Inflatie daalt naar 2,9 procent in juli

De inflatie wordt elke maand gemeten als de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De CPI geeft ook inzicht in de prijsontwikkeling in vergelijking met een maand eerder. Consumentengoederen en -diensten waren in juli 1,3 procent duurder dan in juni.

Prijsontwikkeling huisvesting drukt inflatie

De prijsontwikkeling van huisvesting had een drukkend effect op de inflatie. De prijsontwikkeling van huisvesting wordt in de CPI voor zowel huurwoningen als eigen woningen gemeten aan de hand van de ontwikkeling van de woninghuren. Op basis van voorlopige cijfers waren in juli 2025 de woninghuren 4,9 procent hoger dan een jaar eerder, in juni was de stijging op jaarbasis 5,4 procent. Ook een verblijf in een bungalowpark had een neerwaarts effect op de ontwikkeling van de inflatie.

Prijsontwikkelingen op korte termijn

In vergelijking met juni stegen de prijzen voor consumenten in juli met 1,3 procent. Een kanttekening bij een vergelijking tussen twee verschillende maanden in het jaar is dat rekening moet worden gehouden met de invloed van het seizoen. Zo zijn vliegtickets in vakantiemaanden duurder dan in andere maanden. De prijzen zijn dan tijdelijk hoger, maar dit is geen structurele prijsstijging.

Inflatie eurozone stabiel

Het CBS publiceert twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in juli 2,5 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In juni was de inflatie volgens de HICP 2,8 procent. De inflatie in de eurozone bleef gelijk: 2,0 procent in zowel juni als juli.

De prijzen van energie waren in juli 2025 in de eurozone lager dan in juli vorig jaar, terwijl in Nederland de prijzen hoger waren. Daarnaast was de prijsstijging bij voedingsmiddelen, dranken en tabak in juli op jaarbasis in Nederland groter dan gemiddeld in de eurozone. 

Verschil CPI en HICP

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

Aankondiging: nieuw basisjaar CPI vanaf 2026

Vanaf 2026 gaan de CPI en de HICP over op een nieuw basisjaar, van 2015=100 naar 2025=100. Al gepubliceerde inflatiecijfers worden dan niet herzien. Bij de overgang wordt ook een update van de classificatie van goederen en diensten in gebruik genomen, die beter aansluit bij veranderde consumptiepatronen. Bovendien zal de CPI vanaf 2026 meer aansluiten bij de HICP. De eerste uitkomsten volgens de nieuwe reeks met referentiejaar 2025 worden begin februari 2026 gepubliceerd. Meer informatie staat in het methodedocument De consumentenprijsindex vanaf 2026.

Meer informatie

In de lange onderzoeksbeschrijving licht het CBS toe wat de CPI meet en op welke manier de index wordt berekend. Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de CPI en de HICP. Daarnaast worden op het dashboard de prijsontwikkelingen van een aantal consumentengoederen en -diensten in meer detail uitgelicht. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.