Toerisme op ruim 2,2 duizend boerderijen

In 2009 hadden 2,2 duizend landbouwbedrijven verbredingsactiviteiten op het gebied van agrotoerisme. Agrotoerisme omvat hier verblijfsrecreatie, ontvangst van bezoekers (voor rondleidingen, in café of restaurant) en de verhuur van recreatiegoederen, recreatiedieren of recreatieve voorzieningen. Dit betekent dat toeristen terecht kunnen bij 3 op de 100 boerderijen.

Vooral bedrijven met koeien, kalfjes, schapen en akkerbouw

De meeste bedrijven die agrotoerisme aanbieden zijn melkveebedrijven (581 bedrijven), overige graasdierbedrijven (443 bedrijven), akkerbouwbedrijven en paard- en ponybedrijven (beide 315 bedrijven).

Boerderijen met agrotoerisme

2010-agrotoerisme-2009g1

Naast toerisme vaak ook andere verbredingsactiviteit

Agrotoerisme werd door 769 bedrijven als enige verbreding uitgevoerd. De overige 1468 bedrijven voerden gemiddeld 2,7 verbredingsactiviteiten uit. Relatief vaak wordt agrotoerisme gecombineerd met verkoop van landbouwproducten (493 bedrijven), met natuur- en landschapsbeheer (656 bedrijven) en met stalling van goederen of dieren (541 bedrijven).

Aandeel boerderijen met agrotoerisme

2010-agrotoerisme-2009g2

Meerdere verbredingsactiviteiten, groter aandeel opbrengst

De bedrijven die agrotoerisme combineren met andere verbredingsactiviteiten behalen daarmee ook relatief meer opbrengsten dan de bedrijven die dat niet doen. ‘Relatief meer’ omdat het gaat om een groter aandeel van verbredingsopbrengsten in de totale bruto opbrengsten van de bedrijven. Zo bestaat bij 41 procent van de bedrijven met agrotoerisme plus andere verbredingsactiviteiten de totale bedrijfsopbrengst voor 30 procent of meer uit opbrengsten van de verbreding. Bij de bedrijven met alleen agrotoerisme als verbreding heeft slechts 27 procent een dergelijk aandeel in de opbrengst.

Opbrengst verbredingsactiviteit t.o.v. totale bruto bedrijfsopbrengst

2010-agrotoerisme-2009g3

André Meurink