Jaarboek onderwijs in cijfers 2006

Vandaag verschijnt het Jaarboek onderwijs in cijfers 2006. Dit is de achtste editie van deze publicatie. Hierin presenteert het CBS ieder jaar zijn meest recente cijfers over onderwijs in de vorm van korte artikelen, geïllustreerd met grafieken, en tabellen. Het boek is bedoeld als naslagwerk voor iedereen die beroepshalve of anderszins geïnteresseerd is in het onderwijs in Nederland.

In het schooljaar 2004/’05 bevolkten ruim 3,6 miljoen leerlingen de klaslokalen van het door de overheid bekostigde onderwijs. Dat was bijna 1 procent meer dan een jaar eerder. Belangrijk voor de arbeidsmarkt is dat het aantal geslaagden in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs blijft toenemen.

Meer geslaagden in het mbo

In 2003/’04 is het aantal geslaagden in het mbo met 5 procent toegenomen tot 140 duizend. Vooral het aantal gediplomeerden in de beroepsopleidende leerweg (bol) steeg. Ongeveer 79 duizend leerlingen behaalden een diploma, waarvan ruim 75 duizend in het voltijdonderwijs. Dat is een stijging van 8 procent ten opzichte van een jaar eerder. Met name de sectoren economie en, zorg en welzijn droegen bij aan de toename van het aantal gediplomeerden.

Van alle geslaagden in de beroepsopleidende leerweg kreeg de helft een diploma op het hoogste niveau binnen het mbo. Drie van de tien geslaagden in deze leerweg stroomden in 2003 door naar het hbo. Bij mannen was de animo voor een vervolgopleiding iets groter dan bij vrouwen.

Het aantal gediplomeerden in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) steeg met ruim 1 procent tot 60 duizend. In deze leerweg is de afgelopen jaren het aantal geslaagden in de sector zorg en welzijn het sterkst gestegen. Van de geslaagden in de beroepsbegeleidende leerweg haalde ongeveer 15 procent een mbo-diploma op het hoogste niveau.

Aantal studenten in het hoger onderwijs blijft stijgen  

In 2004/’05 stonden ruim 543 duizend personen ingeschreven in het hoger onderwijs. Dat is 4 procent meer dan in het schooljaar ervoor. In de afgelopen tien jaar is het aantal studenten in het hbo voortdurend toegenomen. Na een afname in de jaren negentig is ook het aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs vanaf 1999/2000 ieder jaar gestegen. Meer dan de helft van de studenten in het hoger onderwijs is vrouw. Mannen kiezen vooral bedrijfskunde, vrouwen gezondheidszorg en welzijn.

Opnieuw meer geslaagden in hoger onderwijs

Voor een doctoraalexamen of master slaagden in 2003/’04 ruim 23 duizend studenten. Dat is een stijging van 6 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Ongeveer 54 procent van de geslaagden was vrouw. De gemiddelde leeftijd van de geslaagden was 25,1 jaar. Dit is even oud als acht jaar geleden. Bij alle studierichtingen behaalden vrouwen hun diploma op een gemiddeld jongere leeftijd dan mannen. Gemiddeld was de studieduur van de geslaagden 64 maanden.

In het hbo steeg het aantal gediplomeerden voor de hoofdfase of bacheloropleiding met 3 procent tot bijna 60 duizend. De studenten in het voltijd hbo waren op het moment dat zij slaagden gemiddeld 23,4 jaar. Dat is iets jonger dan acht jaar geleden. Ook hier geldt dat bij vrijwel alle studierichtingen vrouwen op jongere leeftijd afstuderen dan mannen. De gemiddelde studieduur van gediplomeerden in het voltijd hbo lag op 51 maanden.

Opleidingsniveau bevolking blijft toenemen

In 2004 had 65 procent van de personen in de leeftijd van 15-64 jaar minimaal hoger secundair onderwijs afgerond. Dat was 58 procent in 1996. Hoger secundair onderwijs is havo, vwo en mbo (niveau 2 en hoger). Een voltooide opleiding op dit niveau wordt gezien als het minimum om succesvol de stap naar de moderne arbeidsmarkt te maken. Een kwart van de bevolking had in 2004 een diploma hoger onderwijs. Het aandeel mensen dat hooguit basisonderwijs heeft afgerond is tussen 1996 en 2004 gedaald van 14 naar 9 procent.

Verder in Jaarboek onderwijs in cijfers 2006

Naast de vaste informatie over leerlingen, onderwijsinstellingen en onderwijsuitgaven komen aan bod de deelname aan het voortgezet onderwijs naar herkomstgroepering, de schoolkleur in het voortgezet onderwijs, het studierendement van brugklassers, post-initieel onderwijs en universitair onderzoek. In het tabellengedeelte wordt een grote verscheidenheid aan onderwijsgegevens overzichtelijk gepresenteerd.

De PDF bevat het volledige persbericht