartaal eerder. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
Vergeleken met het derde kwartaal van 2012 kromp de economie met 0,4 procent. Het derde kwartaal van 2013 telde een werkdag meer dan het derde kwartaal van 2012. Ook zonder dit effect was de krimp ten opzichte van een jaar eerder veel kleiner dan in de voorgaande kwartalen.
Goederenproducenten produceerden 0,2 procent meer. Door een grote vraag uit het buitenland naar aardgas leverde de delfstoffenwinning 7,4 procent meer productie. De industriële productie was 0,3 procent hoger dan een jaar eerder. De bouwproductie kromp daarentegen met 3,1 procent. De productie van commerciële dienstverleners kwam 0,5 procent lager uit, maar de productie van niet-commerciële dienstverleners was 0,5 procent hoger dan in het derde kwartaal van 2012.
De investeringen in vaste activa waren 3,7 procent lager dan in het derde kwartaal van 2012. Huishoudens besteedden 2,7 procent minder. De overheidsconsumptie was 0,9 procent lager. Het volume van de invoer was 0,2 procent kleiner. Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was daarentegen 2,3 procent groter dan een jaar eerder.