Oordeel en verwachtingen: aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie

Uit de Conjunctuurtest van april 2009 blijkt dat het beeld in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie nog steeds negatief is, al is er een lichte verbetering te zien. Volgens de ondernemers zijn de orderontvangsten de laatste vijf maanden flink gedaald. Voor de komende drie maanden verwachten de ondernemers wel een stijgende productie. Ze zijn echter pessimistischer over de verwachte personeelssterkte.

Negatieve oordelen

Volgens de ondernemers zijn de orderontvangsten in maart wederom flink afgenomen, al is het minder sterk afgenomen dan de maand hiervoor. Het oordeel over de voorraad gereed product is even pessimistisch als in maart. De index orderpositie is verder gezakt en komt uit op 77,4 (juli 2000=100). Het oordeel over de totale en buitenlandse orderpositie is deze maand nog wat negatiever.

Orderpositie, oordeel 1 en index 2

Orderpositie, oordeel en index

1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd

Verdere afname personeelssterkte verwacht

De ondernemers realiseerden naar eigen zeggen in de afgelopen drie maanden een productievermindering. Voor de maanden april tot en met juni wordt een lichte stijging in de productie verwacht. Er zijn ten opzichte van de vorige maand meer ondernemers die lagere afzetprijzen verwachten. Per saldo verwachten de ondernemers een verdere afname in de personeelssterkte.

Verwachting voor april tot en met juni 2009

Verwachting voor april tot en met juni 2009

Productiecapaciteit als te groot ervaren

Uit de kwartaalvragen van de Conjunctuurtest blijkt dat volgens de ondernemers in het eerste kwartaal de concurrentiepositie op de binnenlandse markt wederom af is genomen. Op de buitenlandse markt binnen de EU is de concurrentiepositie nog steeds negatief. De ondernemers verwachten een afname van de buitenlandse afzet in het tweede kwartaal van 2009. De bezettingsgraad is in het eerste kwartaal vrijwel gelijk gebleven en komt uit op 73,3. Van de ondernemers beoordeelt 31 procent de productiecapaciteit als te groot, tegenover 5 procent die de capaciteit als te klein beoordeelt.