Oordeel en verwachtingen: textiel-, kleding- en lederindustrie

Uit de Conjunctuurtest van april 2008 blijkt dat het beeld in de textiel-, kleding- en lederindustrie negatief is te noemen. De orderontvangsten zijn verder afgenomen en de oordelen negatief. In hun verwachtingen zijn de ondernemers eveneens pessimistisch. Zo houden ze rekening met een afname van hun personeelsterkte in de komende maanden.

Negatievere oordelen

De orderontvangsten zijn volgens de ondernemers in maart afgenomen ten opzichte van februari. Het oordeel van de ondernemers over de orderontvangsten is negatief en het oordeel over de voorraden gereed product is verder verslechterd. De index orderpositie is licht afgenomen tot 78,4 (juli 2000=100). Het oordeel over de orderpositie is negatiever dan vorige maand. Over de buitenlandse orderpositie waren de ondernemers iets positiever gestemd.

Orderpositie, oordeel 1 en index 2

Orderpositie, oordeel en index

1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd

Afname productie verwacht

In maart zagen de ondernemers naar eigen zeggen een verdere afname van de productie ten opzichte van februari. Voor de komende maanden wordt een licht afnemende productie verwacht. De ondernemers verwachten wel een stijging van de verkoopprijzen voor hun producten. Over de toekomstige personeelssterkte zijn de ondernemers deze maand negatief gestemd. Per saldo verwacht nu 6 procent van de ondernemers een afname van de toekomstige personeelssterkte.

Verwachting voor april tot en met juni 2008

Verwachting voor april tot en met juni 2008

Gelijkblijvende buitenlandse afzet verwacht

Uit de kwartaalvragen van de conjunctuurtest blijkt dat in het eerste kwartaal de concurrentiepositie op de binnenlandse markt licht is verbeterd. De concurrentiepositie op de buitenlandse markt binnen de EU is verder verslechterd. De ondernemers voorzien een gelijke buitenlandse afzet in het tweede kwartaal. De ondernemers zagen hun concurrentiepositie buiten de EU enigszins verbeteren. De bezettingsgraad is in het eerste kwartaal vrijwel onveranderd gebleven en komt uit op 79,7. Over de huidige productiecapaciteit zijn de ondernemers iets meer tevreden.