Consumptie huishoudens krimpt iets in oktober

De consumptiecijfers betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Daarnaast is ook voor veranderingen in de samenstelling van de koopdagen gecorrigeerd. Volgens de CBS Consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in november ongunstiger dan in oktober.

Meer diensten, minder goederen

Consumenten hebben in oktober 0,3 procent meer diensten afgenomen, zoals verzekeringen, openbaar vervoer en een bezoek aan restaurant, evenementen of kapper, dan in oktober 2022. Bestedingen aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.

Aan voedings- en genotmiddelen hebben huishoudens 2,4 procent minder besteed, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, dan in oktober 2022. Ook kochten consumenten 0,5 procent minder duurzame goederen, vooral minder spullen voor de woning en auto’s. Verder hebben huishoudens in oktober 0,5 procent meer overige goederen, zoals energie en artikelen voor persoonlijke verzorging, gekocht.

Een week geleden meldde het CBS dat het verkoopvolume van de detailhandel in oktober even groot was als in oktober 2022. Het volume van de non-foodwinkels lag 0,6 procent lager, terwijl dat van de foodwinkels met 1,3 procent kromp. Deze cijfers zijn ook gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.

Omstandigheden consumptie in november ongunstiger

Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in november ongunstiger dan in oktober. Dat komt vooral doordat de jaar-op-jaarstijging van de aandelenkoersen kleiner was en de industriële ondernemers minder positief over hun personeelssterkte waren.